Artikel 266 (Strafbaarheid eenvoudige belediging)
1. Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
2. Niet als eenvoudige belediging strafbaar zijn gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen, en die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht of zwaarder te grieven dan uit die strekking voortvloeit.
Uitleg in duidelijke taal
1. Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
- hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding wordt gedaan;
- hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, wordt aangedaan;
- hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding wordt aangedaan.
2. Niet als eenvoudige belediging strafbaar zijn gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen, en die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht of zwaarder te grieven dan uit die strekking voortvloeit.
Dit artikelonderdeel stelt dat gedragingen niet als eenvoudige belediging strafbaar zijn wanneer deze gedragingen ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen. Een bijkomende voorwaarde is dat deze gedragingen er niet op zijn gericht ook in ander opzicht of zwaarder te grieven dan uit die strekking voortvloeit. Dit betekent dat de krenking niet verder mag gaan dan wat noodzakelijk is voor het geven van dat oordeel over openbare belangen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:930 - Parket bij de Hoge Raad - 9 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6124 - Strafoplegging voor meervoudige bedreiging, vernieling en belediging ondanks geweigerd onderzoek - 17 september 2025
De rechtbank veroordeelt een verdachte die alle feiten bekent voor vier bedreigingen, twee vernielingen en een belediging. Ondanks diens weigering mee te werken aan psychologisch onderzoek, legt de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op met contactverboden als bijzondere voorwaarden, gebaseerd op de ernst van de feiten.
ECLI:NL:RBZWB:2025:5971 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 5 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5925 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 3 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:15727 - Rechtbank Den Haag - 19 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5275 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 8 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5016 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:5322 - Rechtbank Amsterdam - 22 juli 2025
ECLI:NL:PHR:2025:736 - Parket bij de Hoge Raad - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4266 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 7 juli 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:6192 - Rechtbank Oost-Brabant - 9 oktober 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5877 - Rechtbank Overijssel - 9 oktober 2025
ECLI:NL:HR:2025:1428 - Hoge Raad - 30 september 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5688 - Rechtbank Overijssel: Poging tot doodslag en verwerping beroep op putatief noodweer - 25 september 2025
De rechtbank Overijssel veroordeelt een verdachte voor poging tot doodslag en tweemaal de poging tot zware mishandeling na een steekpartij. Het steken in borst en buik levert voorwaardelijk opzet op de dood. Het beroep op putatief noodweer wordt verworpen omdat enkel het horen van 'een mes' onvoldoende is.
ECLI:NL:RBROT:2025:11299 - Jeugdrechter veroordeelt minderjarige voor aanranding, geweld, belediging en vernieling - 25 september 2025
De rechtbank veroordeelt een minderjarige verdachte voor feitelijke aanranding, openlijke geweldpleging, belediging van een ambtenaar en vernieling. Bij de aanranding wordt fysiek en getalsmatig overwicht als andere feitelijkheid bewezen, maar niet het gebruik van geweld. De rechtbank legt een deels voorwaardelijke taakstraf met bijzondere voorwaarden op.
ECLI:NL:HR:2025:1354 - Ontbreken proces-verbaal zitting hoger beroep leidt tot nietigheid - 23 september 2025
De Hoge Raad vernietigt een arrest van het gerechtshof omdat er geen proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep is opgemaakt. Conform de conclusie van de advocaat-generaal leidt dit verzuim tot nietigheid van zowel het onderzoek ter terechtzitting als de daaropvolgende uitspraak.