Artikel 23c
1. Het bedrag van de boete wordt bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage, met dien verstande dat de boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste € 907 560 bedraagt.
2. De bijlage bepaalt bij elke daarin omschreven overtreding het bedrag van de deswege op te leggen boete.
3. De bijlage kan bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd.
4. De Pensioen- & Verzekeringskamer kan het bedrag van de boete lager stellen dan in de bijlage is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog moet worden geacht.
5. Voor overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur op grond van de artikelen 2b, vijfde lid, 2c, tweede lid, 9d, 10, tweede lid, 10b, achtste lid, 32, negende lid en 32b, derde lid, wordt het bedrag van de boete bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage behorend bij die algemene maatregel van bestuur, met dien verstande dat de boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste € 907 560 bedraagt. Ten aanzien van de regelen, bedoeld in artikel 2, vierde lid, tweede volzin, is de eerste volzin van overeenkomstige toepassing.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2007]