Terug naar bibliotheek
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4266 - Rechtbank Midden-Nederland - 6 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBMNE:2025:42666 augustus 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Familierecht

Locatie Utrecht

Zaaknummer: C/16/594672 / FO RK 25-707

Gezag

Beschikking van 6 augustus 2025

in de zaak van:

[vader], wonende in [woonplaats] , hierna te noemen: de vader, advocaat mr. A.G. Ouwejan,

tegen

[moeder], wonende in [woonplaats] , hierna te noemen: de moeder, advocaat mr. H.S.K. Jap-A-Joe.

1 De procedure

1.1. De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:

1.2. Het verzoek is (gelijktijdig met de behandeling van het verzoek onder zaaknummer C/16/596145 / JE RK 25-1044) besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 25 juli 2025. Daarbij waren aanwezig:

1.3. De kinderrechter heeft aan de gezinscoach van de moeder van Stap Sterk, [C] , bijzondere toegang tot de zittingszaal verleend.

1.4. De rechtbank heeft aan [minderjarige] gevraagd wat hij van het verzoek vindt. [minderjarige] heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zijn mening te geven.

2 Waar de procedure over gaat

2.1. De ouders hebben een relatie met elkaar gehad.

2.2. Zij zijn de ouders van: [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2016 in [geboorteplaats] . [minderjarige] woont bij de vader.

2.3. De ouders hebben samen het gezag over [minderjarige] . Dat betekent dat zij samen de belangrijke beslissingen over hem nemen.

2.4. Bij beschikking van 14 februari 2023 is [minderjarige] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 14 augustus 2026.

2.5. De vader heeft verzocht te bepalen dat hij voortaan alleen het gezag over [minderjarige] uitoefent.

2.6. De moeder is het niet eens met het verzoek van de vader. Zij heeft verzocht om dit verzoek af te wijzen.

3 De beoordeling

De beslissing 3.1. De rechtbank beslist dat de vader voortaan alleen het gezag over [minderjarige] heeft. Dit betekent dat de vader voortaan alleen de beslissingen over [minderjarige] mag nemen. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot deze beslissing is gekomen.

Gezag

3.2. Op grond van artikel 1:251a lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank het gezag van een ouder beëindigen als zij dit in het belang van het kind noodzakelijk vindt. Dat is hier het geval. De moeder heeft haar leven al een lange tijd niet op orde. Zij heeft het afgelopen jaar een terugval in drugsgebruik gehad en is ten tijde van de zitting opgenomen bij [instelling] vanwege een suïcidepoging. Het gedrag van de moeder zorgt voor veel spanningen tussen de ouders. Er is op dit moment geen communicatie of samenwerking tussen de ouders mogelijk. In het - met behulp van de GI - door de ouders opgestelde ouderschapsplan is daarom opgenomen dat er geen direct contact plaatsvindt tussen de ouders. Voor het maken van gezamenlijke gezagsbeslissingen is daarom altijd de betrokkenheid van de jeugdbeschermer of de ambulant begeleider van de moeder nodig. De rechtbank is het met de GI eens dat het beëindigen van het gezag van de moeder geen oplossing zal bieden voor de verstoorde relatie tussen de ouders, maar dat neemt niet weg dat er voor uitoefening van het gezamenlijk gezag een minimale vorm van communicatie tussen de ouders nodig is. Die is er nu niet en er bestaat ook geen aanleiding om te veronderstellen dat dat dit in de toekomst zal veranderen omdat er sprake is van een patroon van instabiliteit bij de moeder. Dat zou betekenen dat er altijd hulpverlening nodig blijft om gezagsbeslissingen te kunnen nemen. Dat kan niet de bedoeling van de wetgever zijn geweest. Daarom kan de vader de beslissingen beter alleen nemen. De rechtbank verwacht dat er hierdoor meer rust ontstaat. De vader is de stabiele factor in het leven van [minderjarige] en [minderjarige] ontwikkelt zich goed bij de vader. Bovendien is de omgang tussen de [minderjarige] en de moeder de afgelopen tijd meerdere keren opgeschort geweest. In die periodes kan de moeder geen zelfstandige visie vormen op wat in het belang van [minderjarige] is als er gezagsbeslissingen over hem genomen moeten worden.

3.3. De moeder is bang dat zij bij beëindiging van haar gezag een minder grote rol zal spelen in het leven van [minderjarige] . De rechtbank benadrukt dat de moeder altijd de moeder van [minderjarige] zal blijven. Daarnaast heeft de vader een wettelijke plicht om de moeder te blijven informeren over de belangrijke zaken in het leven van [minderjarige] en heeft de vader tijdens de zitting benadrukt dat hij de omgang tussen de moeder en [minderjarige] erg belangrijk vindt. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat de moeder ook zonder gezag een rol zal kunnen blijven spelen in het leven van [minderjarige] , in periodes waarin zij niet in crisis verkeert. De uitvoerbaarheid bij voorraad

3.4. De rechtbank zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is verzocht. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van de ouders hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de rechtbank geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.

De kosten van deze procedure

3.5. De rechtbank zal beslissen dat iedere ouder de eigen proceskosten betaalt, omdat zij geen reden ziet om één van de ouders in de proceskosten te veroordelen.

Hierna volgt de beslissing. De rechtbank gebruikt hier de begrippen uit de wet.

4 De beslissing

De rechtbank:

4.1. bepaalt dat het gezag over [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2016 in [geboorteplaats] vanaf nu alleen toekomt aan de vader;

4.2. verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;

4.3. bepaalt dat de ouders hun eigen proceskosten betalen.