Artikel 62 (Strafoplegging samenloop overtredingen vervangende straffen)
1. Bij samenloop op de wijze in de artikelen 57 en 58 bedoeld, hetzij van overtredingen met misdrijven, hetzij van overtredingen onderling, wordt voor elke overtreding zonder vermindering straf opgelegd.
2. De vervangende vrijheidsstraffen mogen voor de misdrijven en overtredingen of voor de overtredingen gezamenlijk het maximum, bepaald in artikel 24c, derde lid, niet overschrijden.
Uitleg in duidelijke taal
1. Bij samenloop op de wijze in de artikelen 57 en 58 bedoeld, hetzij van overtredingen met misdrijven, hetzij van overtredingen onderling, wordt voor elke overtreding zonder vermindering straf opgelegd.
Dit betekent dat wanneer er sprake is van samenloop van strafbare feiten zoals omschreven in de artikelen 57 en 58, en deze samenloop betreft hetzij overtredingen samen met misdrijven, hetzij alleen overtredingen onderling, dan wordt voor iedere afzonderlijke overtreding de straf volledig opgelegd, zonder enige vermindering.
2. De vervangende vrijheidsstraffen mogen voor de misdrijven en overtredingen of voor de overtredingen gezamenlijk het maximum, bepaald in artikel 24c, derde lid, niet overschrijden.
Dit houdt in dat de vervangende vrijheidsstraffen die worden opgelegd voor de combinatie van misdrijven en overtredingen, of voor de overtredingen samen, niet hoger mogen zijn dan het maximum dat is vastgesteld in artikel 24c, derde lid.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBNNE:2025:4120 - Rechtbank Noord-Nederland - 10 oktober 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2695 - Gerechtshof Amsterdam - 9 oktober 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5877 - Rechtbank Overijssel - 9 oktober 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6559 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 oktober 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:16950 - Bewezenverklaring diefstal met geweld en ernstige gevaarzetting op de weg - 16 september 2025
De rechtbank Den Haag acht een diefstal met geweld, gepleegd om de vlucht mogelijk te maken, bewezen. Daarnaast kwalificeert de rechtbank een achtervolging met diverse verkeersovertredingen als opzettelijke en ernstige schending van verkeersregels, wat leidt tot een bewezenverklaring van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994.