Artikel 8:74 (Vergoeding griffierecht uitspraak bestuursrechter)
1. Indien de bestuursrechter het beroep gegrond verklaart, houdt de uitspraak tevens in dat aan de indiener van het beroepschrift het door hem betaalde griffierecht wordt vergoed door het bestuursorgaan.
2. In de overige gevallen kan de uitspraak inhouden dat het betaalde griffierecht door het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk wordt vergoed.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien de bestuursrechter het beroep gegrond verklaart, houdt de uitspraak tevens in dat aan de indiener van het beroepschrift het door hem betaalde griffierecht wordt vergoed door het bestuursorgaan.
Dit betekent dat als de bestuursrechter het beroep gegrond verklaart, de uitspraak ook inhoudt dat het bestuursorgaan het griffierecht dat door de indiener van het beroepschrift is betaald, zal vergoeden.
2. In de overige gevallen kan de uitspraak inhouden dat het betaalde griffierecht door het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk wordt vergoed.
Dit betekent dat in andere gevallen dan wanneer het beroep gegrond is verklaard, de uitspraak kan bepalen dat het bestuursorgaan het betaalde griffierecht geheel of gedeeltelijk vergoedt.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBNHO:2025:9492 - Rechtbank Noord-Holland - 14 augustus 2025
ECLI:NL:CBB:2025:532 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 30 september 2025
ECLI:NL:CBB:2025:534 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 30 september 2025
ECLI:NL:CBB:2025:535 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 30 september 2025
ECLI:NL:CBB:2025:544 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 30 september 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:6001 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 30 september 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:6024 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 30 september 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2600 - Gerechtshof Amsterdam - 23 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17430 - Motiveringsgebrek bij afwijzing herzieningsverzoek leidt niet tot inhoudelijke behandeling - 23 september 2025
De rechtbank oordeelt dat verweerder ten onrechte een nieuwe aanvraag eiste voor een herzieningsverzoek. Hoewel dit een motiveringsgebrek oplevert en het beroep gegrond is, blijven de rechtsgevolgen in stand omdat het herzieningsverzoek in de beroepsfase alsnog deugdelijk is afgewezen op basis van artikel 4:6 Awb.