ECLI:NL:RBOBR:2025:5954
Uitspraak
Bekijk hier de meest recente rechtspraak binnen het omgevingsrecht. Dit overzicht wordt dagelijks ge-update met nieuwe uitspraken van alle rechterlijke instanties. Filter op instantie, datum, sorteer op meest geciteerde zaken, of zoek naar specifieke onderwerpen om relevante jurisprudentie te vinden.
Uitspraak
Uitspraak
De rechtbank oordeelt dat de besluiten over planschade door windturbines onvoldoende zijn gemotiveerd. Het is onduidelijk hoe de adviseur de waardedaling van de percelen na de planologische wijziging heeft vastgesteld. Het college moet dit motiveringsgebrek herstellen, eventueel na inschakeling van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB).
Uitspraak
De Raad van State oordeelt dat twee windturbines geen 'windturbinepark' vormen in de zin van het Besluit MER, waardoor geen MER-beoordelingsplicht geldt. Tegelijkertijd kunnen dezelfde turbines wél een 'cluster' vormen met een bestaand park volgens de provinciale verordening vanwege landschappelijke en visuele samenhang.
Uitspraak
De Raad van State oordeelt dat bij een omgevingsvergunning voor een zonnepark het bestaan van alternatieve locaties slechts tot weigering leidt als die een gelijkwaardig resultaat met aanmerkelijk minder bezwaren opleveren. De afwezigheid van een vereiste vormvrije m.e.r.-beoordeling wordt als gebrek aangemerkt.
Uitspraak
De Raad van State oordeelt dat een besluit tot afwijzing van een snelheidsverlaging ondeugdelijk gemotiveerd is. Het college baseerde zich op een niet-representatieve verkeerstelling en negeerde ten onrechte de eerdere opdracht van de rechtbank om relevante omstandigheden, zoals het doodlopende karakter van de weg, te betrekken.
Uitspraak
De Afdeling oordeelt dat bedrijfsgegevens van veehouderijen, inclusief adressen, dieraantallen en staltypen, kwalificeren als emissiegegevens. Op grond van de Wet open overheid (Woo) moeten deze gegevens verplicht openbaar worden gemaakt, waarbij geen ruimte is voor een belangenafweging, ook niet als de persoonlijke levenssfeer wordt geraakt.
Uitspraak
Bij een aanvraag voor wijziging van een bestaand, vergund project moet de passende beoordeling de gevolgen van het gehele project na wijziging onderzoeken. Alleen de gevolgen van de toename beoordelen, zoals bij intern salderen, is ontoereikend en in strijd met de Habitatrichtlijn.
Uitspraak
De Afdeling oordeelt dat intern salderen niet mogelijk is als de emissies in de referentie- en de aangevraagde situatie niet met de vereiste zekerheid vergeleken kunnen worden. Dit is het geval bij stalsystemen A1.13 en A1.28, omdat de onzekerheid over hun Rav-emissiefactoren niet gelijk gesteld kan worden.
Uitspraak
De Afdeling oordeelt dat wandelkappen, gebruikt voor het kweken van fruit, voldoen aan de definitie van 'gebouw' in het bestemmingsplan. Ze zijn toegankelijk, overdekt en gedeeltelijk omsloten. Een omgevingsvergunning voor bouwen alleen is daarom onvoldoende; er is ook een vergunning voor afwijken van het bestemmingsplan nodig.
Uitspraak
De Afdeling oordeelt dat een vrees voor broei, pas geuit na het verbeuren van een dwangsom, geen bijzondere omstandigheid is om van invordering af te zien. Tevens vervalt het procesbelang na intrekking van een last, omdat kostenvergoeding geen zelfstandig belang oplevert.
Uitspraak
De Raad van State vernietigt een bestemmingsplan dat de bestemming 'Agrarisch-Grondgebonden' toekent aan percelen die te klein en grotendeels bebouwd zijn. Omdat een grondgebonden bedrijf voldoende open grond vereist, is de bestemming feitelijk en juridisch onuitvoerbaar, wat in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
Uitspraak
Na een tussenuitspraak oordeelt de Afdeling dat de gebrekkige motivering voor de geluidnormen van een windpark (47 dB Lden/41 dB Lnight) is hersteld. De nieuwe onderbouwing, gebaseerd op het Pondera rapport, wordt deugdelijk geacht, waardoor de herstelbesluiten en rechtsgevolgen van de vergunningen in stand blijven.
Uitspraak
De Afdeling oordeelt dat een bestemmingsplan voor 20 woningen niet in strijd is met de gebiedsvisie, ook al wijkt het af van eerdere modellen. De raad heeft beleidsruimte en heeft de belangen rondom ruimtelijke impact, parkeren, privacy en leefklimaat voldoende afgewogen en gemotiveerd.
Uitspraak
De Afdeling oordeelt dat een omgevingsvergunning onvoldoende is gemotiveerd. Het college heeft niet duidelijk getoetst aan de cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht. Tevens kon het college niet aannemelijk achten dat de constructie voldoet aan het Bouwbesluit, omdat gegevens over de fundering ten onrechte mochten worden aangeleverd.
Uitspraak
De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat een college voorwaarden mag verbinden aan een ontheffing voor het gebruik van een fietspad. Een belangenafweging kan rechtvaardigen dat het college de verkeersveiligheid zwaarder laat wegen dan het onbeperkte belang van de bewoner om zijn woonark met de auto te bereiken.
Uitspraak
Een eigenaar aanvaardt het risico op planschade passief als hij na een aangekondigde nadelige bestemmingswijziging geen poging onderneemt om de bestaande mogelijkheden te benutten. Het indienen van een aanvraag voor een uitwerkingsplan wordt van hem verwacht, zelfs als het bestuursorgaan al heeft aangegeven niet te willen meewerken.
Uitspraak
De intrekking van een Huisvestingsverordening waarop een last onder dwangsom is gebaseerd, ontneemt het college niet de bevoegdheid om verbeurde dwangsommen in te vorderen. Een appellant kan in de invorderingsfase de rechtmatigheid van de oorspronkelijke last, die in rechte vaststaat, niet succesvol aanvechten.
Uitspraak
De bevoegdheid om een verbeurde dwangsom in te vorderen blijft bestaan, ook als de huisvestingsverordening waarop de last was gebaseerd inmiddels is ingetrokken. De rechtmatigheid van de oorspronkelijke last kan in de invorderingsprocedure slechts in uitzonderlijke gevallen worden aangevochten, zoals wanneer evident geen overtreding is begaan.
Uitspraak
Een planregel die gronden niet als erf beschouwt, behoudt zijn werking onder de Omgevingswet. Hiermee wordt de bouw van vergunningvrije bijbehorende bouwwerken en het gebruik voor mantelzorg effectief voorkomen, waardoor de oprichting van milieugevoelige functies op die gronden is uitgesloten.
Uitspraak
Een woonschip is in beginsel een roerende zaak en geen onroerende zaak in de zin van artikel 3:3 BW. De eigenaar kan daarom geen aanspraak maken op planschadevergoeding onder de Wro, omdat deze regeling alleen geldt voor schade aan onroerende zaken. Dit onderscheid is gerechtvaardigd.