Artikel 87 (Omzetting verbintenis in vervangende schadevergoeding)
1. Voor zover nakoming niet reeds blijvend onmogelijk is, wordt de verbintenis omgezet in een tot vervangende schadevergoeding, wanneer de schuldenaar in verzuim is en de schuldeiser hem schriftelijk mededeelt dat hij schadevergoeding in plaats van nakoming vordert.
2. Geen omzetting vindt plaats, die door de tekortkoming, gezien haar ondergeschikte betekenis, niet wordt gerechtvaardigd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Voor zover nakoming niet reeds blijvend onmogelijk is, wordt de verbintenis omgezet in een tot vervangende schadevergoeding, wanneer de schuldenaar in verzuim is en de schuldeiser hem schriftelijk mededeelt dat hij schadevergoeding in plaats van nakoming vordert.
Dit betekent letterlijk: In de situatie dat het presteren (nakoming) nog niet definitief onmogelijk is geworden (niet reeds blijvend onmogelijk is), wordt de verplichting (verbintenis) veranderd (omgezet) in een verplichting tot het betalen van vervangende schadevergoeding. Dit gebeurt op het moment dat de partij die moet presteren (de schuldenaar) in gebreke is (in verzuim is) én de partij die recht heeft op de prestatie (de schuldeiser) aan de schuldenaar schriftelijk laat weten (schriftelijk mededeelt) dat hij in plaats van de oorspronkelijke prestatie (nakoming) een schadevergoeding eist (vordert).
2. Geen omzetting vindt plaats, die door de tekortkoming, gezien haar ondergeschikte betekenis, niet wordt gerechtvaardigd.
Dit betekent letterlijk: De verandering (omzetting) naar vervangende schadevergoeding gebeurt niet (vindt niet plaats) indien de tekortkoming in de prestatie, gelet op het feit dat deze van gering belang is (gezien haar ondergeschikte betekenis), een dergelijke omzetting niet rechtvaardigt.