Artikel 246 (Verkrachting zestien- tot achttienjarigen en kwalificatie)
1. Als schuldig aan verkrachting in de leeftijdscategorie van zestien tot achttien jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die met een kind in de leeftijd van zestien tot achttien jaren seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam:
a. indien het feit wordt begaan jegens een kind van diegene, van een kind dat wordt verzorgd of opgevoed als behorend tot het gezin van diegene, van een kind waarover diegene het gezag uitoefent of van een anderszins aan de zorg, waakzaamheid of opleiding van diegene toevertrouwd kind of van een aan diegene ondergeschikt kind; b. indien het feit wordt begaan jegens een kind in een bijzonder kwetsbare positie, waaronder in ieder geval wordt verstaan een bijzonder kwetsbare positie ten gevolge van een psychische stoornis dan wel verstandelijke of lichamelijke handicap, een situatie van afhankelijkheid of een staat van lichamelijke of geestelijke onmacht; c. indien het feit wordt begaan met misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, met gebruikmaking van giften of beloften van geld of goed of met misleiding; of d. indien dat kind zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling.
2. Als schuldig aan gekwalificeerde verkrachting in de leeftijdscategorie van zestien tot achttien jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in het eerste lid, voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang, geweld of bedreiging.
Uitleg in duidelijke taal
1. Als schuldig aan verkrachting in de leeftijdscategorie van zestien tot achttien jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die met een kind in de leeftijd van zestien tot achttien jaren seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam:
Dit betekent dat iemand schuldig is aan verkrachting van een kind in de leeftijdscategorie van zestien tot achttien jaar en daarvoor gestraft wordt met een gevangenisstraf van maximaal negen jaar of een geldboete van de vijfde categorie. Deze straf geldt voor degene die met een kind in de leeftijd van zestien tot achttien jaar seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, onder de volgende omstandigheden:
a. indien het feit wordt begaan jegens een kind van diegene, van een kind dat wordt verzorgd of opgevoed als behorend tot het gezin van diegene, van een kind waarover diegene het gezag uitoefent of van een anderszins aan de zorg, waakzaamheid of opleiding van diegene toevertrouwd kind of van een aan diegene ondergeschikt kind;
- een kind van diegene (de dader),
- een kind dat door diegene wordt verzorgd of opgevoed als behorend tot het gezin van diegene,
- een kind waarover diegene het gezag uitoefent,
- een kind dat anderszins aan de zorg, waakzaamheid of opleiding van diegene is toevertrouwd, of
- een kind dat aan diegene ondergeschikt is.
b. indien het feit wordt begaan jegens een kind in een bijzonder kwetsbare positie, waaronder in ieder geval wordt verstaan een bijzonder kwetsbare positie ten gevolge van een psychische stoornis dan wel verstandelijke of lichamelijke handicap, een situatie van afhankelijkheid of een staat van lichamelijke of geestelijke onmacht;
- een psychische stoornis,
- een verstandelijke of lichamelijke handicap,
- een situatie van afhankelijkheid, of
- een staat van lichamelijke of geestelijke onmacht.
c. indien het feit wordt begaan met misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, met gebruikmaking van giften of beloften van geld of goed of met misleiding; of
- misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht,
- gebruikmaking van giften of beloften van geld of goed, of
- misleiding.
d. indien dat kind zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling.
Of, indien dat kind zich beschikbaar stelt om seksuele handelingen te verrichten met een derde persoon tegen betaling.
2. Als schuldig aan gekwalificeerde verkrachting in de leeftijdscategorie van zestien tot achttien jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in het eerste lid, voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang, geweld of bedreiging.
Dit betekent dat iemand schuldig is aan gekwalificeerde verkrachting van een kind in de leeftijdscategorie van zestien tot achttien jaar en daarvoor gestraft wordt met een gevangenisstraf van maximaal twaalf jaar of een geldboete van de vijfde categorie. Dit geldt voor degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf zoals omschreven in het eerste lid, wanneer dit misdrijf is voorafgegaan door, vergezeld is van, of gevolgd wordt door dwang, geweld of bedreiging.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:GHSHE:2025:2246 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 15 augustus 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:5917 - Hof past schakelbewijs toe bij zedendelicten door fysiotherapeut - 26 september 2025
Het hof oordeelt dat verklaringen van meerdere slachtoffers als schakelbewijs kunnen dienen door de consistente modus operandi van de verdachte fysiotherapeut. Dit patroon van handelen, bestaande uit het creëren van een kwetsbare situatie en onverhoedse ontuchtige handelingen, levert voldoende steunbewijs op voor de veroordeling.
ECLI:NL:RBZWB:2025:5099 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 7 augustus 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11554 - Rechtbank Rotterdam - 2 oktober 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:7203 - Rechtbank Amsterdam - 30 september 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:6670 - Rechtbank Limburg - 9 juli 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4131 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 4 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11490 - Rechtbank Rotterdam - 2 oktober 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6303 - Bewijswaardering bij aanranding op de werkvloer met tegenstrijdige verklaringen - 17 september 2025
De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een aangifte van aanranding, ondersteund door getuigenverklaringen en emotioneel bewijs, voldoende is voor een bewezenverklaring. Verschillen in details tussen de verklaringen en de ontkenning door de verdachte doen hier, gelet op de consistente kern, geen afbreuk aan.
ECLI:NL:RBROT:2025:10168 - Rechtbank Rotterdam - 12 augustus 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3082 - Rechtbank Noord-Nederland - 25 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:8390 - Rechtbank Noord-Holland - 22 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4690 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 18 juli 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4189 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:5288 - Rechtbank Midden-Nederland - 10 oktober 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:6104 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 6 oktober 2025
ECLI:NL:HR:2025:1430 - Hoge Raad - 30 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11299 - Jeugdrechter veroordeelt minderjarige voor aanranding, geweld, belediging en vernieling - 25 september 2025
De rechtbank veroordeelt een minderjarige verdachte voor feitelijke aanranding, openlijke geweldpleging, belediging van een ambtenaar en vernieling. Bij de aanranding wordt fysiek en getalsmatig overwicht als andere feitelijkheid bewezen, maar niet het gebruik van geweld. De rechtbank legt een deels voorwaardelijke taakstraf met bijzondere voorwaarden op.
ECLI:NL:RBAMS:2025:6904 - Veroordeling masseur voor verkrachting en aanranding tijdens massagebehandelingen - 19 september 2025
Een masseur is door de Rechtbank Amsterdam veroordeeld voor gekwalificeerde opzetverkrachting en vier aanrandingen. De rechtbank oordeelt dat de kwetsbare positie van de slachtoffers tijdens de massage en het misbruik van vertrouwen als dwang kwalificeren. Voor één feit wordt schakelbewijs op basis van de modus operandi gebruikt.
ECLI:NL:HR:2025:1304 - Hoge Raad: Toepassing schakelbewijs bij vergelijkbare modus operandi - 16 september 2025
De Hoge Raad bevestigt dat verklaringen van slachtoffers elkaar kunnen ondersteunen als steunbewijs, mits sprake is van een vergelijkbare modus operandi. Dit oordeel is niet onbegrijpelijk en volstaat om te voldoen aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.