Terug naar bibliotheek
Pensioen- en spaarfondsenwetArtikel 9

Artikel 9

Laatste versie

1. De voor pensioenen bestemde gelden van een pensioenfonds moeten, tenzij artikel 10 toepassing vindt, worden aangewend tot het overdragen of het herverzekeren van het uit de aangegane verplichtingen voortspruitende risico door het sluiten van overeenkomsten van verzekering met een verzekeraar:

  1. die in het bezit is van de ingevolge artikel 24, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 vereiste vergunning of heeft voldaan aan de ingevolge de artikelen 37 of 38 van die wet vereiste procedure met betrekking tot een bijkantoor in Nederland; of
  2. die heeft voldaan aan de vereiste procedure als bedoeld in de artikelen 111, eerste lid, onderdelen a tot en met c, of tweede lid, 113, eerste of vierde lid, 116, eerste lid, onderdelen a tot en met c, of derde lid, of 118, tweede of vijfde lid, van genoemde wet indien het de aldaar bedoelde dienstverrichting naar Nederland betreft.

2. Ingeval het bepaalde in het eerste lid toepassing vindt of voor de inwerkingtreding van deze bepaling heeft gevonden, zijn de regelen, welke krachtens artikel 2, vierde lid, zijn vastgesteld voor het geval dat een werkgever verzekeringsovereenkomsten sluit als daar bedoeld, van overeenkomstige toepassing, indien en voor zover een rechthebbende, niet zijnde een deelnemer, aanspraak op pensioen heeft jegens de verzekeraar, bedoeld in het eerste lid. Voor de toepassing van de regelen bedoeld in de vorige volzin wordt als verzekeringnemer aangemerkt het pensioenfonds dan wel, indien het fonds zijn rechten als verzekeringnemer aan de rechthebbende op het pensioen heeft overgedragen, deze rechthebbende.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2007]