Artikel 2 (Redelijkheid billijkheid gedragsplicht en beperking)
1. Schuldeiser en schuldenaar zijn verplicht zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid.
2. Een tussen hen krachtens wet, gewoonte of rechtshandeling geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Uitleg in duidelijke taal
1. Schuldeiser en schuldenaar zijn verplicht zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid.
Dit betekent dat de schuldeiser en de schuldenaar verplicht zijn om zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid.
2. Een tussen hen krachtens wet, gewoonte of rechtshandeling geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Dit betekent dat een tussen hen krachtens wet, gewoonte of rechtshandeling geldende regel niet van toepassing is, voor zover de toepassing hiervan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:GHAMS:2025:2089 - Gerechtshof Amsterdam - 5 augustus 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17366 - Rechtbank Den Haag - 11 september 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:6806 - Rechtbank Gelderland - 13 augustus 2025
ECLI:NL:HR:2025:1055 - Mallorcazaak: groepsaansprakelijkheid, vererfd smartengeld en gederfd levensonderhoud - 8 juli 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een comateus slachtoffer dat direct na het delict bewusteloos raakt en overlijdt, geen voor vererving vatbare immateriële schade lijdt. Ook zet de Raad uiteen dat bij complexe vorderingen voor gederfd levensonderhoud de rechter moet waarborgen dat de verdediging voldoende gelegenheid tot verweer heeft.
ECLI:NL:GHAMS:2025:2540 - Gerechtshof Amsterdam - 30 september 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2556 - Gerechtshof Amsterdam - 30 september 2025
ECLI:NL:PHR:2025:1041 - Parket bij de Hoge Raad - 26 september 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:10742 - Rechtbank Noord-Holland - 24 september 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1888 - Gerechtshof Den Haag - 23 september 2025
ECLI:NL:PHR:2025:1012 - Conclusie A-G: Verrekeningsverbod bank (art. 54 Fw) geldt ook voor uitgaande betalingen - 19 september 2025
De Procureur-Generaal concludeert dat het verrekeningsverbod van artikel 54 Fw voor een bank die niet te goeder trouw is, zich uitstrekt tot zowel inkomende als uitgaande betalingen. De verrekeningsmethode, die verrekening van uitgaande betalingen toestaat, is volgens de A-G onjuist en strijdig met de paritas creditorum.
ECLI:NL:PHR:2025:1013 - Conclusie A-G: Verrekeningsverbod art. 54 Fw geldt ook voor uitgaande betalingen - 19 september 2025
De Procureur-Generaal concludeert tot verwerping van het cassatieberoep. Het verrekeningsverbod van artikel 54 Fw voor een bank die niet te goeder trouw is, geldt niet alleen voor inkomende betalingen, maar ook voor uitgaande betalingen die de bank na de peildatum in opdracht van de schuldenaar verricht.
ECLI:NL:RBROT:2025:11006 - Onverschuldigde Betaling na Bankfraude: Beroep op Redelijkheid en Billijkheid Verworpen - 12 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een ontvanger van frauduleus overgemaakt geld dit op grond van onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW) moet terugbetalen. Een beroep op de redelijkheid en billijkheid slaagt niet, omdat de rekeninghouder onzorgvuldig was door zijn pinpas en pincode onvoldoende te beschermen.