Artikel 2e
1. De Autoriteit Financiële Markten stelt de Nederlandsche Bank in kennis van het voornemen om op grond van artikel 63, eerste lid, van de verordening (EU) nr. 2019/1238 (PEPP) het op de markt brengen en distribueren van een paneuropees persoonlijk pensioenproduct te verbieden of te beperken.
2. De Nederlandsche Bank kan de Autoriteit Financiële Markten een bindende aanbeveling doen om op grond van artikel 63, eerste lid, van de in het eerste lid genoemde verordening het op de markt brengen en distribueren van een paneuropees persoonlijk pensioenproduct te verbieden of te beperken op de grond dat redelijkerwijs is aan te nemen dat het paneuropese persoonlijke pensioenproduct een risico vormt voor de stabiliteit van het financiële stelsel of een deel daarvan in ten minste een lidstaat, mits is voldaan aan artikel 63, eerste lid, onderdelen b tot en met d.
3. Indien de Nederlandsche Bank op grond van het tweede lid de Autoriteit Financiële Markten een bindende aanbeveling doet om te besluiten tot het verbieden of beperken van het op de markt brengen en distribueren van een paneuropees persoonlijk pensioenproduct, geeft de Autoriteit Financiële Markten uitvoering aan die aanbeveling.
4. Een bindende aanbeveling als bedoeld in het derde lid is met redenen omkleed.
5. Indien de Autoriteit Financiële Markten besluit tot het verbieden of beperken van het op de markt brengen en distribueren van een paneuropees Europees persoonlijk pensioenproduct naar aanleiding van een bindende aanbeveling van De Nederlandsche Bank, maakt dat advies deel uit van het besluit.
Details
[Regeling vervallen per 01-04-2024]