Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 14. Het gezag over minderjarige kinderen
Afdeling 2. Ouderlijk gezag
§ 1. Het gezamenlijk gezag van ouders binnen en buiten huwelijk en het gezag van één ouder na scheiding
Artikel 251a

Artikel 251a (Eenhoofdig gezag na scheiding)

Laatste versie

1. De rechter kan na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed op verzoek van de ouders of van één van hen bepalen dat het gezag over een kind aan één ouder toekomt indien:

a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of b. wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.

2. De beslissing op grond van het eerste lid wordt gegeven bij de beschikking houdende scheiding van tafel en bed, echtscheiding dan wel ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed of bij latere beschikking.

3. Indien een beslissing op grond van het eerste lid niet alle kinderen der echtgenoten betrof, vult de rechtbank haar aan op verzoek van een van de ouders, van de raad voor de kinderbescherming of ambtshalve.

4. De rechter kan, indien hem blijkt dat de minderjarige van twaalf jaar of ouder hierop prijs stelt, ambtshalve een beslissing geven op de voet van het eerste lid. Hetzelfde geldt indien de minderjarige de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter kan na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed op verzoek van de ouders of van één van hen bepalen dat het gezag over een kind aan één ouder toekomt indien:

Dit betekent dat de rechter, na de beëindiging van een huwelijk (niet door overlijden) of na een scheiding van tafel en bed, kan beslissen dat het gezag over een kind aan slechts één ouder wordt toegekend. Dit gebeurt op verzoek van beide ouders of van één van hen, en alleen als aan specifieke voorwaarden is voldaan:

a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of

Dit is het geval indien er een onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders (dat wil zeggen: ernstig zou lijden onder de conflicten tussen de ouders) en als het niet te verwachten is dat deze situatie binnen afzienbare tijd (op korte termijn) voldoende zal verbeteren, of

b. wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.

Dit is ook het geval indien een wijziging van het gezag op een andere manier noodzakelijk is in het belang van het kind.

2. De beslissing op grond van het eerste lid wordt gegeven bij de beschikking houdende scheiding van tafel en bed, echtscheiding dan wel ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed of bij latere beschikking.

De beslissing die op basis van het eerste lid wordt genomen, wordt vastgelegd in de officiële rechterlijke uitspraak (beschikking) die de scheiding van tafel en bed, de echtscheiding, of de ontbinding van het huwelijk na een scheiding van tafel en bed regelt, of in een aparte rechterlijke uitspraak (latere beschikking) die op een later moment wordt gedaan.

3. Indien een beslissing op grond van het eerste lid niet alle kinderen der echtgenoten betrof, vult de rechtbank haar aan op verzoek van een van de ouders, van de raad voor de kinderbescherming of ambtshalve.

Als een beslissing die op grond van het eerste lid is genomen niet gold voor alle kinderen van de echtgenoten, dan vult de rechtbank deze beslissing aan. Dit kan gebeuren op verzoek van één van de ouders, op verzoek van de raad voor de kinderbescherming, of de rechtbank kan dit uit eigen beweging (ambtshalve) doen.

4. De rechter kan, indien hem blijkt dat de minderjarige van twaalf jaar of ouder hierop prijs stelt, ambtshalve een beslissing geven op de voet van het eerste lid. Hetzelfde geldt indien de minderjarige de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake.

De rechter heeft de mogelijkheid om uit eigen beweging (ambtshalve) een beslissing te nemen zoals beschreven in het eerste lid, als blijkt dat een minderjarig kind van twaalf jaar of ouder dit wenst (hierop prijs stelt). Dit geldt eveneens als het minderjarige kind nog geen twaalf jaar is, maar wel in staat wordt geacht om zijn of haar eigen belangen in deze specifieke zaak (ter zake) op een redelijke manier te beoordelen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

36 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:1047 - Parket bij de Hoge Raad - 26 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:104726 september 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:5750 - Rechtbank Gelderland - 21 juli 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:575021 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4045 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 30 juni 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:404530 juni 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:6695 - Rechtbank Gelderland - 11 augustus 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:669511 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:3990 - Rechtbank Midden-Nederland - 17 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:399017 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:1810 - Gerechtshof Amsterdam - 15 juli 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:181015 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:5625 - Rechtbank Gelderland - 15 juli 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:562515 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4812 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:48121 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17220 - Rechtbank beëindigt gezamenlijk gezag en wijst omgangsregeling af vanwege problematiek vader - 12 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1722012 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank kent het eenhoofdig gezag toe aan de moeder omdat de vader hiermee instemt en het niet in strijd is met het belang van het kind. Een omgangsregeling wordt afgewezen vanwege de ernstige persoonlijke problematiek van de vader en de spanning die contact bij het kind oproept.

Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17510 - Rechtbank Den Haag - 2 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:175102 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:7386 - Rechtbank Gelderland - 28 augustus 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:738628 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16943 - Rechtbank Den Haag - 20 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1694320 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3601 - Rechtbank Noord-Nederland - 15 augustus 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:360115 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5406 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 13 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:540613 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15319 - Rechtbank Den Haag - 12 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1531912 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4266 - Rechtbank Midden-Nederland - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:42666 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5531 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 30 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:553130 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:9484 - Rechtbank Rotterdam - 29 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:948429 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:4627 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 24 juli 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:462724 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4864 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 23 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:486423 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht