Artikel 13b
1. De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in een woning of lokaal of op een daarbij behorend erf:
a. een middel als bedoeld in lijst I of II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, of een substantie die deel uitmaakt van een stofgroep als bedoeld in lijst IA of een preparaat daarvan, met uitzondering van de middelen bedoeld in artikel 2a, tweede lid, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is; b. een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, of artikel 11a voorhanden is.
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of erven als bedoeld in het eerste lid, gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of de diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen, tandartsen of dierenartsen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RVS:2025:3414 - Raad van State - 23 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:2922 - Raad van State - 16 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6014 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 28 augustus 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:16574 - Rechtbank Den Haag - 4 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5896 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 2 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:16663 - Rechtbank Den Haag - 4 september 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:7343 - Rechtbank Gelderland - 29 augustus 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11340 - Sluiting pand met versnijdingsmiddelen: bevoegdheid burgemeester op basis van feitelijke situatie - 26 september 2025
De rechtbank Rotterdam oordeelt dat een burgemeester bevoegd is een pand te sluiten op grond van artikel 13b Opiumwet bij de vondst van voorbereidingshandelingen. Voor deze bevoegdheid is de objectieve feitelijke situatie, zoals de combinatie van aangetroffen goederen, doorslaggevend, niet de subjectieve wetenschap van de exploitant.
ECLI:NL:RBZWB:2025:5390 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 14 augustus 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9161 - Rechtbank Rotterdam - 25 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:10243 - Rechtbank Noord-Holland - 3 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6724 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 8 oktober 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6273 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 16 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5361 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 11 augustus 2025
ECLI:NL:RVS:2025:2923 - Raad van State - 16 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3266 - Raad van State - 16 juli 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:9508 - Rechtbank Limburg - 1 oktober 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6101 - Woningsluiting na vier maanden door tijdsverloop niet langer geschikt en noodzakelijk - 12 september 2025
De voorzieningenrechter schorst een woningsluiting op grond van artikel 13b Opiumwet omdat na vier maanden de noodzaak en geschiktheid ontbreken. Door het tijdsverloop en het gebrek aan concrete aanwijzingen voor handel of overlast, wordt aangenomen dat de openbare orde reeds is hersteld.