Artikel 14e (Dadelijke uitvoerbaarheid voorwaarden en toezicht)
De rechter kan bij zijn uitspraak, ambtshalve of op vordering van het openbaar ministerie, bevelen dat de op grond van artikel 14c gestelde voorwaarden en hierop uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn, indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Uitleg in duidelijke taal
De rechter kan bij zijn uitspraak, ambtshalve of op vordering van het openbaar ministerie, bevelen dat de op grond van artikel 14c gestelde voorwaarden en hierop uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn, indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Dit artikel stelt dat de rechter bij zijn uitspraak, hetzij ambtshalve, hetzij op vordering van het openbaar ministerie, kan bevelen dat de op grond van artikel 14c gestelde voorwaarden en het hierop uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn. Een dergelijk bevel kan de rechter geven indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:HR:2025:835 - Hoge Raad scherpt motiveringseis voor dadelijke uitvoerbaarheid bijzondere voorwaarden aan - 1 juli 2025
De rechter moet een bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van bijzondere voorwaarden (art. 14e Sr) specifiek motiveren. Uit de motivering moet zonder meer blijken dat ernstig rekening moet worden gehouden met het gevaar dat de veroordeelde opnieuw een gewelds- of zedenmisdrijf zal begaan.
ECLI:NL:PHR:2025:972 - Parket bij de Hoge Raad - 9 september 2025
ECLI:NL:GHSHE:2025:2518 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 10 september 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:5764 - Rechtbank Amsterdam - 6 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:4577 - Rechtbank Oost-Brabant - 15 juli 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:6499 - Rechtbank Amsterdam - 2 september 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5858 - Veroordeling vuilnisman voor dodelijk ongeval na drugsgebruik - 22 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een chauffeur van de vuilniswagen die onder invloed van amfetamine een fietser overreed, zeer onoplettend en onvoorzichtig heeft gereden. De bestuurder had ondanks langdurig en vrij zicht de fietser niet opgemerkt, wat in combinatie met het drugsgebruik een zware mate van schuld oplevert.
ECLI:NL:RBAMS:2025:6904 - Veroordeling masseur voor verkrachting en aanranding tijdens massagebehandelingen - 19 september 2025
Een masseur is door de Rechtbank Amsterdam veroordeeld voor gekwalificeerde opzetverkrachting en vier aanrandingen. De rechtbank oordeelt dat de kwetsbare positie van de slachtoffers tijdens de massage en het misbruik van vertrouwen als dwang kwalificeren. Voor één feit wordt schakelbewijs op basis van de modus operandi gebruikt.
ECLI:NL:RBNNE:2025:3818 - Rechtbank beoordeelt onderscheid tussen mishandeling en poging tot zware mishandeling - 19 september 2025
De Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat vuistslagen in het gezicht, ondanks een gebroken neus, niet kwalificeren als een poging tot zware mishandeling. Voorwaardelijk opzet wordt niet aangenomen, omdat het letsel beperkt herstel vergde zonder medische ingreep. De handelingen worden gekwalificeerd als eenvoudige mishandeling.
ECLI:NL:RBAMS:2025:6700 - Ronselen jonge uitvoerders en medeplegen van twee explosies door tussenpersoon - 12 september 2025
Rechtbank Amsterdam veroordeelt een 20-jarige man voor het medeplegen van twee explosies en een bedreiging. Zijn substantiële bijdrage, waaronder het ronselen van uitvoerders en regelen van cobra's, volstaat voor medeplegen, ook al is zijn precieze rol bij de tweede explosie onduidelijk. Adolescentenstrafrecht wordt niet toegepast.