Artikel 5a
1. Het is een ieder verboden opzettelijk zich zodanig in het verkeer te gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate worden geschonden, indien daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is. Als zodanige verkeersgedragingen kunnen de volgende gedragingen worden aangemerkt:
a. onvoldoende rechts houden op onoverzichtelijke plaatsen; b. gevaarlijk inhalen; c. negeren van een rood kruis; d. over een vluchtstrook rijden waar dit niet is toegestaan; e. inhalen voor of op een voetgangersoversteekplaats; f. niet verlenen van voorrang; g. overschrijden van de krachtens deze wet vastgestelde maximumsnelheid; h. zeer dicht achter een ander voertuig rijden; i. door rood licht rijden; j. tegen de verkeersrichting inrijden; k. tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden; l. niet opvolgen van verkeersaanwijzingen van daartoe op grond van deze wet bevoegde personen; m. overtreden van andere verkeersregels van soortgelijk belang als die onder a tot en met l genoemd.
2. Bij de toepassing van het eerste lid wordt mede in aanmerking genomen de mate waarin de verdachte verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBMNE:2025:5261 - Rechtbank Midden-Nederland - 8 oktober 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1895 - Hof kwalificeert extreem gevaarlijk rijgedrag als roekeloosheid - 22 september 2025
Het Gerechtshof Den Haag oordeelt dat een samenstel van ernstige verkeersovertredingen, zoals een forse snelheidsoverschrijding en het negeren van een rood licht met fatale gevolgen, roekeloosheid in de zin van artikel 6 jo. 175 WVW 1994 oplevert. De gedragingen waren opzettelijk en in ernstige mate.
ECLI:NL:RBOVE:2025:5062 - Rechtbank Overijssel - 31 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:16950 - Bewezenverklaring diefstal met geweld en ernstige gevaarzetting op de weg - 16 september 2025
De rechtbank Den Haag acht een diefstal met geweld, gepleegd om de vlucht mogelijk te maken, bewezen. Daarnaast kwalificeert de rechtbank een achtervolging met diverse verkeersovertredingen als opzettelijke en ernstige schending van verkeersregels, wat leidt tot een bewezenverklaring van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994.
ECLI:NL:RBZWB:2025:5772 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 29 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:6321 - Rechtbank Amsterdam - 28 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:4732 - Rechtbank Amsterdam - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17204 - Rechtbank past verruimd roekeloosheidsbegrip toe bij ernstig verkeersdelict - 17 september 2025
De Rechtbank Den Haag oordeelt dat roekeloosheid in de zin van artikel 6 WVW is bewezen. De rechtbank toetst het gedrag van de verdachte, die meerdere verkeersregels schond, aan de criteria van artikel 5a WVW en concludeert op basis daarvan tot de zwaarste vorm van schuld.