Artikel 203 (Terugvordering onverschuldigde betaling)
1. Degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, is gerechtigd dit van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen.
2. Betreft de onverschuldigde betaling een geldsom, dan strekt de vordering tot teruggave van een gelijk bedrag.
3. Degene die zonder rechtsgrond een prestatie van andere aard heeft verricht, heeft eveneens jegens de ontvanger recht op ongedaanmaking daarvan.
Uitleg in duidelijke taal
1. Degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, is gerechtigd dit van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen.
Dit betekent letterlijk dat de persoon die aan een ander zonder een juridische basis (zonder rechtsgrond) een goed heeft overhandigd, het recht heeft (is gerechtigd) om dit goed van de ontvanger terug te eisen (terug te vorderen) op grond van onverschuldigde betaling.
2. Betreft de onverschuldigde betaling een geldsom, dan strekt de vordering tot teruggave van een gelijk bedrag.
Dit houdt in dat indien de onverschuldigde betaling een som geld (geldsom) betreft, de eis (vordering) gericht is op (strekt tot) de teruggave van een identiek (gelijk) bedrag.
3. Degene die zonder rechtsgrond een prestatie van andere aard heeft verricht, heeft eveneens jegens de ontvanger recht op ongedaanmaking daarvan.
Dit stelt dat de persoon die zonder een juridische basis (zonder rechtsgrond) een handeling of dienst van een andere soort (prestatie van andere aard) heeft uitgevoerd, ook (eveneens) ten opzichte van de ontvanger het recht heeft om die prestatie ongedaan te maken.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBOVE:2025:5605 - Rechtbank Overijssel - 10 september 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:6375 - Rechtbank Amsterdam - 5 september 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:6696 - Rechtbank Gelderland - 13 augustus 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11006 - Onverschuldigde Betaling na Bankfraude: Beroep op Redelijkheid en Billijkheid Verworpen - 12 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een ontvanger van frauduleus overgemaakt geld dit op grond van onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW) moet terugbetalen. Een beroep op de redelijkheid en billijkheid slaagt niet, omdat de rekeninghouder onzorgvuldig was door zijn pinpas en pincode onvoldoende te beschermen.