Artikel 2f
1. De Autoriteit Financiële Markten stelt de Nederlandsche Bank in kennis van het voornemen om:
a. op grond van artikel 8, eerste lid, artikel 9, eerste lid, of artikel 10, eerste lid, van verordening (EU) 2022/858 (verordening) (DLT pilot regime) een specifieke toestemming te verlenen; b. op grond van artikel 8, twaalfde lid, artikel 9, twaalfde lid, of 10, twaalfde lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (verordening) (DLT pilot regime) een specifieke toestemming in te trekken; c. op grond van artikel 8, dertiende lid, artikel 9, dertiende lid, of 10, dertiende lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (verordening) (DLT pilot regime) een materiële wijziging goed te keuren; d. op grond van artikel 11, derde lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (verordening) (DLT pilot regime) het doorvoeren van corrigerende maatregelen te eisen.
2. De Nederlandsche Bank kan de Autoriteit Financiële Markten een bindende aanbeveling doen om:
a. op grond van artikel 8, eerste of dertiende lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (verordening) (DLT pilot regime) additionele prudentiële waarborgen als bedoeld in artikel 7, zesde lid, derde alinea, van die verordening op te leggen danwel op grond van artikel 8, twaalfde lid, onderdeel b of f, van die verordening de specifieke toestemming in te trekken wegens het niet voldoen aan artikel 7, zesde lid, derde alinea van die verordening; b. op grond van artikel 9, eerste lid, of artikel 10, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (verordening) (DLT pilot regime) een specifieke toestemming te verlenen; c. op grond van artikelen 9, twaalfde lid, of 10, twaalfde lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (verordening) (DLT pilot regime) een specifieke toestemming in te trekken; d. op grond van artikel 9, dertiende lid, of artikel 10, dertiende lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (verordening) (DLT pilot regime) een goedkeuring te verlenen aan een materiële wijziging; e. op grond van artikel 11, derde lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (verordening) (DLT pilot regime) het doorvoeren van corrigerende maatregelen te eisen.
3. Indien de Nederlandsche Bank op grond van het tweede lid de Autoriteit Financiële Markten een bindende aanbeveling doet, geeft de Autoriteit Financiële Markten uitvoering aan die aanbeveling.
4. Een bindende aanbeveling als bedoeld in het derde lid is met redenen omkleed.
5. Indien de Autoriteit Financiële Markten besluit tot het niet verlenen van een specifieke toestemming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of besluit tot het intrekken van een specifieke toestemming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of besluit tot het niet goedkeuren van een materiële wijziging als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, naar aanleiding van een bindende aanbeveling van de Nederlandsche Bank, maakt dat advies deel uit van het besluit.
Details
[Regeling vervallen per 01-04-2024]