Artikel 130 (Verandering of vermeerdering van eis)
1. Zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen, is de eiser bevoegd zijn eis of de gronden daarvan schriftelijk, bij conclusie of akte ter rolle, te veranderen of te vermeerderen. De gedaagde is bevoegd hiertegen bezwaar te maken, op grond dat de verandering of vermeerdering in strijd is met de eisen van een goede procesorde. De rechter beslist, partijen gehoord, zo spoedig mogelijk. De rechter kan op dezelfde grond ook ambtshalve een verandering of vermeerdering van eis buiten beschouwing laten.
2. Tegen de beslissingen van de rechter, bedoeld in het eerste lid, staat geen hogere voorziening open.
3. Indien een partij niet in het geding is verschenen, is een verandering of vermeerdering van eis tegen die partij uitgesloten, tenzij de eiser de verandering of vermeerdering tijdig bij exploot aan haar kenbaar heeft gemaakt. In laatstgenoemd geval is artikel 120, derde lid, van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen, is de eiser bevoegd zijn eis of de gronden daarvan schriftelijk, bij conclusie of akte ter rolle, te veranderen of te vermeerderen. De gedaagde is bevoegd hiertegen bezwaar te maken, op grond dat de verandering of vermeerdering in strijd is met de eisen van een goede procesorde. De rechter beslist, partijen gehoord, zo spoedig mogelijk. De rechter kan op dezelfde grond ook ambtshalve een verandering of vermeerdering van eis buiten beschouwing laten.
Dit betekent letterlijk: Zolang de rechter nog geen definitief oordeel (eindvonnis) heeft gegeven (gewezen), heeft de eisende partij (eiser) de bevoegdheid om zijn eis of de argumenten (gronden) daarvoor schriftelijk aan te passen. Dit kan via een processtuk (conclusie) of een officiële verklaring die aan de rol (de lijst van zaken die op een zitting worden behandeld) wordt toegevoegd (akte ter rolle). De eiser mag zijn eis wijzigen (veranderen) of uitbreiden (vermeerderen). De tegenpartij (gedaagde) heeft de bevoegdheid om hiertegen bezwaar te maken. Dit bezwaar moet gebaseerd zijn op de stelling dat de wijziging of uitbreiding in strijd is met de vereisten van een behoorlijke rechtspleging (eisen van een goede procesorde). De rechter neemt, nadat de partijen zijn gehoord, zo snel mogelijk een beslissing. De rechter kan ook op basis van dezelfde reden (strijd met de goede procesorde) uit eigen beweging (ambtshalve) besluiten om een wijziging of uitbreiding van de eis niet in behandeling te nemen (buiten beschouwing laten).
2. Tegen de beslissingen van de rechter, bedoeld in het eerste lid, staat geen hogere voorziening open.
Dit betekent letterlijk: Tegen de beslissingen die de rechter neemt zoals omschreven in het eerste lid (betreffende het veranderen of vermeerderen van de eis), kan geen beroep worden ingesteld bij een hogere rechter (staat geen hogere voorziening open).
3. Indien een partij niet in het geding is verschenen, is een verandering of vermeerdering van eis tegen die partij uitgesloten, tenzij de eiser de verandering of vermeerdering tijdig bij exploot aan haar kenbaar heeft gemaakt. In laatstgenoemd geval is artikel 120, derde lid, van overeenkomstige toepassing.
Dit betekent letterlijk: Als een partij niet in de rechtszaak is verschenen (niet in het geding is verschenen), dan is een wijziging of uitbreiding van de eis gericht tegen die specifieke partij niet toegestaan (uitgesloten). Dit is anders (tenzij) als de eisende partij (eiser) de wijziging of uitbreiding tijdig via een officieel deurwaardersbericht (bij exploot) aan de niet-verschenen partij heeft meegedeeld (kenbaar heeft gemaakt). In dat laatste geval (indien mededeling bij exploot heeft plaatsgevonden) zijn de bepalingen van artikel 120, derde lid, op een vergelijkbare wijze van toepassing (van overeenkomstige toepassing).