Terug naar bibliotheek
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2340 - Gerechtshof Amsterdam - 9 september 2025

Arrest

ECLI:NL:GHAMS:2025:23409 september 2025

Rechtsgebieden

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht

Arrest inhoud

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.343.062/01

zaaknummer rechtbank Amsterdam : 10071067 CV EXPL 22-11107 en 10071195 CV EXPL 22-11108

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 9 september 2025

inzake

1 [appellant 1] ,

wonende te [plaats 1] (Italië), 2. [appellant 2] , wonende te [plaats 2] (Verenigde Staten), eisers in het voegingsincident, advocaat: mr. P. de Ruiter te Amsterdam ,

in de zaak van

1 [geïntimeerde 1]

wonende te [plaats 3] ,

wonende te [plaats 4] , gemeente Drechterland,

wonende te [plaats 5] , gemeente Bloemendaal,

wonende te [plaats 6] , gemeente Gooise Meren,

wonende te [plaats 7] ,

wonende te [plaats 8] , gemeente De Ronde Venen,

wonende te [plaats 9] (Spanje),

wonende te [plaats 10] ,

wonende te [plaats 11] , gemeente Waterland,

wonende te [plaats 12] , gemeente Velsen,

wonende te [plaats 13] (Spanje),

wonende te [plaats 14] ,

wonende te [plaats 15] (Turkije),

wonende te [plaats 16] ,

wonende te [plaats 17] , gemeente Stichtse Vecht,

wonende te [plaats 18] , gemeente Gilze en [plaats 18] ,

wonende te [plaats 19] (Spanje),

wonende te [plaats 20] ,

wonende te [plaats 21] ,

wonende te [plaats 22] , gemeente Rijssen- [plaats 22] ,

wonende te [plaats 23] ,

wonende te [plaats 24] ,

wonende te [plaats 25] ,

wonende te [plaats 26] , gemeente Haarlemmermeer,

wonende te [plaats 27] ,

wonende te [plaats 28] (België),

wonende te [plaats 29] , gemeente Renkum,

wonende te [plaats 30] , gemeente [plaats 25] ,

wonende te [plaats 31] ,

wonende te [plaats 32] (North Carolina) (Verenigde Staten van Amerika),

wonende te [plaats 33] ,

wonende te [plaats 34] ,

wonende te [plaats 35] ,

wonende te [plaats 36] , gemeente Tilburg,

wonende te [plaats 37] ,

wonende te [plaats 38] , gemeente Schagen,

wonende te [plaats 39] (Duitsland),

wonende te [plaats 40] (Italië),

wonende te [plaats 41] ,

wonende te [plaats 42] ,

wonende te [plaats 43] , gemeente Maasdriel,

wonende te [plaats 44] ,

wonende te [plaats 45] ,

wonende te [plaats 46] ,

wonende te [plaats 47] ,

wonende te [plaats 48] , gemeente Bodegraven-Reeuwijk,

wonende te [plaats 49] , gemeente Gouda,

wonende te [plaats 31] ,

wonende te [plaats 50] (Noord-Macedonië),

wonende te [plaats 16] ,

wonende te [plaats 6] , gemeente Gooische Meren,

wonende te [plaats 7] ,

wonende te [plaats 51] ,

wonende te [plaats 52] , gemeente Zuidwest-Friesland,

wonende te [plaats 53] , gemeente Stein,

wonende te [plaats 54] (België),

wonende te [plaats 47] ,

wonende te [plaats 21] ,

wonende te [plaats 16] ,

wonende te [plaats 55] ,

wonende te [plaats 47] ,

wonende te [plaats 16] ,

wonende te [plaats 26] , gemeente Haarlemmermeer,

wonende te [plaats 37] ,

65. [geïntimeerde 65] (voorheen genaamd:[geïntimeerde 65]

[geïntimeerde 65] ), wonende te [plaats 56] (Frankrijk),

wonende te [plaats 57] , gemeente [plaats 68] ,

wonende te [plaats 58] ,

wonende te [plaats 59] (Zuid-Afrika),

wonende te [plaats 37] ,

wonende te [plaats 60] , gemeente Leeuwarden,

wonende te [plaats 16] ,

wonende te [plaats 61] ,

wonende te [plaats 62] (Qatar),

wonende te [plaats 7] ,

wonende te [plaats 44] ,

wonende te [plaats 87] , gemeente Breda,

wonende te [plaats 52] , gemeente Zuidwest-Friesland,

wonende te [plaats 63] (Verenigd Koninkrijk),

wonende te [plaats 42] ,

wonende te [plaats 7] ,

wonende te [plaats 64] ,

wonende te [plaats 65] (Duitsland),

wonende te [plaats 66] , gemeente Noordoostpolder,

wonende te [plaats 55] ,

wonende te [plaats 67] , gemeente Renkum,

wonende te [plaats 68] ,

wonende te [plaats 69] ,

wonende te [plaats 70] ,

wonende te [plaats 71] (Canada),

wonende te [plaats 72] , gemeente Bloemendaal,

wonende te [plaats 73] , gemeente Katwijk,

wonende te [plaats 74] , gemeente Krimpenerwaard,

wonende te [plaats 75] , gemeente Zaanstad,

wonende te [plaats 77] ,

wonende te [plaats 76] , gemeente Oost-Gelre,

wonende te [plaats 21] ,

wonende te [plaats 16] ,

wonende te [plaats 37] ,

wonende te [plaats 78] , 100. [geïntimeerde 100] , wonende te [plaats 79] , gemeente Eijsden-Margraten, 101. [geïntimeerde 101] , wonende te [plaats 42] , 102. [geïntimeerde 102] , wonende te [plaats 16] , 103. [geïntimeerde 103] , wonende te [plaats 16] , 104. [geïntimeerde 104] , wonende te [plaats 52] , gemeente Zuidwest-Friesland, 105. [geïntimeerde 105] , wonende te [plaats 80] (Italië), 106. [geïntimeerde 106] , wonende te [plaats 37] , 107. [geïntimeerde 107] , wonende te [plaats 58] , 108. [geïntimeerde 108] , wonende te [plaats 81] , gemeente Waadhoeke, 109. [geïntimeerde 109] , wonende te [plaats 82] , 110. [geïntimeerde 110] , wonende te [plaats 55] , 111. [geïntimeerde 111] , wonende te [plaats 83] , 112. [geïntimeerde 112] , wonende te [plaats 61] , 113. [geïntimeerde 113] , wonende te [plaats 16] , 114. [geïntimeerde 114] , wonende te [plaats 84] , 115. [geïntimeerde 115] , wonende te [plaats 85] , gemeente Altena, 116. [geïntimeerde 116] , wonende te [plaats 86] , gemeente Leidschendam-Voorburg, appellanten in de hoofdzaak, verweerders in het voegingsincident, advocaat: mr. M.A. de Jager te Rotterdam,

tegen

1 KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V.,

gevestigd te Amstelveen , geïntimeerde in de hoofdzaak, verweerster in het voegingsincident, advocaat: mr. J.M. van Slooten te Amsterdam ,

2 VERENIGING NEDERLANDSE VERKEERSVLIEGERS,

gevestigd te Badhoevedorp, geïntimeerde in de hoofdzaak, verweerster in het voegingsincident, advocaat: mr. W.P. Wijers te Amsterdam .

Partijen worden hierna [appellanten] , de vrachtvliegers, KLM en VNV genoemd.

1 Het geding in hoger beroep

Op 4 maart 2025 heeft het hof een tussenarrest (in de incidentele vordering tot afschrift van en/of inzage in bescheiden ex artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) gewezen, waarnaar het hof verwijst en waarin het procesverloop tot die datum is vermeld.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

­ memorie van grieven, met producties;

­ incidentele conclusie tot voeging ex artikel 217 juncto 353 Rv van [appellanten] , met een productie; ­ akte in het voegingsincident van KLM; ­ akte in het voegingsincident van VNV.

[appellanten] hebben gevorderd dat zij als gevoegde partijen aan de zijde van de vrachtvliegers zullen worden toegelaten in de hoofdzaak, teneinde hun belang in deze procedure te behartigen en het standpunt van de vrachtvliegers te ondersteunen.

KLM en VNV hebben geconcludeerd tot afwijzing van de incidentele vordering, met veroordeling van [appellanten] in de kosten van het voegingsincident.

De vrachtvliegers hebben het hof desgevraagd bericht geen bezwaar te hebben tegen het verzoek tot voeging en zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.

Ten slotte is arrest gevraagd in het incident.

2 Beoordeling

In het incident

2.1 [appellanten] hebben ex artikel 217 Rv jo. artikel 353 Rv voeging gevorderd aan de zijde van de vrachtvliegers. Zij hebben daartoe – samengevat weergegeven – aangevoerd dat zij het risico lopen dat het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 11 januari 2024, onder bovenvermelde zaaknummers gewezen tussen onder andere de vrachtvliegers als eisers en KLM en VNV als gedaagden (hierna: het bestreden vonnis), jegens [appellanten] kracht van gewijsde verkrijgt, met alle nadelige gevolgen van dien. Het feit dat [appellanten] in eerste aanleg procespartij waren en zelf geen hoger beroep hebben ingesteld tegen het vonnis voor zover op hun vorderingen gewezen, staat niet aan voeging in de weg. [appellanten] wensen geen eigen grieven aan te voeren, maar louter het standpunt van de vrachtvliegers te ondersteunen. Daarmee blijft hun deelname beperkt tot een procesondersteunende rol, aldus [appellanten]

2.2 VNV en KLM hebben bezwaar gemaakt tegen voeging, stellende dat [appellanten] in het bestreden vonnis hebben berust en geen hoger beroep hebben ingesteld. Het in het bestreden vonnis bepaalde heeft hierdoor gezag van gewijsde tussen VNV, KLM en [appellanten] De rechtspositie tussen hen is bindend vastgesteld en [appellanten] hebben daardoor geen belang bij voeging. Bovendien is niet voldaan aan het vereiste dat de rechtspositie van [appellanten] nadelig kan worden beïnvloed door een uitspraak van dit hof in de onderhavige zaak tussen de vrachtvliegers enerzijds en KLM en VNV anderzijds. Ten slotte verzet de goede procesorde zich tegen voeging omdat het verzoek de facto neerkomt op een verkapt hoger beroep, nu [appellanten] zich proberen aan te sluiten bij de grieven van de vrachtvliegers teneinde een positieve uitspraak ook op hen van toepassing te laten zijn, aldus VNV en KLM.

2.3 Het hof stelt voorop dat een ieder die belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding, kan vorderen zich daarin te mogen voegen (art. 217 Rv). Voor het aannemen van een zodanig belang is voldoende dat de partij die voeging vordert, nadelige gevolgen kan ondervinden van een uitkomst van de procedure die ongunstig is voor de partij aan wier zijde zij zich voegt. Onder nadelige gevolgen zijn in dit verband te verstaan de feitelijke of juridische gevolgen die de toe- dan wel afwijzing van de in die procedure ingestelde vordering of het gezag van gewijsde van in de uitspraak in die procedure gegeven eindbeslissingen zal kunnen hebben voor degene die de voeging vordert.

2.4 De bevoegdheid van een procespartij om een rechtsmiddel aan te wenden, sluit niet uit dat die partij een gerechtvaardigd belang erbij kan hebben om louter door middel van een vordering tot voeging in de volgende instantie betrokken te blijven bij het geding en het standpunt van de partij aan wier zijde zij zich voegt te ondersteunen door aanvoering van nadere argumenten. Wel kan een vordering tot voeging worden afgewezen wegens strijd met de eisen van een goede procesorde of wegens misbruik van procesrecht.

2.5 [appellanten] hebben als juridisch belang aangevoerd dat zij het risico lopen dat het bestreden vonnis jegens hen kracht van gewijsde (het hof neemt aan dat bedoeld is gezag van gewijsde) verkrijgt, met alle nadelige gevolgen van dien, maar die stelling houdt geen stand. Doordat [appellanten] in het bestreden vonnis hebben berust en geen hoger beroep hebben ingesteld heeft hetgeen in het bestreden vonnis is beslist reeds gezag van gewijsde tussen VNV, KLM en [appellanten]

2.6 Als feitelijk belang hebben [appellanten] slechts aangevoerd dat een voeging juist in het (proces)belang van KLM is omdat KLM in eerste aanleg zelf heeft betoogd dat het noodzakelijk is om voor de gehele groep vliegers tot een bindend oordeel te komen. Dit is evenwel geen zelfstandig belang van [appellanten] hebben niet duidelijk gemaakt welke nadelige gevolgen zij kunnen ondervinden van een uitkomst van de procedure die ongunstig is voor de vrachtvliegers. Er is door [appellanten] dus geen eigen feitelijk belang bij de voeging gesteld.

2.7 Gelet op het ontbreken van een eigen belang van [appellanten] zal de incidentele vordering tot voeging worden afgewezen. [appellanten] zijn in de incidentele vordering in het ongelijk gesteld en zullen daarom worden veroordeeld in de proceskosten van het incident, zowel gemaakt door VNV als door KLM.

In de hoofdzaak

2.8 Het hof zal de zaak naar de rol van 21 oktober 2025 verwijzen voor het nemen van een memorie van antwoord aan de zijde van KLM.

3 Beslissing

Het hof:

in het incident

wijst de incidentele vordering van [appellanten] tot voeging af;

veroordeelt [appellanten] in de kosten van het incident, bepaald aan de zijde van KLM op € 607,- en aan de zijde van VNV op € 607,-.

in de hoofdzaak:

verwijst de zaak naar de rol van 21 oktober 2025 voor memorie van antwoord aan de zijde van KLM;

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit arrest is gewezen door mrs. I.A. van der Burg, H.T. van der Meer en G.C. Boot en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 9 september 2025.