Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.2. Behandeling van het beroep in eerste aanleg
Afdeling 8.2.6. Uitspraak
Artikel 8:67

Artikel 8:67 (Vereisten mondelinge uitspraak bestuursrechter)

Laatste versie

1. De bestuursrechter kan na de sluiting van het onderzoek ter zitting onmiddellijk mondeling uitspraak doen. De uitspraak kan voor ten hoogste een week worden verdaagd onder aanzegging aan partijen van het tijdstip van de uitspraak.

2. De mondelinge uitspraak bestaat uit de beslissing en de gronden van de beslissing.

3. Van de mondelinge uitspraak wordt door de griffier een proces-verbaal opgemaakt.

4. Het wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend. Bij verhindering van de voorzitter of de griffier wordt dit in het proces-verbaal vermeld.

5. De bestuursrechter spreekt de beslissing, bedoeld in het tweede lid, in het openbaar uit, in tegenwoordigheid van de griffier. Daarbij wordt vermeld door wie, binnen welke termijn en bij welke bestuursrechter welk rechtsmiddel kan worden aangewend.

6. De mededeling, bedoeld in het vijfde lid, tweede volzin, wordt in het proces-verbaal vermeld.

Uitleg in duidelijke taal

1. De bestuursrechter kan na de sluiting van het onderzoek ter zitting onmiddellijk mondeling uitspraak doen. De uitspraak kan voor ten hoogste een week worden verdaagd onder aanzegging aan partijen van het tijdstip van de uitspraak.

Dit lid bepaalt dat de bestuursrechter de bevoegdheid heeft om direct mondeling uitspraak te doen nadat het onderzoek ter zitting is afgesloten. Verder stelt dit lid dat de uitspraak met maximaal een week kan worden uitgesteld (verdaagd), waarbij de partijen op de hoogte moeten worden gesteld van het nieuwe tijdstip van de uitspraak.

2. De mondelinge uitspraak bestaat uit de beslissing en de gronden van de beslissing.

Dit lid specificeert dat de mondelinge uitspraak twee essentiële onderdelen bevat: de daadwerkelijke beslissing van de rechter en de gronden (de redenen) waarop die beslissing is gebaseerd.

3. Van de mondelinge uitspraak wordt door de griffier een proces-verbaal opgemaakt.

Dit lid stelt dat de griffier de verplichting heeft om een officieel schriftelijk verslag, een proces-verbaal, op te maken van de mondelinge uitspraak.

4. Het wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend. Bij verhindering van de voorzitter of de griffier wordt dit in het proces-verbaal vermeld.

Dit lid bepaalt dat het proces-verbaal (genoemd in lid 3) ondertekend moet worden door zowel de voorzitter als de griffier. Indien de voorzitter of de griffier niet in staat is te ondertekenen (verhindering), dan moet deze verhindering expliciet in het proces-verbaal worden genoteerd.

5. De bestuursrechter spreekt de beslissing, bedoeld in het tweede lid, in het openbaar uit, in tegenwoordigheid van de griffier. Daarbij wordt vermeld door wie, binnen welke termijn en bij welke bestuursrechter welk rechtsmiddel kan worden aangewend.

Dit lid schrijft voor dat de bestuursrechter de beslissing (zoals omschreven in het tweede lid) in het openbaar moet uitspreken. Dit moet gebeuren in aanwezigheid (in tegenwoordigheid) van de griffier. Tijdens deze openbare uitspraak moet ook worden meegedeeld door wie, binnen welke periode (termijn), en bij welke bestuursrechter een eventueel rechtsmiddel (zoals hoger beroep) kan worden ingesteld (aangewend).

6. De mededeling, bedoeld in het vijfde lid, tweede volzin, wordt in het proces-verbaal vermeld.

Dit lid bepaalt dat de informatie over de rechtsmiddelen (de mededeling zoals beschreven in de tweede volzin van het vijfde lid) ook opgenomen moet worden in het proces-verbaal.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

27 uitspraken gevonden
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4636 - Raad van State - 29 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:463629 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4637 - Raad van State - 29 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:463729 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4638 - Raad van State - 29 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:463829 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4613 - Raad van State - 25 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:461325 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4697 - Raad van State - 25 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:469725 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4698 - Raad van State - 25 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:469825 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4507 - Aanwijzing locatie voor afvalcontainer ondanks verkeersrisico en advies hulpdiensten - 18 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:450718 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat een college een locatie voor een ondergrondse afvalcontainer mocht aanwijzen, ondanks verkeershinder en ondanks dat de locatie op een hoofdroute voor hulpdiensten ligt. Het college heeft beleidsruimte en de beperkte, kortdurende hinder weegt niet op tegen de met de plaatsing te dienen doelen.

BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4385 - Schadefonds Geweldsmisdrijven: bewijslast slachtoffer bij onduidelijke toedracht misdrijf - 15 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:438515 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De bewijslast om aannemelijk te maken dat sprake is van een opzettelijk geweldsmisdrijf, rust op de aanvrager. Een uitkering uit het Schadefonds kan worden geweigerd als de toedracht, aanleiding en omstandigheden van het misdrijf onvoldoende duidelijk zijn, zelfs bij fors medisch letsel.

BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4375 - Raad van State - 5 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:43755 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4376 - Raad van State - 5 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:43765 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht, Bestuursstrafrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4075 - Raad van State - 20 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:407520 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3888 - Raad van State - 12 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:388812 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3890 - Raad van State - 12 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:389012 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3897 - Raad van State - 12 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:389712 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3889 - Raad van State - 8 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:38898 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3894 - Raad van State - 8 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:38948 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3957 - Raad van State - 8 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:39578 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3966 - Raad van State - 8 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:39668 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3908 - Raad van State - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:39086 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3909 - Raad van State - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:39096 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht