Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XXIV. Verduistering
Artikel 321

Artikel 321 (Delictsomschrijving en straf verduistering)

Laatste versie

Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toeëigent, wordt, als schuldig aan verduistering, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg in duidelijke taal

Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toeëigent, wordt, als schuldig aan verduistering, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Dit betekent letterlijk: De persoon die opzettelijk enig goed – dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft – wederrechtelijk zich toeëigent, wordt als schuldig aan verduistering gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vijfde categorie.