Artikel 24 (Draagkracht verdachte bij oplegging geldboete)
Bij de vaststelling van de geldboete wordt rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte in de mate waarin dat nodig is met het oog op een passende bestraffing van de verdachte zonder dat deze in zijn inkomen en vermogen onevenredig wordt getroffen.
Uitleg in duidelijke taal
Bij de vaststelling van de geldboete wordt rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte in de mate waarin dat nodig is met het oog op een passende bestraffing van de verdachte zonder dat deze in zijn inkomen en vermogen onevenredig wordt getroffen.
Dit artikel bepaalt dat wanneer een geldboete wordt vastgesteld, er rekening moet worden gehouden met de financiële draagkracht van de verdachte. Dit gebeurt voor zover dat noodzakelijk is om tot een passende bestraffing van de verdachte te komen, en met als doel te voorkomen dat deze in zijn inkomen en vermogen onevenredig wordt getroffen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:859 - Parket bij de Hoge Raad - 26 augustus 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1258 - Gerechtshof Den Haag - 3 juli 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2705 - Gerechtshof Amsterdam - 9 oktober 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:6146 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 8 oktober 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2676 - Gerechtshof Amsterdam - 7 oktober 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2585 - Hof Amsterdam: Betrouwbaarheid beëdigd proces-verbaal bij ontkenning bestuurderschap - 26 september 2025
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat een ambtseedig proces-verbaal, waarin verbalisanten de verdachte als bestuurder aanmerken, overtuigend bewijs levert. Een later socialmediabericht en een aanvullend proces-verbaal worden gezien als verduidelijking en niet als tegenstrijdig, waardoor de ontkenning van de verdachte wordt verworpen.
ECLI:NL:GHAMS:2025:2592 - Gerechtshof Amsterdam - 26 september 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2596 - Gerechtshof Amsterdam - 26 september 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:5707 - Hof legt deels voorwaardelijke straf op voor brandstichting en bedreigingen - 24 september 2025
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeelt een verdachte voor brandstichting in zijn woning en bedreiging van zijn ex-partner. Het hof legt een lagere straf op dan de rechtbank, mede vanwege de bekennende verklaring in hoger beroep en het advies van deskundigen om de feiten verminderd toe te rekenen.