Artikel 6:9 (Tijdige indiening bezwaar- en beroepschrift)
1. Een bezwaar- of beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen.
2. Bij verzending per post is een bezwaar- of beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een bezwaar- of beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen.
Dit betekent dat een bezwaar- of beroepschrift als op tijd ingediend wordt beschouwd wanneer het door de bevoegde instantie is ontvangen vóórdat de vastgestelde termijn verstrijkt.
2. Bij verzending per post is een bezwaar- of beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
Dit betekent dat, indien een bezwaar- of beroepschrift via de post wordt verzonden, het als tijdig ingediend wordt aangemerkt als het vóór het verstrijken van de termijn aan de postdienst is overhandigd (ter post is bezorgd). Hierbij geldt de voorwaarde (mits) dat het stuk vervolgens uiterlijk binnen één week na het einde van de termijn daadwerkelijk is ontvangen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBZWB:2025:5641 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6180 - Bewijslast verschoonbare termijnoverschrijding rust volledig op de belanghebbende - 15 september 2025
De rechtbank oordeelt dat de inspecteur een bezwaar terecht niet ontvankelijk heeft verklaard wegens een ruime termijnoverschrijding. De bewijslast voor een verschoonbare termijnoverschrijding rust op de belanghebbende, niet op de inspecteur. Het enkel stellen dat het aan de inspecteur is om tijdigheid te bewijzen, is onvoldoende.
ECLI:NL:RBZWB:2025:5747 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 25 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5520 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 18 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:4978 - Rechtbank Oost-Brabant - 15 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5021 - Rechtbank Oost-Brabant - 8 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4794 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 24 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4795 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 24 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4594 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 14 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4504 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 11 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4505 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 11 juli 2025
ECLI:NL:GHSHE:2025:1855 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 2 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4031 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 30 juni 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6352 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 22 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6485 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 29 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6413 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 26 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6385 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 23 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6386 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 23 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6499 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 23 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6120 - Verzet ongegrond door boekingsstempel op aanslagbiljet als bewijs van ontvangst - 12 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een bezwaar tegen een WOZ-beschikking terecht niet ontvankelijk is verklaard. Een stempel met 'GEBOEKT: 06-02-2023' op het aanslagbiljet geldt als doorslaggevend bewijs dat de termijn op die datum is gaan lopen, waardoor het bezwaar te laat was ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.