Terug naar bibliotheek
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10953 - Vrijspraak ondanks identificatie gebruiker crypto-accounts wegens onvoldoende bewijs - 15 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2025:1095315 september 2025

Essentie

Rechtbank Rotterdam spreekt verdachte vrij van invoer van cocaïne en uitlokking tot moord. Hoewel de rechtbank de verdachte identificeert als gebruiker van versleutelde communicatie-app- en Sky-accounts, ontbreekt wettig bewijs voor de drugsvondst en kan niet worden vastgesteld dat hij de enige gebruiker was van de accounts.

Uitspraak inhoud

Team straf 2

Parketnummer: 71/261619-22 Datum uitspraak: 15 september 2025 Tegenspraak (artikel 279 Sv)

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, gemachtigd raadsman mr. Y. Bouchikhi, advocaat te Utrecht.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 september 2025.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C. Goedegebuure heeft gevorderd:

4 Vrijspraak

Standpunt officier van justitie Uit het proces-verbaal van identificatie blijkt dat de verdachte de gebruiker is geweest van de Sky-accounts [accountnaam 1] , [accountnaam 2] , [accountnaam 3] en het Encrochat-account [accountnaam 4] . Uit gesprekken waaraan de verdachte met het account [accountnaam 3] heeft deelgenomen blijkt dat hij aan een of meer onbekend gebleven personen opdracht heeft gegeven om tegen betaling gebouwen te (laten) beschieten en om een persoon met de naam [slachtoffer] in zijn benen te (laten) schieten. Verder blijkt uit een internet artikel van 29 april 2020 dat op een vrachtschip bij Trinidad en Tobago 475,9 kilo cocaïne is aangetroffen. Uit gesprekken in chatgroepen waaraan de verdachte heeft deelgenomen met (een aantal van) de door hem gebruikte Sky-accounts en uit gesprekken met het genoemde Encrochat-account in de periode voorafgaand aan en na de vondst van de cocaïne volgt dat de verdachte betrokken is geweest bij dit cocaïnetransport.

Beoordeling De verdenkingen tegen de verdachte zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op berichten uit cryptocommunicatie tussen verschillende gebruikers via de berichtendiensten Sky-ECC en Encrochat. Bij de beoordeling dient daarom allereerst de vraag te worden beantwoord of de verdachte gebruik heeft gemaakt van een of meer van de Sky-accounts [accountnaam 1] , [accountnaam 2] , [accountnaam 3] en van het Encrochat-account [accountnaam 4] . De verdachte heeft bij de politie een korte ontkennende verklaring afgelegd, maar kon hierover na zijn vertrek naar het buitenland niet nader worden bevraagd. De rechtbank overweegt ten aanzien van de identificatie van de genoemde accounts als volgt.

Uit een groepschat waaraan Sky-account [accountnaam 2] deelneemt kan worden afgeleid dat een persoon met de naam [naam 1] op 16 februari 2020 samen iemand die “ [naam 2] ” wordt genoemd naar Colombia (“colo”) is gevlogen. Zo zegt gebruiker [accountnaam 2] : “We go togeheter me & [naam 1] ”, “For Sure we flight this week”en“I come with [naam 1] my brother”. Op 15 februari 2020 wordt door een andere deelnemer aan de chatgroep gezegd: “[naam 1] and [naam 2] on flight (...) they land tomorrow”. Op 16 februari 2020 wordt door diezelfde gebruiker gezegd dat [naam 2] is teruggestuurd: “sending back, [naam 1] is fine, [naam 2] can’t enter colo, they not letting [naam 2] man in, he getting sent back to Madrid.” Uit een Interpol-bericht volgt dat de verdachte, die internationaal gesignaleerd stond, op 16 februari 2020 vanuit de luchthaven in de Colombiaanse hoofdstad Bogota is teruggestuurd naar Madrid. De verdachte heeft dit tijdens het politieverhoor op 6 maart 2024 ook bevestigd. Het dossier bevat chats tussen het account [accountnaam 4] en een tegencontact met de naam [naam 3] . Uit de chats blijkt dat [naam 3] ook [naam 1] wordt genoemd. Uit de chats kan worden opgemaakt dat de gebruiker van Sky-account [accountnaam 2] tevens de gebruiker is van het Encrochat-account [accountnaam 4] . De rechtbank concludeert op basis van deze combinatie van bevindingen dat de verdachte de persoon is die in de groepschat [naam 2] wordt genoemd, en dat hij (een van) de gebruiker(s) is van het Sky-account [accountnaam 2] en van het Encrochat-account [accountnaam 4] . Dit laatste account blijkt door tegencontacten onder andere te zijn opgeslagen onder de namen ‘ [naam 4] ’ en ‘ [naam 5] ’. Blijkens informatie uit het politiesysteem zijn dit bekende bijnamen van de verdachte, die naast de Nederlandse ook de Spaanse nationaliteit heeft.

Uit een chat tussen het Sky-account [accountnaam 2] en het Sky-account [accountnaam 3] volgt dat deze accounts door dezelfde persoon werden gebruikt. Voordat het Sky-account [accountnaam 3] in gebruik werd genomen, werden volgens het chatbericht de contacten van het account Sky-account [accountnaam 2] naar dit account overgezet. Voorts blijkt dat de gebruiker van Sky-account [accountnaam 2] op 24 juli 2020 naar diverse contacten bericht heeft gestuurd dat hij een nieuw Sky-account [accountnaam 3] heeft en dat het Sky-account [accountnaam 2] offline gaat. Hieruit leidt de rechtbank af dat de verdachte ook gebruik heeft gemaakt van het Sky-account [accountnaam 3] . Omdat de gebruiker van het Sky-account [accountnaam 1] hetzelfde wachtwoord heeft en veelvuldig dezelfde Engelstalige spelfouten maakte als de gebruiker van het Encrochat-account [accountnaam 4] en de Sky-accounts [accountnaam 2] en [accountnaam 3] , stelt de rechtbank vast dat de verdachte onder de gebruikersnaam [gebruikersnaam] ook gebruik heeft gemaakt van het Sky-account [accountnaam 1] . Namens de verdachte is aangevoerd dat met de Sky-accounts berichten zijn verstuurd in talen die de verdachte niet beheerst en dat deze accounts kennelijk ook door andere personen werden gebruikt. De rechtbank zal hieronder de ten laste gelegde feiten in chronologische volgorde bespreken en zal daarbij ook nader ingaan op dit verweer.

Feit 6 - poging invoer/vervoer 475,9 kilo cocaïne De verdachte heeft verklaard dat hij samen met twee personen naar Colombia is gevlogen om “wat bij te verdienen” en dat hij apart incheckte van zijn vriend en diens medepassagier, omdat zijn vriend meerdere telefoons bij zich had. Volgens de verdachte moest hij een van deze telefoons bij zich houden. Verder heeft de verdachte verklaard dat hij wist dat zijn vriend weleens onder andere (valse) namen vloog. De omstandigheden waaronder de verdachte naar Colombia is gereisd, in combinatie met de aan hem toegeschreven Engelstalige chatberichten via de accounts [accountnaam 4] , [accountnaam 2] en [accountnaam 1] , geven sterke aanwijzingen dat de verdachte betrokken was bij drugsgerelateerde strafbare feiten. Dat, zoals namens de verdachte is aangevoerd, deze Sky-accounts kennelijk ook door andere personen werden gebruikt, doet vanwege de combinatie van bevindingen niet af aan deze conclusie.

Uit het politieonderzoek in openbare bronnen komt naar voren dat op 29 april 2020 tijdens de doorzoeking van het containerschip [naam schip] aan de kust van Trinidad en Tobago 475,9 kilogram cocaïne zou zijn aangetroffen. In andere nieuwsberichten op verschillende websites wordt vermeld dat het zou gaan om 400 kilo cocaïne met een straatwaarde van in totaal 160 miljoen dollar. Hoewel in de chatberichten niet specifiek over cocaïne wordt gesproken en ook andere bedragen en hoeveelheden worden genoemd, wordt wel gesproken over het betreffende containerschip en worden na aanhouding van de bemanning ook foto’s verstuurd van de kapitein van het schip. Daarnaast zijn in de chats foto’s van in plastic verpakte blokken en stempels te zien, wat zou kunnen passen bij het transport van cocaïne.

Op het rechtshulpverzoek van de Nederlandse justitie aan de autoriteiten van Trinidad en Tobago om nadere informatie over de in beslag genomen scheepslading werd geen reactie ontvangen. Dat betekent dat geen concrete gegevens beschikbaar zijn met betrekking tot de aard en hoeveelheid van de in beslag genomen goederen en dat onduidelijk is op basis waarvan is vastgesteld dat het daadwerkelijk zou gaan om cocaïne, zoals in de tenlastelegging wordt gesteld. Er is geen proces-verbaal van inbeslagname en bemonstering van de aangetroffen lading beschikbaar waaruit deze conclusie volgt en evenmin volgt dit met voldoende zekerheid uit enig ander bewijsmiddel. Naar het oordeel van de rechtbank levert de inhoud van de chatberichten in combinatie met de beschikbare mediaberichten dan ook onvoldoende wettig bewijs dat de verdachte heeft geprobeerd een hoeveelheid cocaïne in te voeren, dan wel voorbereidingshandelingen daartoe heeft verricht. Bij die stand van zaken dient de verdachte bij gebrek aan bewijs van het onder 6 primair en subsidiair ten laste gelegde feit te worden vrijgesproken.

Feiten 1 t/m 5 – meermalen uitlokking (poging tot) moord en vernieling van een gebouw De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat uit de inhoud van verstuurde berichten via het Sky-account [accountnaam 3] volgt dat de verdachte aan een of meer onbekend gebleven personen opdracht heeft gegeven om tegen betaling gebouwen te (laten) beschieten en om een persoon met de naam [slachtoffer] in zijn been te (laten) schieten. Door op de gebouwen te laten schieten, was volgens de officier van justitie sprake van zogeheten voorwaardelijk opzet dat op deze wijze dodelijke slachtoffers zouden kunnen vallen.

Het Sky-account [accountnaam 3] is, zoals hiervoor werd toegelicht, aan de verdachte gelinkt via het Sky-account [accountnaam 2] . De verdediging heeft hierbij aangevoerd dat aannemelijk is dat de verdachte niet de enigegebruiker was van deze accounts. De raadsman heeft in dit verband ter zitting enkele Sky-berichten overgelegd - die zich overigens niet in het dossier bevinden, maar die volgens de raadsman deel uitmaken van de metadata - waarin de gebruiker van het Sky-account [accountnaam 2] aan gesprekken deelneemt in de Spaanse, Turkse en Servische taal. Daarbij zijn tevens verklaringen overgelegd van twee beëdigde vertalers, die concluderen dat de Servische en Turkse teksten in de overgelegde chatberichten niet via een vertaalmachine zijn opgesteld en afkomstig zijn van zogenoemde ‘native speakers’, dat wil zeggen van personen die de Turkse en de Servische taal als moedertaal beheersen. De officier van justitie heeft niet weersproken dat de overgelegde chats deel uitmaken van de metadata. Ook is niet weersproken dat de verdachte alleen het Nederlands als moedertaal beheerst en de rechtbank ziet in het dossier geen aanwijzingen voor het tegendeel.

Dit betekent dat niet met de vereiste mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte in de ten laste gelegde periode de enige gebruiker was van het Sky-account [accountnaam 3] en dat de voor hem belastende berichten daadwerkelijk door de verdachte zijn verstuurd. Buiten het feit dat deze berichten in het Nederlands zijn gesteld, zijn er geen concrete aanknopingspunten die de verdachte direct verbinden aan de communicatie via het Sky-account [accountnaam 3] . Het dossier bevat bijvoorbeeld geen technische gegevens die de verdachte identificeren als de gebruiker van dit account in de ten laste gelegde periode en ook op basis van de inhoud van de berichten ontbreekt concreet bewijs dat de verdachte degene is die via dit account opdracht heeft gegeven om woningen van de beoogde slachtoffers met een vuurwapen te beschieten. Daarmee ontbreekt het wettig bewijs voor de onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde feiten, zodat de verdachte ook van deze feiten dient te worden vrijgesproken.

5 Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6 Beslissing

De rechtbank:

verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 t/m 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

heft op het bevel voorlopige hechtenis.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter, en mr. J.F. Koekebakker en mr. W.M. Stolk, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Jallal, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 15 september 2025.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1 verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 18 januari 2021, te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, ter uitvoering van het door verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) voorgenomen misdrijf om een of meer perso(o)n(en) aanwezig in/rond/boven het restaurant gelegen aan de [adres 1] te Rotterdam opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, na kalm beraad en rustig overleg,- naar voornoemd pand toe is gegaan, en/of- meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen voornoemd pand heeft/hebben beschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welk feit verdachte in of omstreeks de periode van 15 januari 2021 tot en met 18 januari 2021 te Rotterdam, in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet door tussenkomst van een of meer anderen, (telkens) opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of door misbruik van gezag, geweld en/of bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, te weten door (aan) een of meer tot op heden onbekend gebleven verdacht(en),

  • aan te geven dat dit adres het adres is waarop geschoten dient te worden, en/of

  • dat ook de ramen boven geraakt moeten worden, en/of

  • de plaats waar en/of de dag dat de beschietingen uitgevoerd moeten worden door

te geven, en/of

  • een geldbedrag te overhandigen en/of in het vooruitzicht te stellen ten behoeve van de uitvoering;

(artikel 287 WvSr, art. 289 WvSr, art. 301 WvSr, art. 302 WvSr, art. 45 WvSr, art. 47 WvSr)

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks de periode van 15 januari 2021 tot en met 18 januari 2021, te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, ter uitvoering van het door verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) voorgenomen misdrijf om een of meer perso(o)n(en) aanwezig in/rond/boven het restaurant gelegen aan de [adres 1] te Rotterdam opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, na kalm beraad en rustig overleg,- naar voornoemd pand toe is gegaan, en/of- meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen voornoemd pand heeft/hebben beschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; (artikel 287 WvSr, art. 289 WvSr, art. 301 WvSr, art. 302 WvSr, art. 45 WvSr, art. 47 WvSr)

meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op of omstreeks de periode van 15 januari 2021 tot en met 18 januari 2021 te Rotterdam, althans elders in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten (delen van) een pand gevestigd aan de [adres 1] te Rotterdam, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of onklaar gemaakt; (artikel 352 WvSr)

2 hij tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op of omstreeks 19 januari 2021 te Rotterdam, althans elders in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten (delen van) een pand gevestigd aan de [adres 2] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of onklaar gemaakt; (artikel 352 WvSr)

3 verdachte en/of eén of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks de periode van 22 januari 2021 tot en met 23 januari 2021, te Rotterdam, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, een tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en), ter uitvoering van het door verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) voorgenomen misdrijf om een of meer perso(o)n(en) aanwezig in/rond/boven de woning aan de [adres 3] te Capelle aan den IJssel, opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen op de woning aan de [adres 3] te Capelle aan de IJssel heeft/hebben geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,

welk feit verdachte in of omstreeks de periode van 20 januari 2021 tot en met 23 januari 2021 te Rotterdam, in elk geval elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet door tussenkomst van een of meer anderen, (telkens) opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen, te weten door (aan) een of meer tot op heden onbekend gebleven verdacht(en),

  • aan te geven dat dit adres het adres was waarop geschoten dient te worden, en/of

  • dat dit adres echt goed gedaan moet worden, en/of

  • een geldbedrag te overhandigen en/of in het vooruitzicht te stellen;

(artikel 287 WvSr, art. 289 WvSr, art. 301 WvSr, art. 302 WvSr, art. 45 WvSr, art. 47 WvSr)

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

verdachte en/of eén of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks de periode van 22 januari 2021 tot en met 23 januari 2021, te Rotterdam, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, een tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en), ter uitvoering van het door verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) voorgenomen misdrijf om een of meer perso(o)n(en) aanwezig in/rond/boven de woning aan de [adres 3] te Capelle aan den IJssel, opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen op de woning aan de [adres 3] te Capelle aan de Ijssel heeft/hebben geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; (artikel 287 WvSr, art. 289 WvSr, art. 301 WvSr, art. 302 WvSr, art. 45 WvSr, art. 47 WvSr)

meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op of omstreeks de periode van 22 januari 2021 tot en met 23 januari 2021 te Capelle aan de Ijssel, althans elders in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten (delen van) een woning aan de [adres 3] te Capelle aan de IJssel, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of onklaar gemaakt; (artikel 352 WvSr)

4 verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks de periode van 23 januari 2021 tot en met 27 januari 2021, te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, ter uitvoering van het door verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) voorgenomen misdrijf om een of meer perso(o)n(en) aanwezig in/rond/boven het pand gelegen aan de [adres 4] te Rotterdam opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, na kalm beraad en rustig overleg,- naar voornoemd pand toe is gegaan, en/of- meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen voornoemd pand heeft/hebben beschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,

welk feit verdachte in of omstreeks de periode van 19 januari 2021 tot en met 27 januari 2021 te Rotterdam, in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet door tussenkomst van een of meer anderen, (telkens) opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of door misbruik van gezag, geweld en/of bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, te weten door (aan) een of meer tot op heden onbekend gebleven verdacht(en),

  • aan te geven dat dit adres het adres is waarop geschoten dient te worden, en/of

  • dat dit adres een nieuw doelwit is, en/of

  • een geldbedrag te overhandigen en/of in het vooruitzicht te stellen;

(artikel 287 WvSr, art. 289 WvSr, art. 301 WvSr, art. 302 WvSr, art. 45 WvSr, art. 47 WvSr)

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks de periode van 23 januari 2021 tot en met 27 januari 2021, te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade,ter uitvoering van het door verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) voorgenomen misdrijf om een of meer perso(o)n(en) aanwezig in/rond/boven het pand gelegen aan de [adres 4] te Rotterdam opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, na kalm beraad en rustig overleg,- naar voornoemd pand toe is gegaan, en/of- meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen voornoemd pand heeft/hebben beschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; (artikel 287 WvSr, art. 289 WvSr, art. 301 WvSr, art. 302 WvSr, art. 45 WvSr, art. 47 WvSr)

meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op of omstreeks de periode van 23 januari 2021 tot en met 27 januari 2021 te Rotterdam, althans elders in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten een pand gelegen aan de [adres 4] te Rotterdam, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of onklaar gemaakt; (artikel 352 WvSr)

5 verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 28 februari 2021, te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, ter uitvoering van het door verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, na kalm beraad en rustig overleg,

  • heeft gecommuniceerd over het adres en auto van voornoemd slachtoffer, en/of

  • heeft gecommuniceerd over op welk lichaamsdeel geschoten dient te worden,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,

welk feit verdachte in of omstreeks de periode van 25 februari 2021 tot en met 1 maart 2021 te Amsterdam, in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet door tussenkomst van een of meer anderen, (telkens) opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of door misbruik van gezag, geweld en/of bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, te weten door (aan) een of meer tot op heden onbekend gebleven verdacht(en),

  • door te geven dat verdachte voornoemd slachtoffer ‘’even 1 wil geven in zijn benen

of wil helemaal de kk in wil laten slaan’’, als straf, en/of

  • het adres van voornoemd slachtoffer door te sturen, en/of

  • een geldbedrag te overhandigen en/of in het vooruitzicht te stellen ten behoeve

van de uitvoering; (artikel 287 WvSr, art. 289 WvSr, art. 301 WvSr, art. 302 WvSr, art. 45 WvSr, art. 47 WvSr)

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 28 februari 2021, te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, ter uitvoering van het door verdachte en/of een of meerdere tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, na kalm beraad en rustig overleg,

  • heeft gecommuniceerd over het adres en auto van voornoemd slachtoffer, en/of

  • heeft gecommuniceerd over op welk lichaamsdeel geschoten dient te worden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

(artikel 287 WvSr, art. 289 WvSr, art. 301 WvSr, art. 302 WvSr, art. 45 WvSr, art. 47 WvSr)

6 hij op één of meerdere tijdstippen of omstreeks de periode van 7 januari 2020 tot en met 1 mei 2020, te Zuid-Amerika en/of Rotterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen, (ongeveer) 475,9 kilogram cocaïne, in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, althans cocaïne, als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (onder andere) meermalen, althans eenmaal, een of meerdere (encryptische) (chat-)gesprekken gevoerd waarin (onder meer) wordt gesproken over

  • de vaarroute van het schip en/of de juiste coördinaten waar het schip moet

worden geladen, en/of

  • de bemanning van het schip, waarbij verdachte een tweede kapitein voor het schip

heeft geregeld, deze heeft voorgesteld aan zijn mededaders en een ontmoeting tussen hen heeft georganiseerd, waarbij verdachte heeft verzocht om een wapen voor de kapitein te regelen, hem geld te geven en goed voor hem te zorgen, en/of

  • over de hoeveelheid blokken en/of stempels op deze blokken, en/of

  • over de manier van verpakken van deze blokken verdovende middelen en op

welke plaats deze op het schip moeten worden geplaatst, en/of

  • over de betalingen voor het transport van de blokken cocaïne, waarbij verdachte

heeft aangegeven dat hij 250.000 euro extra moet betalen, terwijl de uitvoering van de/dat voorgenomen misdrijven/misdrijf niet is voltooid;

en/of hij op één of meerdere tijdstippen of omstreeks de periode van 7 januari 2020 tot en met 1 mei 2020, te Zuid-Amerika en/of Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (ongeveer) 475,9 kilogram cocaïne, in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, althans cocaïne, als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; Artikel 2 ahf/onder A Opiumwet Artikel 47 lid 1hf/sub 1 Wetboek van Strafrecht Artikel 10 lid 4 Opiumwet ( art 10 lid 5 Opiumwet, art 2 ahf/ond A Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op één of meerdere tijdstippen of omstreeks de periode van 7 januari 2020 tot en met 1 mei 2020, te Zuid-Amerika en/of Rotterdam, althans in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten:

  • het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of

  • het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of

  • het opzettelijk vervaardigen

van één of meer hoeveelhe(i)de(en) van ongeveer 475,9 kilogram cocaïne, althans een (grote) hoeveelheid, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden en/of te bevorderen,

  • een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te

doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of

  • zich of een of meer ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot

het plegen van dat/die feit(en) heeft verschaft/getracht te verschaffen, en/of

  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen

voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit

immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (onder andere) meermalen, althans eenmaal, een of meerdere (encryptische)(chat-)gesprekken gevoerd waarin wordt (onder meer) gesproken over:

  • de vaarroute van het schip en/of de juiste coördinaten waar het schip moet

worden geladen, en/of

  • de bemanning van het schip, waarbij verdachte een tweede kapitein voor het schip

heeft geregeld, deze heeft voorgesteld aan zijn mededaders en een ontmoeting tussen hen heeft georganiseerd, waarbij verdachte heeft verzocht om een wapen voor de kapitein te regelen, hem geld te geven en goed voor hem te zorgen, en/of

  • over de hoeveelheid blokken en/of stempels op deze blokken, en/of

  • over de manier van verpakken van deze blokken verdovende middelen en op

welke plaats deze op het schip moeten worden geplaatst, en/of

  • over de betalingen voor het transport van de blokken cocaïne, waarbij verdachte

heeft aangegeven dat hij 250.000 euro extra moet betalen; (art. 10a Opiumwet, Artikel 47 lid 1hf/sub 1 Wetboek van Strafrecht) ( art 10a lid 1 ahf/sub 1 alinea Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 2 alinea Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 3 alinea Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)