Artikel 166 (Groepsaansprakelijkheid onrechtmatige daad)
1. Indien één van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het aldus toebrengen van schade deze personen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk indien deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend.
2. Zij moeten onderling voor gelijke delen in de schadevergoeding bijdragen, tenzij in de omstandigheden van het geval de billijkheid een andere verdeling vordert.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien één van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het aldus toebrengen van schade deze personen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk indien deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend.
Dit lid stelt dat wanneer een persoon, die deel uitmaakt van een groep, onrechtmatig schade toebrengt, en de kans dat op deze wijze schade zou worden toegebracht deze personen had moeten weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zij hoofdelijk aansprakelijk zijn. Dit is het geval indien deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend.
2. Zij moeten onderling voor gelijke delen in de schadevergoeding bijdragen, tenzij in de omstandigheden van het geval de billijkheid een andere verdeling vordert.
Dit lid bepaalt dat de aansprakelijke personen onderling voor gelijke delen in de schadevergoeding moeten bijdragen. Echter, als de billijkheid in de specifieke omstandigheden van het geval een andere verdeling vordert, kan van deze gelijke verdeling worden afgeweken.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:HR:2025:1055 - Mallorcazaak: groepsaansprakelijkheid, vererfd smartengeld en gederfd levensonderhoud - 8 juli 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een comateus slachtoffer dat direct na het delict bewusteloos raakt en overlijdt, geen voor vererving vatbare immateriële schade lijdt. Ook zet de Raad uiteen dat bij complexe vorderingen voor gederfd levensonderhoud de rechter moet waarborgen dat de verdediging voldoende gelegenheid tot verweer heeft.
ECLI:NL:RBNHO:2025:7655 - Rechtbank Noord-Holland - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9035 - Rechtbank Rotterdam - 2 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:7641 - Rechtbank Noord-Holland - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:7648 - Rechtbank Noord-Holland - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:7652 - Rechtbank Noord-Holland - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:7653 - Rechtbank Noord-Holland - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5691 - Medeplegen van doodslag door jeugdige bij groepsgeweld met messen - 24 september 2025
Rechtbank Overijssel veroordeelt een jeugdige voor het medeplegen van doodslag en poging tot doodslag. De rechtbank oordeelt dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking omdat de verdachte actief en agressief deelnam aan het gevecht en een mes had, waardoor gezamenlijke verantwoordelijkheid ontstaat.
ECLI:NL:RBNHO:2025:8765 - Rechtbank Noord-Holland - 30 juli 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:9618 - Rechtbank Limburg - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:9638 - Rechtbank Limburg - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:9651 - Rechtbank Limburg - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:9678 - Rechtbank Limburg - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5695 - Medeplegen van doodslag bij groepsgeweld met messen in Enschede - 24 september 2025
De Rechtbank Overijssel veroordeelt een verdachte als medepleger van doodslag en poging tot doodslag. Hoewel niet vaststaat wie de fatale steken toebracht, is de actieve en agressieve deelname aan de confrontatie, in de wetenschap dat medeverdachten messen droegen, voldoende voor een nauwe en bewuste samenwerking.