Terug naar bibliotheek
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:7398 - Rechtbank Gelderland - 27 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBGEL:2025:739827 augustus 2025

Rechtsgebieden

Civiel RechtVerbintenissenrecht

Uitspraak inhoud

RECHTBANK GELDERLAND

Civiel recht Kantonrechter

Zittingsplaats Apeldoorn

Zaaknummer: 11570970 \ CV EXPL 25-556

Vonnis van 27 augustus 2025

in de zaak van

ARYZA B.V., te Nieuwegein, eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie, hierna te noemen: Aryza, gemachtigde: P.M.C. Tjepkema, gerechtsdeurwaarder,

tegen

ARMAERE B.V., ook handelend onder de naam ARMAERA INCASSOSPECIALISTEN & GERECHTSDEURWAARDERS, te Apeldoorn, gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie, hierna te noemen: Armaere, gemachtigde: mr. E.J. Bijl.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • het tussenvonnis van 30 april 2025,

  • de mondelinge behandeling van 9 juli 2025, waarvan aantekeningen zijn gemaakt door de griffier.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1. Tussen Armaere en de rechtsvoorganger van Aryza, Collenda ESA B.V. (hierna: Collenda), heeft een overeenkomst bestaan op grond waarvan Armaere vanaf 2016 een softwarepakket van Collenda heeft afgenomen. In dit softwarepakket heeft Armaere haar financiële administratie ingevoerd en dossiers vastgelegd.

2.2. In of omstreeks september 2020 heeft Armaere voormelde overeenkomst met Collenda opgezegd tegen 31 december 2020.

2.3. Armaere is eind 2020/begin 2021 overgestapt naar een ander softwarepakket van een ander bedrijf. Om deze overstap administratief te kunnen maken, moest Armaere haar financiële gegevens en digitale dossiers klaarzetten. Zij heeft hiervoor een zogenoemde ‘Dumptool’ afgenomen van Collenda. Collenda heeft daarvoor een bedrag van € 3.569,50 aan Armaere in rekening gebracht, welk bedrag door Armaere aan Collenda is betaald.

2.4. Omdat het Armaere niet lukte om haar data via de Dumptool bij de nieuwe aanbieder van het softwarepakket beschikbaar te krijgen, heeft Collenda in opdracht van Armaere werkzaamheden verricht om de data beschikbaar te stellen. Collenda heeft daarvoor een bedrag van € 1.326,77 aan Armaere in rekening gebracht, welk bedrag door Armaere aan Collenda is betaald.

2.5. Eind 2020 hebben partijen een overeenkomst gesloten op grond waarvan Armaere een archieflicentie van Collenda heeft afgenomen voor een door Armaere maandelijks te betalen bedrag van € 247,45 (incl. btw) (hierna: de overeenkomst). Deze archieflicentie houdt in dat Armaere de door haar in de omgeving van Collenda opgebouwde data kan blijven raadplegen zonder dat zij nog gebruik zou moeten maken van de overige software die zij op grond van de eerdere overeenkomst met Collenda in gebruik had.

2.6. Op de rechtsverhouding van partijen zijn de ALGEMENE VOORWAARDEN COLLENDA ESA B.V. – V3.0 (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing. Artikel 3 lid 2 van de algemene voorwaarden luidt als volgt: “Collenda behoudt zich het recht voor ieder kalenderjaar zowel haar algemeen geldende, als met Opdrachtgever overeengekomen tarieven, alsmede periodiek door Opdrachtgever verschuldigde vergoedingen (zoals een onderhoudsabonnementsprijs) aan te passen aan het gestegen kosten- en prijspeil. Een verhoging zal evenwel niet meer bedragen dan het wijzigingspercentage van het CBS-indexcijfer voor de gezinsconsumptie (1980 = 100), afgerond op hele euro’s. Collenda zal Opdrachtgever 3 maanden voorafgaand aan een voorgenomen prijs- en/of tariefsaanpassing in kennis stellen.”

2.7. In september 2023 heeft Armaere de overeenkomst opgezegd tegen 1 december 2023.

2.8. Bij e-mail van 6 oktober 2023 heeft [naam 1] van Collenda aan Armaere bericht: “Naar aanleiding van de afstemming met [naam 2] , ontvangt u hierbij de bevestiging voor het beëindigen van de Archieflicentie. Tevens hierbij ingesloten een overeenkomst voor het vernietigen van data, welke wij graag getekend voor akkoord retour ontvangen.” In de bij de e-mail gevoegde overeenkomst is het volgende vermeld: “Hierbij verleent u Collenda ESA B.V. om de door Armaere Gerechtsdeurwaarders opgebouwde data in de Collenda ASP-omgeving te vernietigen.

De vernietiging zal definitief en onomkeerbaar zijn, met andere woorden na vernietiging is er geen enkele mogelijkheid meer de data alsnog terug te krijgen.

Wij verzoeken u deze overeenkomst getekend aan ons te retourneren voor 30 november 2023. (…)”

2.9. Armaere heeft niet op de e-mail van 6 oktober 2023 gereageerd, ook niet na een rappel op 17 november 2023 door [naam 2] van Collenda.

2.10. Bij e-mail van 30 november 2023 heeft [naam 2] aan Armaere bericht: “De klok tikt verder, morgen is het de 1ste, en tenzij ik me vergis hebben we het akkoord hierop nog niet binnen. Wil je dat alsnog laten verzorgen zoals we vorige week ook even besproken hebben?

Als het de wens is de data niet weg te gooien is er eigenlijk maar een echt alternatief en dat is de archieflicentie verlengen/continueren. En als 2de optie: We maken een backup van de database en archieven en plaatsen die op een externe harddisk die we toezenden naar jullie en dan verwijderen na goede ontvangst en met jullie schriftelijke akkoord alsnog de data. Dat betekent wel dat de archieflicentie 1 maand doorloopt zodat we tijd hebben de disk te maken en jullie de goede ontvangst ervan kunnen bevestigen en de geplaatste data hebben kunnen controleren. Ik hoor graag wat er moet gebeuren.”

2.11. Armaere heeft hierop niet gereageerd.

2.12. Na 1 december 2023 heeft Collenda haar naam gewijzigd in Aryza.

2.13. Armaere heeft de door Aryza in rekening gebrachte maandelijkse abonnementsgelden voor de archieflicentie ter hoogte van € 225,36 per maand over de maanden december 2023 en januari 2024 aan Aryza betaald. De door Aryza in rekening gebrachte abonnementsgelden over de maanden februari tot en met oktober 2024 heeft zij onbetaald gelaten.

3 Het geschil

in conventie

3.1. Aryza vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Armaere zal veroordelen:

  1. om te gehengen en te gedogen dat Aryza vanaf de achtste dag na de dag van het in dezen te wijzen vonnis tot vernietiging van de door Armaere opgebouwde data in de omgeving van Aryza overgaat,

  2. Armaere zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 2.496,46 aan Aryza, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 2.028,24 vanaf 12 februari 2025 tot aan de dag van volledige betaling,alsmede Armaere zal veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente.

in reconventie

3.2. Armaere vordert, althans zo wordt de door haar geformuleerde vordering begrepen, dat de kantonrechter bij vonnis, voorwaardelijk, voor het geval geoordeeld wordt dat Armaere gehouden zou zijn na 30 november 2023 enige vergoeding aan Aryza te betalen voor de op initiatief van Aryza bewaarde data:

  1. de kosten voor het bewaren daarvan zal beperken op € 58,50, inclusief btw, dan wel de maandelijkse kosten te beperken tot de daadwerkelijke kosten voor het bewaren van de data, dan wel de maandelijkse kosten te beperken tot het redelijk te achten bedrag van € 2,50 per maand, dan wel de maandelijkse kosten te beperken tot het door de kantonrechter vast te stellen redelijke maandbedrag,

onvoorwaardelijk en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

  1. voor recht zal verklaren dat de archieflicentie per 1 december 2023 is beëindigd en dat alle eventuele kosten van Aryza voor verdere opslag voor de data van Armaere per 1 december 2023 voor rekening van Aryza blijven,

  2. Aryza zal veroordelen schriftelijk en omwonden te verklaren dat de door Armaere in de omgeving van Aryza opgebouwde data volledig en onbeschadigd door de nieuwe leverancier van Armaere werd ontvangen,

  3. Aryza zal veroordelen de door Armaere in de omgeving van Aryza opgebouwde data alsnog te vernietigen en zulks nadat de door Armaere in de omgeving van Aryza opgebouwde data volledig en onbeschadigd aan Armaere ter beschikking zijn gesteld door de betreffende data op een externe harde schijf te plaatsen en die externe harde schijf binnen twee weken na dagtekening van het vonnis aan Armaere af te geven,

  4. Aryza zal veroordelen om aan Armaere te betalen een bedrag van in totaal € 4.314,47, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente over:

  • € 491,86 vanaf 18 januari 2024 tot aan de dag van de volledige betaling,

  • € 3.569,50 vanaf 28 oktober 2020 tot aan de dag van de volledige betaling,

  • € 253,11 vanaf 12 november 2024 tot aan de dag van volledige betaling,alsmede Aryza zal veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.

in conventie en in voorwaardelijke reconventie

3.3. Partijen hebben over en weer verweer gevoerd. Zij hebben geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid, dan wel tot afwijzing van de onderscheiden vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van de wederpartij in de kosten van deze procedure.

3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1. Omdat de vorderingen in conventie en in reconventie nauw met elkaar samenhangen, bespreekt de kantonrechter deze gezamenlijk.

Abonnementsgelden archieflicentie

4.2. Partijen verschillen in de eerste plaats van mening over de vraag of Armaere over de periode van december 2023 tot en met oktober 2024 abonnementsgelden aan Aryza is verschuldigd voor de archieflicentie. Aryza vordert in conventie in dit verband betaling van de abonnementsgelden over de periode van 1 februari tot en met 31 oktober 2024 (een bedrag van in totaal € 2.028,24). Armaere heeft de verschuldigdheid daarvan betwist. In reconventie vordert zij tevens terugbetaling van de reeds door haar betaalde abonnementsgelden over de maanden december 2023 en januari 2024 (een bedrag van in totaal € 491,86).

4.3. Armaere aangevoerd dat zij de overeenkomst heeft opgezegd tegen 1 december 2023. De overeenkomst is daarmee volgens Armaere beëindigd zodat een grondslag voor de betaling van de abonnementsgelden vanaf die datum ontbreekt.

4.4. Aryza heeft betwist dat de overeenkomst is beëindigd door de opzegging. Zij heeft daartoe aangevoerd, althans zo worden haar stellingen begrepen, dat de overeenkomst ondanks de opzegging is voortgezet, dan wel is verlengd omdat Armaere geen toestemming heeft verleend aan Aryza om de door Armaere in de omgeving van Aryza opgebouwde data te vernietigen.

4.5. Uit de hiervoor uiteengezette feiten blijkt dat Armaere de overeenkomst in september 2023 heeft opgezegd tegen 1 december 2023. Niet in geschil is dat Armaere bevoegd was om de overeenkomst op te zeggen en dat zij de juiste opzegtermijn in acht heeft genomen. Door Armaere is voorts niet gesteld en evenmin is gebleken dat partijen op enig moment zijn overeengekomen dat de overeenkomst alleen kan worden opgezegd wanneer Armaere uitdrukkelijk schriftelijk toestemming aan Aryza verleent om de door Armaere in de omgeving van Aryza opgebouwde data te vernietigen. Uit de e-mail van 6 oktober 2023 van de rechtsvoorganger van Aryza blijkt dit in elk geval niet. In die e-mail heeft Aryza de ontvangst van de opzegging bevestigd en heeft zij juist bevestigd dat de overeenkomst wordt beëindigd per 1 december 2023. Weliswaar heeft Aryza Armaere in dezelfde e-mail verzocht om de bij de e-mail gevoegde overeenkomst – waarin is bepaald Aryza toestemming van Armaere krijgt om de gegevens te vernietigen – te ondertekenen, maar dat dit een voorwaarde is voor de opzegging van de overeenkomst blijkt daaruit niet. Uitgangspunt is dan ook dat aan de opzeggingsbevoegdheid geen voorwaarden zijn verbonden. Armaere heeft de overeenkomst derhalve in september 2023 rechtsgeldig opgezegd. Deze opzegging heeft het einde van de overeenkomst bewerkstelligd tegen 1 december 2023.

4.6. Omdat de overeenkomst per 1 december 2023 is geëindigd, is Armaere niet gehouden om op grond van die overeenkomst vanaf 1 december 2023 abonnementsgelden aan Aryza te betalen. Van een verlenging of voortzetting van de overeenkomst is niet gebleken. Aryza wordt niet gevolgd in haar stelling dat zij de archieflicentie in stand moest houden om de data van Armaere te kunnen bewaren. Zij was daartoe immers niet langer verplicht aangezien de overeenkomst door Aryza was opgezegd. Niet in geschil is bovendien dat zij de data ook op een andere minder bezwaarlijke wijze kon behouden, namelijk door de data op een externe harde schijf te plaatsen. Daarmee had zij eventuele verdere opslagkosten kunnen voorkomen. De conclusie is dan ook dat de vordering van Aryza die strekt tot betaling van de abonnementsgelden over de maanden februari tot en met oktober 2024 zal worden afgewezen omdat voor toewijzing daarvan geen grondslag is gebleken.

4.7. Het vorenstaande brengt met zich dat de in reconventie door Armaere gevorderde verklaring voor recht zal worden toegewezen op de wijze zoals hierna in de beslissing is vermeld. De door Armaere in reconventie gevorderde terugbetaling van de abonnementsgelden over de maanden december 2023 en januari 2024 ad € 491,86 zal eveneens worden toegewezen. Armaere heeft deze bedragen onverschuldigd aan Aryza betaald omdat een rechtsgrond van die betaling ontbreekt (artikel 6:203 lid 1 BW). De door Armaere gevorderde wettelijke rente over het bedrag van € 491,86 is eveneens toewijsbaar.

Vernietiging data

4.8. Beide partijen hebben gevorderd dat Aryza de door Armaere in de omgeving van Aryza opgebouwde data mag/zal vernietigen. Armaere stelt aan deze vordering echter wel de voorwaarde dat Aryza eerst de data op een externe harde schijf plaatst en die externe harde schijf aan Armaere verstrekt. Aryza heeft in de conclusie antwoord in reconventie en tijdens de mondelinge behandeling aangegeven bereid te zijn de gegevens op een door haar aangeschafte externe harde schijf te plaatsen en die externe harde schijf aan Armaere af te geven mits Armaere aan haar betalingsverplichtingen jegens Aryza heeft voldaan. Zoals hiervoor is komen vast te staan, is niet gebleken dat Armaere nog abonnementsgelden aan Aryza is verschuldigd. Aangenomen wordt daarom dat partijen het erover eens zijn dat Aryza de door Armaere in de omgeving van Aryza opgebouwde data mag vernietigen nadat Aryza de data volledig en onbeschadigd aan Armaere ter beschikking heeft gesteld door de betreffende data op een externe harde schijf te plaatsen en die externe harde schijf aan Armaere af te geven. Het in dit verband door beide partijen gevorderde zal dan ook worden toegewezen zoals hierna in de beslissing is vermeld.

4.9. Opgemerkt wordt dat Armaere op grond van het hier in zoverre analogisch toe te passen artikel 7:601 lid 3 BW, de in redelijkheid te maken onkosten die Aryza zal moeten maken om de gegevens op een externe door haar aan te schaffen harde schijf te plaatsen, dient te vergoeden aan Aryza.

Verklaring

4.10. Armaere heeft in reconventie tevens gevorderd dat Aryza zal worden veroordeeld dat zij schriftelijk en omwonden zal verklaren dat de door Armaere in de omgeving van Aryza opgebouwde data volledig en onbeschadigd door de nieuwe leverancier van Armaere werden ontvangen. Door Armaere is echter niet gesteld welk belang zij bij toewijzing van deze vordering heeft. Daarnaast is Armaere niet ingegaan op de stellingen van Aryza dat zij niet verantwoordelijk is voor wat er na de overdracht met de data is gebeurd en zij niets kan verklaren of garanties kan afgeven over de verbinding die Armaere bij de overdracht van de gegevens heeft gebruikt. Dit onderdeel van de vordering zal dan ook bij gebreke van een deugdelijke toelichting worden afgewezen.

Dumptool

4.11. Armaere heeft gesteld dat Aryza het betaalde bedrag van € 3.569,50 voor de Dumptool moet terugbetalen omdat zij dit bedrag onverschuldigd aan Aryza heeft betaald. Zij heeft daartoe gesteld dat de Dumptool geheel ongeschikt en ondeugdelijk was en dat zij daardoor ook geen deugdelijk gebruik daarvan kon maken.

4.12. Armaere wordt niet in haar stellingen gevolgd. Van een onverschuldigde betaling in de zin van artikel 6:203 lid 1 BW is immers geen sprake aangezien aan de betaling van het bedrag van € 3.569,50 wel degelijk een rechtsgrond ten grondslag ligt, namelijk de overeenkomst op grond waarvan Armaere voor de afname van de Dumptool voormeld bedrag aan Aryza diende te betalen. Voor zover Armaere heeft beoogd te stellen dat zij is ontheven van deze betalingsverplichting omdat Aryza is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst – te weten het leveren van een deugdelijk product – wordt zij ook niet in dit standpunt gevolgd. Armaere heeft de overeenkomst immers niet ontbonden of in rechte de ontbinding daarvan gevorderd (indien al mogelijk). Het enkel stellen dat sprake is van een tekortkoming is onvoldoende om te worden ontheven van de uit de overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichting. Dit betekent dat Armaere op grond van de overeenkomst – die nog steeds geldig is – onverminderd is gehouden om de vergoeding voor de Dumptool ter hoogte van € 3.569,50 te betalen, ook wanneer vast zou komen te staan dat de Dumptool ondeugdelijk is.

4.13. De conclusie is dat het door Armaere gestelde niet tot de conclusie kan leiden dat Aryza het bedrag van € 3.569,50 dient terug te betalen. Dit onderdeel van de vordering in reconventie zal derhalve worden afgewezen.

Abonnementsgelden in 2022 en 2023

4.14. Armaere heeft gesteld dat zij over de jaren 2022 en 2023 teveel abonnementsgelden aan (de rechtsvoorganger van) Aryza heeft betaald. Zij heeft daartoe gesteld dat partijen voor de afname van de archieflicentie een maandelijks door Armaere te betalen bedrag van € 247,45 (incl. btw) zijn overeengekomen terwijl zij in 2022 maandelijks € 251,08 en in 2023 maandelijks € 266,50 aan Collenda heeft betaald. Daarmee heeft Armaere naar eigen zeggen een bedrag van in totaal € 253,11 teveel aan Aryza betaald. Dit bedrag moet door haar worden terugbetaald, aldus Armaere.

4.15. Armaere wordt niet in haar stellingen gevolgd. Daarvoor is redengevend dat Collenda op grond van artikel 3 lid 2 van de algemene voorwaarden gerechtigd was om de abonnementsgelden voor de afname van de archieflicentie aan te passen aan het gestegen kosten- en prijspeil (zie hiervoor 2.6.). Door Armaere is niet betwist dat de algemene voorwaarden toepasselijk zijn. Voorts is niet in geschil dat de verhoging die Collenda heeft toegepast op de abonnementsgelden in overeenstemming is met het in de algemene voorwaarden genoemde wijzigingspercentage en dat Collenda Armaere tijdig voorafgaand aan de prijsaanpassing in kennis heeft gesteld. Uitgangspunt is dan ook dat Collenda bevoegd was om de hoogte van de abonnementsgelden aan te passen op de wijze zoals zij heeft gedaan.

4.16. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de in reconventie gevorderde betaling van het bedrag van € 253,11 zal worden afgewezen.

Buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten

4.17. Omdat Armaere niet eerder dan in deze procedure heeft aangegeven dat de opgeslagen data onder voorwaarden kunnen worden vernietigd terwijl zij herhaaldelijk door Aryza om is verzocht om daarover uitsluitsel te geven, is zij in beginsel buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten verschuldigd.

4.18. Aryza heeft onbetwist gesteld dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht dan wel heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De hoogte van het bedrag ad € 304,24 is in overeenstemming met het tarief dat is weergegeven in het (niet rechtstreeks van toepassing zijnde) Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en dat geacht worden redelijk te zijn bij vordering van onbepaalde waarde als de onderhavige. De in conventie gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen dan ook worden toegewezen.

4.19. Armaere heeft in conventie te gelden als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij. Zij moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) van Aryza in conventie betalen. Van het griffierecht blijft een bedrag van € 250,00 (€ 385,00 -/- € 135,00) als nodeloos veroorzaakt voor rekening van Aryza. De proceskosten van Aryza worden vastgesteld en begroot op:

4.20. Aryza is in reconventie grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van Armaere in reconventie betalen. De proceskosten van Armaere worden vastgesteld op € 204,00 aan salaris gemachtigde. Daarvoor wordt één punt toegekend gelet op samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie.

5 De beslissing

De kantonrechter

zowel in conventie als in reconventie

5.1. veroordeelt Aryza om de door Armaere opgebouwde data in de omgeving van Aryza te vernietigen nadat Aryza de data volledig en onbeschadigd aan Armaere ter beschikking heeft gesteld door de betreffende data op een externe harde schijf te plaatsen en die externe harde schijf aan Armaere af te geven,

in conventie

5.2. veroordeelt Armaere om aan Aryza te betalen een bedrag van € 304,24 aan buitengerechtelijke incassokosten,

5.3. veroordeelt Armaere in de proceskosten van € 800,35, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Armaere niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,

5.4. veroordeelt Armaere tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,

5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.6. wijst het meer of anders gevorderde af,

in reconventie

5.7. verklaart voor recht dat de archieflicentie per 1 december 2023 is beëindigd en dat de abonnementsgelden voor de verdere opslag van de data van Armaere per 1 december 2023 voor rekening van Aryza blijven,

5.8. veroordeelt Aryza om aan Armaere te betalen een bedrag van € 491,86, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 18 januari 2024 tot aan de dag van volledige betaling,

5.9. veroordeelt Aryza in de proceskosten van € 204,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,

5.10. veroordeelt Aryza tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,

5.11. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.12. wijst het meer of anders gevorderde af.