Terug naar bibliotheek
Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële marktenArtikel 2d

Artikel 2d

Laatste versie

1. De Autoriteit Financiële Markten stelt de Nederlandsche Bank in kennis van het voornemen om op grond van artikel 8, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2019/1238 (verordening) (PEPP) de registratie van een paneuropees persoonlijk pensioenproduct door te halen.

2. De Nederlandsche Bank kan de Autoriteit Financiële Markten een bindende aanbeveling doen om op grond van artikel 8 van de in het eerste lid genoemde verordening de registratie van een paneuropees persoonlijk pensioenproduct door te halen op een of meer van de volgende gronden:

a. de PEPP-aanbieder heeft, naar later blijkt, bij de aanvraag van de registratie onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt, en kennis omtrent de juiste en volledige gegevens zou ertoe hebben geleid dat de Nederlandsche Bank op grond van artikel 2c, tweede lid, had geadviseerd om de aanvraag tot registratie af te wijzen; b. de PEPP-aanbieder heeft omstandigheden of feiten verzwegen op grond waarvan, zo zij voor het tijdstip waarop het paneuropese persoonlijke pensioenproduct was geregistreerd zich hadden voorgedaan of bekend waren geweest, de Nederlandsche Bank op grond van artikel 2c, tweede lid, zou hebben geadviseerd om de aanvraag van de registratie af te wijzen; c. de PEPP-aanbieder heeft de in het eerste lid genoemde verordening ernstig of stelselmatig geschonden en de Nederlandsche Bank is ervan overtuigd dat er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat de schending of schendingen een risico vormen voor de stabiliteit van het financiële stelsel of een deel daarvan in ten minste één lidstaat; d. de PEPP-aanbieder of het paneuropese persoonlijke pensioenproduct voldoet niet meer aan de voorwaarden waaronder het paneuropese persoonlijke pensioenproduct is geregistreerd, en de Nederlandsche Bank is ervan overtuigd dat er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat dat een risico vormt voor de stabiliteit van het financiële stelsel of een deel daarvan in ten minste één lidstaat.

3. Indien de Nederlandsche Bank op grond van het tweede lid een bindende aanbeveling doet om de registratie door te halen, geeft de Autoriteit Financiële Markten uitvoering aan die aanbeveling.

4. Een bindende aanbeveling als bedoeld in het derde lid is met redenen omkleed.

5. Indien de Autoriteit Financiële Markten uitvoering geeft aan de aanbeveling door een besluit te nemen, maakt de aanbeveling deel uit van het te nemen besluit.

Details

[Regeling vervallen per 01-04-2024]