Artikel 23m
1. Op verzoek van de Pensioen- & Verzekeringskamer kan de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam over een pensioenfonds of een spaarfonds een bewindvoerder aanstellen, indien:
- het beheer van een fonds, waarop deze wet van toepassing is, blijk geeft van een zodanig wanbeleid dat de belangen van de deelnemers en andere gerechtigden een onmiddellijke voorziening vereisen;
- het bestuur van het fonds is komen te ontbreken.
2. De Pensioen- & Verzekeringskamer dient haar verzoekschrift tot aanstelling van een bewindvoerder in tweevoud in. De griffier doet een exemplaar van het verzoekschrift onverwijld aan het fonds toekomen.
3. Indien de ondernemingskamer het verzoek toewijst, bepaalt zij de duur waarvoor de bewindvoerder is aangesteld. Zij kan deze duur op verzoek van de Pensioen- & Verzekeringskamer of van de bewindvoerder verlengen dan wel verkorten. De ondernemingskamer kan de bewindvoerder een bezoldiging toekennen ten laste van het fonds of van de onderneming waaraan het fonds is verbonden.
4. De bewindvoerder treedt in de plaats van het bestuur van het fonds.
5. De voorlopige tenuitvoerlegging van de beschikking tot aanstelling van een bewindvoerder kan worden bevolen, indien het verzoek daartoe is gedaan op de grond, genoemd in het eerste lid, onder a, van dit artikel.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2007]