ECLI:NL:RBNHO:2025:8698 - Rechtbank Noord-Holland - 30 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11397546 \ CV EXPL 24-7899 Uitspraakdatum: 30 juli 2025
Tussenvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ENGIE Nederland Retail B.V. gevestigd te Zwolle de eisende partij gemachtigde: Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V.
tegen
[gedaagde] wonende te [plaats] de gedaagde partij niet verschenen
1 De procedure
1.1. De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.
2 De beoordeling
2.1. De eisende partij vordert – samengevat – veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 1.111,25 aan hoofdsom, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke rente en de proceskosten.
Ambtshalve toetsing van de (pre)contractuele informatieplichten
2.2. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze plichten is voldaan, moet gemotiveerd worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
De precontractuele informatieplichten
2.3. De eisende partij heeft in de dagvaarding gesteld dat zij heeft voldaan aan de hiervoor genoemde precontractuele informatieplichten van artikel 6:230m lid 1 BW. Ter onderbouwing hiervan heeft zij schermafdrukken van het aanmeldproces op haar website, voorzien van een toelichting overgelegd.
2.4. Uit deze toelichting en stukken blijkt niet (voldoende) dat de eisende partij voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst aan de informatieplicht als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 onder c BW heeft voldaan. Uit de stukken volgt dat tijdens het aanmeldproces een telefoonnummer waarmee een consument contact op kan nemen is getoond, maar het geografische adres en de overige contactgegevens van de handelaar ontbreken. De kantonrechter zal voor deze schending een sanctie toepassen.
De contractuele informatieplicht
2.5. Voor wat betreft de contractuele informatieplicht (artikel 6:230v lid 7 BW) heeft de eisende partij (voldoende) gesteld en onderbouwd dat deze is nagekomen.
Welke sancties horen hierbij?
2.6. Gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) en het hiervoor genoemde arrest van de Hoge Raad moet de kantonrechter aan de schending van de informatieplichten gevolgen verbinden door passende maatregelen te nemen die de consument effectieve rechtsbescherming bieden. Die maatregelen moeten doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig zijn.
2.7. In deze zaak heeft de eisende partij de essentiële precontractuele informatieplicht zoals opgenomen in artikel 6:230m lid 1 onder c BW geschonden. Daarnaast heeft zij de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW geschonden. Met het oog op voornoemde Europeesrechtelijke beginselen en jurisprudentie van het HvJ EU en de Hoge Raad, zal de kantonrechter de overeenkomst gedeeltelijk vernietigen, te weten voor 20% van de door de gedaagde partij verschuldigde hoofdsom. Daarbij wordt (mede) toepassing gegeven aan de artikelen 3:40 lid 2 en 3:41 BW, en aan de artikelen 6:193b, 6:193d, 6:193f en 6:193j BW, omdat de schending van de informatieplichten ook een oneerlijke handelspraktijk is.
Ambtshalve toetsing van Algemene Voorwaarden voor de levering van elektriciteit en gas aan kleinverbruikers (april 2017) (hierna: de algemene voorwaarden) en de Productvoorwaarden ENGIE Open (versie 2022.2) (hierna: de productvoorwaarden)
2.8. De kantonrechter is, gelet op het Dexia-arrest
Prijswijzigingsbeding
2.9. In de artikel 2 van de productvoorwaarden is het volgende opgenomen:
‘2.1. Tariefwijzigingen: 2 keer per jaar De tarieven voor de levering van elektriciteit en/of gas (de leveringskosten per kWh en m3) en de kosten die we maken om energie aan jou te kunnen leveren (vaste leveringskosten) wat een vast bedrag is per dag worden door marktontwikkelingen beïnvloed. ENGIE kan deze beide tarieven aanpassen op 1 januari en 1 juli van elk jaar, maar ENGIE kan de leveringstarieven ook op andere momenten aanpassen. De tariefswijzigingen gelden ook voor de terugleververgoeding en daarnaast kan ENGIE ook een ander tarief gaan hanteren voor de netto teruglevering. Er is sprake van netto teruglevering wanneer je meer opwekt dan je verbruikt en dan stroom teruglevert aan het net. Als na aanmelding blijkt dat je in plaats van de opgegeven slimme meter, een conventionele (ook wel domme) meter hebt, dan hanteren wij het enkeltarief.
2.2. Aankondiging tariefwijzigingen Bij tariefwijzigingen per 1 januari en per 1 juli worden de nieuwe leveringstarieven minimaal één week van tevoren kenbaar gemaakt op www.engie.nl. Bij tariefstijgingen word je uiterlijk binnen 30 dagen na de wijziging persoonlijk geïnformeerd. Bij tussentijdse stijgingen (anders dan op 1 januari en 1 juli) informeert ENGIE je hierover persoonlijk binnen maximaal 10 dagen na de tariefstijging. Je kunt in dat geval binnen 10 dagen na ontvangst van het bericht van tariefstijging het contract zonder opzegtermijn beëindigen en overstappen naar een andere leverancier of een ander contract bij ENGIE. De meest recente tarieven zijn altijd te vinden op www.engie.nl.’
2.10. Verder is in artikel 19.3 en artikel 19.4 van de algemene voorwaarden is het volgende opgenomen. “19.3 Wij kunnen met elkaar afspreken dat wij de leveringstarieven mogen veranderen tijdens de overeenkomst. Redenen hiervoor zijn overheidsbesluiten en de ontwikkelingen op de markt voor elektriciteit of gas, waaronder prijsontwikkeling op de groothandelsmarkten voor elektriciteit of gas, wijzigingen met betrekking tot marge en prijs- en inkooprisico's, wijzigingen in de kostenstructuur voor het betreffende product en wijzigingen in onze algemene kostenstructuur. Ook andere, uitzonderlijke, omstandigheden kunnen een reden zijn om de leveringstarieven te veranderen, in dat geval zal deze reden duidelijk aan u uitgelegd worden.
19.4 Veranderen wij de leveringstarieven? Dan informeren we u schriftelijk of digitaal. Wij informeren u tijdig voordat wij deze tarieven veranderen en wij melden dan ook dat u onze overeenkomst zonder vaste einddatum mag beëindigen. Daarvoor gelden wel deze voorwaarden. Deze bepaling geldt niet voor een wijziging van de tarieven door een wijziging van de overheidsheffingen of de belastingen.”
2.11. Voor de beantwoording van de vraag of deze prijswijzigingsbedingen oneerlijk zijn, is van belang of het kernbedingen zijn. Een kernbeding is in beginsel namelijk niet onderworpen aan de oneerlijkheidstoets, mits het beding duidelijk en begrijpelijk is geformuleerd.
2.12. Anders dan het Hof Amsterdam
2.13. In een zaak van een andere energieleverancier is geoordeeld dat het prijswijzigingsbedingen uit artikel 19.3 en 19.4 van de algemene voorwaarden niet oneerlijk zijn.
2.14. Daar komt bij dat op basis van artikel 2.2. van de productvoorwaarden tariefwijzigingen slechts één week voordat deze in gaan op de website van de eisende partij worden gepubliceerd en een consument pas persoonlijk wordt geïnformeerd nadat de tariefwijziging is ingegaan. Ook op dit punt wijken de productvoorwaarden af van de algemene voorwaarden. In artikel 19.4. van de algemene voorwaarden is immers opgenomen dat een consument voordat een tariefwijziging in gaat persoonlijk wordt geïnformeerd. Aangezien veel consumenten een website niet wekelijks controleren, is de kans groot dat een consument pas op de hoogte raakt van een tariefwijziging nadat deze is ingegaan. Hierdoor is er geen sprake van een reële opzegmogelijkheid als bedoeld in de bijlage bij Richtlijn 93/13 onder 2 b, tweede alinea. De consument kan dan immers niet van het contract af zonder enige tijd gebonden te zijn aan het hogere tarief. Aldus is sprake van een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. Dat maakt het beding oneerlijk en de kantonrechter is daarom voornemens het beding te vernietigen. Alvorens daartoe over te gaan, wordt de eisende partij in de gelegenheid gesteld zich bij akte over dat voornemen en de eventuele gevolgen voor de vordering uit te laten. Voor zover sprake is van een oneerlijk prijswijzigingsbeding, moet de eisende partij ter onderbouwing van haar vordering aangeven wat er méér is betaald dan het aanvangstarief over de duur van de overeenkomst en daarbij ook een specificatie/ berekening overleggen.
Eindnota
2.15. In de algemene voorwaarden is ten aanzien van de eindnota een beding (artikel 12.3) opgenomen. Dit beding is niet oneerlijk.
Rentebeding
2.16. Artikel 12.6 van de algemene voorwaarden betreft een rentebeding: “(…) Betaalt u te laat? Dan informeren wij u eerst schriftelijk of digitaal dat u in verzuim bent. U krijgt dan nog veertien kalenderdagen de tijd om te betalen zonder dat wij hiervoor extra kosten in rekening brengen. Ook informeren wij u over de gevolgen als u niet alsnog binnen deze veertien kalenderdagen betaalt. Dan moet u ons de gewone wettelijke rente betalen.(…)”
2.17. Het rentebeding in artikel 12.6 van de algemene voorwaarden is in overeenstemming met de regeling in artikel 6:119 BW. Daarbij speelt mee dat partijen een betalingstermijn zijn overeengekomen en dat de consument (pas) de wettelijke rente is verschuldigd als hij niet binnen de hiervoor genoemde termijn van veertien kalenderdagen heeft betaald. Dit beding is daarom niet oneerlijk. Incassobeding
2.18. Artikel 12.6 van de algemene voorwaarden ziet ook op de incassokosten. Dit beding is niet oneerlijk, omdat het beding in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten. Conclusie
2.19. De eisende partij wordt in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over het voorshands uitgesproken oordeel omtrent de oneerlijkheid van het prijswijzigingsbeding uit artikel 2.1 en 2.2 .van de productvoorwaarden.
2.20. Als aan de hierboven bedoelde opdracht niet of niet volledig wordt voldaan, zal de kantonrechter daaraan op grond van de artikelen 22 en 139 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de gevolgen verbinden die zij geraden acht.
2.21. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
3 De beslissing
De kantonrechter:
3.1. verwijst de zaak naar de rol van 27 augustus 2025 om de eisende partij in de gelegenheid te stellen zich bij akte uit te laten over het voorshands uitgesproken oordeel zoals hiervoor is overwogen;
3.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Woerdman en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
HvJ EU 27 januari 2021, C‑229/19 en C‑289/19, ECLI:NL:EU:C:68 (Dexia).
Artikel 4 lid 2 van Richtlijn 93/13/EEG en artikel 6:231 aanhef en onder a BW
Gerechtshof Amsterdam 25 maart 2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:704 (https://pi.rechtspraak.minjus.nl/)
ECLI:NL:RBNHO:2025:5755