Artikel 24 (Draagkracht verdachte bij oplegging geldboete)
Bij de vaststelling van de geldboete wordt rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte in de mate waarin dat nodig is met het oog op een passende bestraffing van de verdachte zonder dat deze in zijn inkomen en vermogen onevenredig wordt getroffen.
Uitleg in duidelijke taal
Bij de vaststelling van de geldboete wordt rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte in de mate waarin dat nodig is met het oog op een passende bestraffing van de verdachte zonder dat deze in zijn inkomen en vermogen onevenredig wordt getroffen.
Dit artikel bepaalt dat wanneer een geldboete wordt vastgesteld, er rekening moet worden gehouden met de financiële draagkracht van de verdachte. Dit gebeurt voor zover dat noodzakelijk is om tot een passende bestraffing van de verdachte te komen, en met als doel te voorkomen dat deze in zijn inkomen en vermogen onevenredig wordt getroffen.