Artikel 217 (Voeging en tussenkomst in geding)
Ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding, kan vorderen zich daarin te mogen voegen of daarin te mogen tussenkomen.
Uitleg in duidelijke taal
Ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding, kan vorderen zich daarin te mogen voegen of daarin te mogen tussenkomen.
Dit betekent letterlijk: Eenieder die een belang heeft bij een geding dat aanhangig is tussen andere partijen, kan vorderen om zich in dat geding te mogen voegen of om daarin te mogen tussenkomen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBNHO:2025:10368 - Rechtbank Noord-Holland - 30 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:18118 - Rechtbank Den Haag - 1 oktober 2025
ECLI:NL:PHR:2025:947 - Parket bij de Hoge Raad - 5 september 2025
ECLI:NL:HR:2025:1534 - Hoge Raad - 10 oktober 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2340 - Gerechtshof Amsterdam - 9 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:16611 - Rechtbank Den Haag - 5 september 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:10366 - Rechtbank Noord-Holland - 6 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:5097 - Rechtbank Midden-Nederland - 24 september 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:6632 - Rechtbank Amsterdam - 26 augustus 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2197 - Gerechtshof Amsterdam - 19 augustus 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:5590 - Rechtbank Gelderland - 14 juli 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1544 - Gerechtshof Den Haag - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:12904 - Rechtbank Den Haag - 2 juli 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:5768 - Hof: Strikte ontvankelijkheidseisen collectieve actie gelden ook voor vordering tot voeging - 23 september 2025
Het hof verklaart MOB niet ontvankelijk in haar collectieve vordering tot voeging, omdat zij niet heeft voldaan aan de stelplicht uit artikel drie van titel vijf BW. Deze ontvankelijkheidseisen, inclusief de specifieke eisen voor kort geding, zijn van overeenkomstige toepassing op een incidentele conclusie tot voeging.