Uitspraak inhoud

Team straf 1

Parketnummer: 10-266825-24 Datum uitspraak: 1 augustus 2025 Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988, ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres 1] , [postcode] [woonplaats] , ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de [naam PI] , raadsvrouw mr. M.H. Aalmoes, advocaat te Amsterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 18 juli 2025.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding en nader is omschreven in een toegewezen vordering op grond van artikel 314a Wetboek van Strafvordering (Sv). De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. L. de Jong heeft gevorderd:

4 Bevoegdheid rechtbank

4.1. Standpunt verdediging De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank Rotterdam onbevoegd is om de onderhavige zaak te behandelen, nu sprake zou zijn van een gelijktijdige vervolging als bedoeld in artikel 6, tweede lid, Sv. Daartoe is aangevoerd dat de feiten waarvoor de medeverdachten worden vervolgd in Amsterdam deels dezelfde feiten betreffen als in het onderhavige dossier (Manio) en dat de ten laste gelegde periodes eveneens overlappen.

4.2. Standpunt officier van justitie De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de rechtbank Rotterdam wel bevoegd is en verzet zich derhalve tegen verwijzing van de zaak naar de rechtbank Amsterdam.

4.3. Beoordeling De rechtbank is - in lijn met eerdere beslissingen hieromtrent van deze rechtbank - van oordeel dat geen sprake is van gelijktijdige vervolging voor hetzelfde feit. Als al sprake is van overlap van een aantal aangevers geldt daarbij dat er nog dertien andere aangevers zijn en dat er bovendien nog drie andere feiten op de tenlastelegging staan waar de verdachte van wordt verdacht. Gelet daarop is artikel 6, tweede lid, Sv niet van toepassing. De rechtbank Rotterdam is bevoegd om van de zaak kennis te nemen.

5 Waardering van het bewijs

5.1. Bewijswaardering

5.1.1. Standpunt officier van justitie De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten en heeft daartoe het volgende aangevoerd.

Alle 19 aangevers zijn gebeld door IMEI-nummers die te koppelen zijn aan de Nokia- telefoon die in beslag is genomen in de woning waar de verdachte verbleef. Dat verdachte daadwerkelijk verbleef in die woning blijkt onder meer uit de beschrijving van camerabeelden en de verklaring van de partner van de verdachte. Dat de desbetreffende Nokia-telefoon ook daadwerkelijk in gebruik was bij de verdachte, blijkt uit het feit dat uit de zendmast- en locatiegegevens volgt dat deze telefoon steeds meebewoog met twee iPhones die aan verdachte zijn toe te schrijven, waarbij de zwarte iPhone van de verdachte zich op exact dezelfde locatie bevond als de Nokia-telefoon op de momenten waarop de slachtoffers werden gebeld.

Verder is in de telefoon van een medeverdachte een Snapchatgesprek aangetroffen waarin door meerdere personen wordt gesproken over de wijze van oplichting en over de gesprekken die zij hebben gevoerd met de slachtoffers. Een van de aan dit gesprek deelnemende Snapchataccounts ‘ [accountnaam 1] ’ is op meerdere manieren te koppelen aan de verdachte. Zo is het account gekoppeld aan het telefoonnummer dat toebehoort aan de verdachte en is bij het maken van het account gebruik gemaakt van het IP adres [adres 2] te Rotterdam, het adres waar de verdachte verbleef.

In vier gevallen die zijn tenlastegelegd, is gebleken dat kort nadat bankpassen door de slachtoffers zijn meegegeven, met diezelfde bankpassen contant geld wordt opgenomen. Gelet op het korte tijdsbestek daartussen en het dusdanige georganiseerde verband waarvan hierbij is gebleken, kunnen deze handelingen eveneens worden toegeschreven aan de verdachte. Dit geldt ook voor het onder 5 ten laste gelegde witwassen.

5.1.2. Standpunt verdediging De verdediging heeft vrijspraak bepleit en daartoe – samengevat – het volgende aangevoerd. De Nokia-telefoon, waarvan de IMEI-nummers zijn gelinkt aan de oplichtingsgesprekken, kan niet zonder meer aan verdachte worden toegeschreven. Weliswaar is deze telefoon aangetroffen in de woning aan de [adres 2] , maar volgens de verdediging verbleef verdachte daar niet structureel en is er geen bewijs dat hij de telefoon in handen heeft gehad of gebruikt. Er zijn geen vingerafdrukken of DNA van verdachte op het toestel aangetroffen. Ook is er sinds 24 augustus 2024 geen gebruik meer gemaakt van de Nokia-telefoon, terwijl de telefoon pas in oktober 2024 in de woning is aangetroffen. In de woning wordt bovendien door meerdere personen verbleven, waardoor niet kan worden uitgesloten dat anderen de telefoon hebben gebruikt.

De verdediging betoogt dat er onvoldoende individualisatie is: het koppelen van een IMEI-nummer aan verdachte is onvoldoende om te concluderen dat verdachte de gebruiker is geweest ten tijde van de oplichting, zeker nu er geen stemherkenning heeft plaatsgevonden. Uit de onderzoeksgegevens blijkt ook dat, naast een mannelijke beller, in tien gevallen een vrouwelijke stem te horen was. Bovendien heeft de officier van justitie op de zitting van 2 mei 2025 zelf erkend dat telefoons door meerdere personen kunnen worden gebruikt.

De verdediging stelt verder dat de aan iPhones gekoppelde Snapchataccounts niet aan verdachte zijn toe te schrijven. Het account “ [accountnaam 1] ” wordt wel gezien in de zwarte iPhone, maar dit betreft een contactmoment van oktober 2024 en ligt dus ver buiten de ten laste gelegde periode (juni tot augustus 2024). Andere accounts, zoals “ [accountnaam 2] ”, zijn niet aangetroffen bij verdachte. Ook zijn er geen goederen van aangevers bij verdachte aangetroffen, noch is verdachte zichtbaar op de filmpjes die in het dossier voorkomen.

De verdediging wijst erop dat reeds andere personen zijn aangehouden en veroordeeld voor vergelijkbare feiten in het onderzoek Manio en het onderzoek Nubila, onder wie [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . De rolverdeling en modus operandi in die zaken overlappen, maar het dossier bevat onvoldoende bewijs dat verdachte dezelfde rol van beller of wijkagent zou hebben gehad. Ten aanzien van het ten laste gelegde medeplegen stelt de verdediging, subsidiair, dat de rol van ‘wijkagent’ niet als medeplegen kan worden aangemerkt, nu die rol alleen uitvoerend is en verdachte – indien hij al gebeld zou hebben – slechts een ondergeschikte bijdrage zou hebben geleverd, zodat vrijspraak dient te volgen

Ten aanzien van de feiten 2 en 4 bepleit de verdediging eveneens vrijspraak en verwijst daarbij naar de uitspraak van rechtbank Amsterdam in de zaak van de medeverdachte, waarin de rechtbank tot het oordeel is gekomen dat de goederen zijn weggenomen in het kader van de oplichting en daarmee geen sprake is van diefstal.

5.1.3. Beoordeling

Feiten en modus operandi De rechtbank stelt het volgende vast. In de periode van 2 juli 2024 tot en met 18 oktober 2024 hebben in totaal 19 personen aangifte gedaan van helpdeskfraude. Uit de verschillende aangiftes kwam naar voren dat de daders steeds een vergelijkbare werkwijze hanteerden. Zij hebben gehandeld volgens een geraffineerde en doordachte werkwijze, gericht op het misleiden van voornamelijk slachtoffers op leeftijd, teneinde hen te bewegen tot het afstaan van waardevolle goederen en bankpassen. Daartoe werden slachtoffers telefonisch benaderd, waarbij de beller zich voordeed als een medewerker van de fraudehelpdesk. Daarna werd een tweede keer gebeld, waarbij een andere beller zich voordeed als een wijkagent of medewerker van een ondersteuningsteam. Tijdens deze gesprekken werd aan aangevers een zorgwekkend en geloofwaardig klinkend verhaal voorgehouden, namelijk dat zij slachtoffer waren geworden van (een poging tot) oplichting of fraude, dat hun bankpas verouderd was of dat hun computer besmet was met een virus. In sommige gevallen werd gesteld dat een verdachte transactie was tegengehouden en dat bij een schietpartij of bij een verdachte situatie gegevens van het slachtoffer of diens familielid waren aangetroffen. Daarbij werd gesproken over aangetroffen gereedschap, over reeds verrichte aanhoudingen en over de aanwezigheid van nog voortvluchtige verdachten, wat aanleiding zou geven tot een onveilige situatie of dreiging van een strafbaar feit.

Het slachtoffer werd vervolgens meegedeeld dat een fysieke controle noodzakelijk was en dat, ter voorkoming van verdere fraude, bankpassen en waardevolle goederen moesten worden overhandigd aan een medewerker die naar de woning zou komen. Daarbij werd aangegeven dat dit ten behoeve van forensisch onderzoek of ter 'veiligstelling' moest gebeuren. In enkele gevallen werd ook gesteld dat sloten moesten worden vervangen, dat aanpassingen aan het internet nodig waren of dat de telefoon moest worden afgesloten. Om het vertrouwen van het slachtoffer te winnen werd een code verstrekt, die bij het latere contact aan de deur kon worden genoemd ter verificatie van de identiteit van de zogenoemde medewerker.

Daarop begaf een persoon zich daadwerkelijk naar de woning van het slachtoffer, waar werd gevraagd naar de aanwezigheid van bankpassen, contant geld, sieraden, horloges, telefoons, schilderijen of andere waardevolle goederen, die vervolgens werden meegenomen of door het slachtoffer werden afgegeven. In het geval van bankpassen werd soms gevraagd deze ter plekke door te knippen. In vier gevallen is vervolgens met de afgegeven bankpassen kort daarna contant geld gepind.

Betrokkenheid verdachte De rechtbank stelt vast dat de verdachte betrokken is geweest bij de ten laste gelegde feiten. Die betrokkenheid blijkt uit het volgende.

Gebruikte IMEI-nummers, de Nokia-telefoon en koppeling aan de verdachte Uit onderzoek blijkt dat de slachtoffers zijn gebeld met een telefoon die te koppelen is aan de volgende IMEI-nummers: [IMEI-nummer 1] of [IMEI-nummer 2] .

Deze IMEI-nummers behoren bij een Nokia-telefoon, die op 24 oktober 2024 in beslag is genomen in de woning aan de [adres 2] te Rotterdam.

De partner van de verdachte – en tevens hoofdbewoner van deze woning– heeft op 28 oktober 2024, de dag van de doorzoeking, tegenover de politie verklaard dat zich in de ouderslaapkamer een wit ladeblok bevindt en dat één van de lades daarvan in gebruik is bij de verdachte. In die betreffende lade is de Nokia-telefoon aangetroffen waarmee de slachtoffers in deze zaak zijn benaderd. Deze verklaring is opgenomen in een proces-verbaal dat op ambtseed is opgemaakt door de verbalisant.

Ter terechtzitting van 18 juli 2025 is de partner van de verdachte als getuige gehoord en kwam zij terug op bovengenoemde verklaring. Zij heeft, in reactie op vragen van de raadsvrouw, verklaard dat zij dit niet tegen de politie zou hebben gezegd en dat er überhaupt geen lade of andere specifieke plek in de woning is waar de verdachte zijn persoonlijke spullen zou bewaren.

De rechtbank stelt vast dat sprake is van een aanzienlijke discrepantie tussen de verklaring van deze getuige zoals afgelegd bij de politie en de verklaring zoals afgelegd ter terechtzitting. De rechtbank acht de eerste verklaring - zoals opgenomen in het proces-verbaal van de politie - geloofwaardiger en betrouwbaarder dan de latere verklaring ter zitting. Daartoe acht de rechtbank van belang dat het proces-verbaal is opgemaakt door een opsporingsambtenaar, op ambtseed, en dat niet is gebleken van enige aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van die weergave. De rechtbank merkt in dat verband op dat een op ambtseed opgemaakte verklaring van een opsporingsambtenaar behoudens concrete aanwijzingen voor het tegendeel als juist dient te worden aangemerkt.

De rechtbank overweegt hierbij voorts dat de latere verklaring van de getuige ter terechtzitting niet alleen in strijd is met haar eerdere verklaring, maar ook minder overtuigend en gedetailleerd is,. Er zijn immers geen objectieve aanknopingspunten die haar latere verklaring ondersteunen, terwijl de eerdere verklaring wel in lijn is met de aangetroffen situatie in de woning, namelijk dat de Nokia-telefoon zich bevond in een specifieke lade in de ouderslaapkamer. De rechtbank zal daarom de door de getuige ter zitting afgelegde verklaring terzijde stellen en de eerder door haar afgelegde verklaring ten overstaan van de politie voor het bewijs gebruiken.

Daarnaast blijk uit het proces-verbaal van bevindingen historische gegevens dat de twee eerder genoemde IMEI-nummers die toebehoren aan de Nokia-telefoon telkens op dezelfde tijdstippen en op dezelfde locaties actief zijn als de zwarte iPhone 11 die in beslag is genomen onder de verdachte. Die zwarte iPhone 11 van de verdachte blijkt zich steeds in exact hetzelfde zendmastgebied te bevinden als de Nokia-telefoon waarmee gebeld wordt met de slachtoffers. Hieruit volgt dat de Nokia-telefoon en de zwarte iPhone 11 zich op de relevante momenten tegelijkertijd op dezelfde plekken bevinden, en dat zij dus samen met de verdachte ‘meebewegen’. Gelet op de locatie van het aantreffen van de Nokia-telefoon en de historische verkeersgegevens is de rechtbank van oordeel dat vastgesteld kan worden dat de verdachte de gebruiker is van de Nokia-telefoon. Dat mogelijk meerdere personen in de woning verblijven en er geen vingerafdrukken of DNA van de verdachte op de telefoon zijn aangetroffen, doet hieraan niet af.

Snapchataccounts ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 2] ’ De rechtbank is van oordeel dat de verdachte de gebruiker is van de Snapchataccounts ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 2] ’. Op de inbeslaggenomen telefoon van medeverdachte [medeverdachte 3] zijn gesprekken aangetroffen die gevoerd zijn via de applicatie ‘Snapchat’. Een van die gesprekken betreft een groepsgesprek tussen de accounts ‘ [accountnaam 3] ’, ‘ [accountnaam 4] ’, ‘ [accountnaam 5] ’ en ‘ [accountnaam 1] ’. De gesprekken hebben plaatsgevonden op 23 augustus 2024 en 24 augustus 2024. In voornoemd Snapchatgesprek wordt gesproken over de wijze van oplichting, de goederen die meegenomen moeten worden en ook worden namen genoemd van de zogenaamde wijkagent en bankmedewerker. De in het Snapchatgesprek genoemde namen komen terug in (in ieder geval een deel van) de telefoongesprekken die werden gevoerd met de slachtoffers. Dit blijkt uit de afgeluisterde tapgesprekken.

Uit onderzoek is gebleken dat het Snapchataccount ‘ [accountnaam 1] ’ gekoppeld is aan het telefoonnummer [gsm-nummer] en het gebruikte IP adres bij dit account betreft [IP-adres] .

Van het telefoonnummer [gsm-nummer] zijn de historische verkeersgegevens gevorderd. Uit deze gegevens blijkt dat voornamelijk gebruik wordt gemaakt van een zendmast aan de [adres 3] te Rotterdam en dat het nummer in een toestel zit met IMEI nummer [IMEI-nummer 3] . Dit betreft het IMEI nummer van de witte iPhone 7 die onder de verdachte in beslag is genomen. Vervolgens is de (tele)communicatie opgenomen en uitgeluisterd van dit nummer. Het telefoonnummer blijkt dan niet meer in gebruik, maar het toestel nog wel. Uit de gesprekken kan het volgende worden afgeleid. Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van een zendmast aan de [adres 3] te Rotterdam, de beller betreft een man met een Surinaams accent en bij één gesprek is op de achtergrond een kinderliedje te horen. De [straatnaam] ligt in de nabijheid van het verblijfadres van de verdachte (aan de [adres 2] ) en de verdachte heeft een dochter die ten tijde van de tenlastegelegde periode een jaar oud was.

Voorts is ook onderzoek gedaan naar het IP adres [IP-adres] . Dit IP adres blijkt op dat moment in gebruik te zijn bij de [adres 2] te Rotterdam, de woning waarvan reeds is vastgesteld dat de verdachte daar verblijft bij mevrouw [persoon A] die op dat adres staat ingeschreven.

Naast het Snapchataccount ‘ [accountnaam 1] ’ is nog een ander Snapchataccount aangetroffen, te weten ‘ [accountnaam 2] ’. Ook dit account is gekoppeld aan het telefoonnummer [gsm-nummer] en dit account maakt ook gebruik van het IP adres [IP-adres] . Uit nader onderzoek is gebleken dat vanuit het account ‘ [accountnaam 2] ’ een tweetal filmpjes zijn verstuurd.

Op het eerste filmpje is te zien dat met een mobiele telefoon een Nokia-telefoon wordt gefilmd. In het scherm van de Nokia-telefoon wordt de weerspiegeling gezien van een iPhone. In het scherm is eveneens te zien dat de Nokia-telefoon een dual sim betreft. In het scherm van de Nokia worden de volgende cijfers en symbolen gezien: #31# [telefoonnummer] . Op het tweede filmpje is in het scherm van de Nokia-telefoon wederom het volgende nummer te zien: #31# [telefoonnummer] . Vervolgens is te zien dat de Nokia-telefoon daadwerkelijk belt naar dit nummer. Op het beeldscherm is de datum 25.07.24 te zien. Aan de rechterzijde van de persoon wordt een versnellingspook gezien. Dit betreft geen handmatige versnellingsbak, maar een automatische versnellingsbak. Tevens wordt een snelheidsmeter en een mediasysteem waargenomen. Door de verbalisant is vervolgens een nader onderzoek ingesteld naar de inrichting van het voertuig, waarbij de verbalisant de camerabeelden - waarop delen van het voertuig te zien zijn - heeft vergeleken met de Seat Leon die op naam staat van mevrouw [persoon A] , de partner van de verdachte, Middels observaties en camerabeelden is vastgesteld dat de verdachte vaker gebruik maakt van dit voertuig. Uit het onderzoek is gebleken dat er grote gelijkenissen zijn tussen beide voertuigen.

Ook naar het telefoonnummer [telefoonnummer] is nader onderzoek gedaan. Gebleken is dat dit telefoonnummer toebehoort aan het slachtoffer [slachtoffer 1] . Zij heeft aangifte gedaan van oplichting op 25 juli 2024.

Deze omstandigheden wijzen gezamenlijk en in onderlinge samenhang op het feit dat verdachte gebruik heeft gemaakt van de Snapchataccounts ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 2] ’ en dat hij degene is geweest die met anderen heeft gecommuniceerd over het plannen en uitvoeren van de oplichtingen en dat hij betrokken is geweest bij het contacteren van de slachtoffers. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de verdediging dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de gebruiker is geweest van voornoemde accounts. Beide accounts zijn namelijk gekoppeld aan het telefoonnummer dat - zoals hierboven reeds is overwogen – is gebruikt in de witte Iphone 7 die is aangetroffen bij de verdachte. De combinatie van de aangetroffen toestellen, accounts, zendmastgegevens en het feit dat uit de tapgegevens blijkt dat juist met deze toestellen gesprekken met slachtoffers zijn gevoerd, maakt dat de rechtbank verdachte aanmerkt als gebruiker van zowel de aangetroffen Nokia-telefoon als de iPhones.

Oplichting en/of diefstal? Feiten 2 en 4 Door de verdediging is vrijspraak bepleit voor de onder 2 en 4 ten laste gelegde diefstallen. Daartoe is verwezen naar de uitspraak van de rechtbank Amsterdam in de zaak van de medeverdachte waarin is geoordeeld dat de goederen zijn weggenomen in het kader van oplichting en niet van diefstal. De rechtbank Amsterdam heeft in haar vonnis overwogen en geconcludeerd dat het meegeven van goederen als oplichting kwalificeert gezien de intentie van de gebruikte ‘babbeltruc’: “Dat niet al die waardevolle spullen vervolgens door de slachtoffers fysiek zijn overhandigd, maar dat sommige door de oplichter(s) zelf is/zijn gepakt, maakt niet dat de goederen niet meegenomen zijn in het kader van die oplichting”.

De rechtbank volgt dit verweer niet. Uit het dossier blijkt dat de verdachte en zijn medeverdachten de slachtoffers opzettelijk hebben misleid door zich voor te doen als bankmedewerker, helpdeskmedewerker of wijkagent. Deze misleiding was gericht op het verkrijgen van toegang tot bankrekeningen en/of het in bezit krijgen van waardevolle goederen. In dat kader zijn slachtoffers bewogen tot het afstaan of gereedleggen van bankpassen, pincodes of waardevolle goederen. De wijze waarop dit is gebeurd, wordt gekwalificeerd als oplichting.

In meerdere gevallen zijn echter de fysieke goederen vervolgens, zonder dat daarvoor expliciete toestemming was verleend en zonder dat deze goederen zelf door de slachtoffers waren overhandigd, door de medeverdachte feitelijk weggenomen. Deze onttrekking aan de beschikkingsmacht van de rechthebbende wordt gekwalificeerd als diefstal.

Er is daarmee sprake van een tweefasige uitvoering van het strafbare handelen: eerst wordt door misleiding vertrouwen gewekt en toestemming verkregen tot overdracht van gegevens of toegang, vervolgens worden goederen weggenomen, waarvan een deel van de goederen zelf zijn overhandigd door de slachtoffers en een ander deel van de goederen op eigen initiatief van de medeverdachte – zonder overhandiging door de slachtoffers zelf – zijn weggenomen. Deze gedragingen zijn juridisch te onderscheiden. De rechtbank acht daarom, in lijn met de tenlastelegging, zowel de oplichting als de diefstal van goederen bewezen.

Medeplegen De rechtbank is van oordeel dat de verdachte zich met voornoemde gedragingen meermalen schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting en diefstal door middel van een valse sleutel. Deze wijze van oplichting en diefstal, waarbij aangevers telefonisch worden benaderd door personen die zich voordoen als helpdeskmedewerkers en wijkagenten om zodoende de beschikking te krijgen over waardevolle goederen en bankpassen met pincodes om daarmee te pinnen, vergt een planmatige aanpak, intensieve samenwerking en een duidelijke afstemming en rolverdeling tussen de daarbij betrokken personen. De verdachte heeft deelgenomen aan dit samenwerkingsverband en had daarin zijn eigen taak, namelijk te fungeren als tweede beller, om zodoende het verhaal van de eerste beller te bevestigen om op die manier meer vertrouwen te kweken bij de aangevers, hetgeen ook cruciaal was voor het voltooien van de oplichting. Onder andere de korte tijd tussen de telefoongesprekken en het ophalen van de waardevolle goederen en bankpassen bij aangevers en in vier gevallen het pinnen van de geldbedragen met de kort daarvoor weggenomen bankpassen, wijst erop dat de verdachte in nauw contact stond met de mededaders en nauw met hen samenwerkte. Er was dan ook sprake van een nauwe en bewuste samenwerking.

5.2. Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1 hij op een ofmeer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 juli 2024 tot en met 23 augustus 2024 te Rotterdam, Driehuis, Wijdewormer, Utrecht, Amsterdam, Beverwijk, Barneveld en/of Nederhorst den Berg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaalmet het oogmerk om zich en/of een anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,

  • [slachtoffer 2] (aangifte p. 87 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van

enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten sieraden en/ofeen bankpassen, en/of

  • [slachtoffer 3] (aangifte p. 108 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten sieraden en/ofeen bankpassen, en/of

  • [slachtoffer 1] (aangifte p. 133 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van

enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten bankpassen, een horloge en/of sieraden, en/of

  • [slachtoffer 4] (aangifte p. 144 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten sieraden en/of, en/of

  • [slachtoffer 5] (aangifte p. 183 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten sieraden, en/of

  • [slachtoffer 6] (aangifte p. 195 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van

enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten bankpassen en/of een creditcard, en/of

  • [slachtoffer 7] (aangifte p. 223 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een portemonnee, sieraden en/of horloges, en/of

  • [slachtoffer 8] (aangifte p. 254 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten bankpassen, creditcards, sieraden, een IPad en/of een telefoon, en/of

  • [slachtoffer 9] (aangifte p. 257 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten tablets (merk Samsung), een telefoon (merk/type Samsung A51), sieraden en/of bankpassen, en/of

  • [slachtoffer 10] (aangifte p. 267 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten sieraden, bankpassen, een creditcard en/of een tas met fototoestellen, lenzen en/of flitsers, en/of

  • [slachtoffer 11] (aangifte p. 273 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten een telefoon (merk/type Samsung A10), bankpassen, sieraden en/of horloges, en/of

  • [slachtoffer 12] (aangifte p. 278 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten bankpassen, sieraden, horloge, een IPad (merk Apple) en/of een telefoon (merk Oneplus), en/of

  • [slachtoffer 13] (aangifte p. 281 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van

enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten contant geld, bankpassen, een kluis en/of een horloge, en/of

  • [slachtoffer 14] (aangifte p. 291 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van

enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten bankpassen, contant geld en/of een telefoon, en/of

  • [slachtoffer 15] (aangifte p. 295 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een Delftswandbord, een Gouda platteel (kannetje en/of een kaarsenstandaard), Indische kruik, sieraden, horloges, een zilveren tientje, een zilveren rijksdaalder, een zakhorloge, contant geld en/of bankpassen, en/of

  • [slachtoffer 16] en/of diens vrouw (aangifte p. 299 ev.) heeft bewogen

tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten sieraden, contant geld en/of bankpassen, en/of

  • [slachtoffer 17] (aangifte p. 302 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van

enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten bankpassen, sieraden, een gouden tientje, een horloge, zilveren lepels en/of een zilveren bonbonschaaltje, door

  • te bellen naar het telefoonnummer van voornoemde slachtoffers en/of

  • zich voor te doen als ware hij, verdachte en/of zijn mededader(s), een

medewerker van/bij de fraudehelpdesk, de bank, een ondersteuningsteam en/of de politie en/of

  • ( vervolgens) te zeggen dat hij/zij slachtoffer is geworden van poging

oplichting/fraude, dat de bankpas van slachtoffer verouderd was, dat het slachtoffer getroffen is door een malwarevirus, dat er (zojuist) (mogelijk) getracht was om geld van de rekening van het slachtoffer te halen en/of over te boeken, dat verdachte en/of zijn mededader(s) een (mogelijk) dubieuze/verdachte transactie had/hadden tegengehouden, dat een schietpartij en/of een verdachte situatie had plaatsgevonden waarbij gegevens van slachtoffer en/of diens familielid waren aangetroffen en/of geavanceerd gereedschap, dat er aanhoudingen zijn verricht, maar nog een of meer verdachten vrij rondlopen, dat er dreiging is van een strafbaar feit/delict, dat de situatie als (zeer) onveilig wordt beschouwd, dat een inbraakalarm was afgegaan en/of dat er inbraken in de buurt zouden zijn, en/of

  • te zeggen dat er een fysieke controle moest worden uitgevoerd, dat er

bankpassen opgehaald moesten worden om verdere fraude te voorkomen en/of ten behoeve van forensische opsporing, dat er (waardevolle) spullen moesten worden veiliggesteld, dat er sloten moesten worden vervangen, dat er wat aan het internet moest worden veranderd, dat er een beveiligingsman langs moest worden gestuurd en/of dat de telefoon van slachtoffer moest worden afgesloten ter controle, en/of

  • voornoemde slachtoffers een code te geven ter

verificatie/identificatie/controle die zij konden vermelden/vragen als verdachte en/of zijn mededader(s), als ware hij een medewerker van/bij de fraudehelpdesk, de bank, een ondersteuningsteam en/of de politie, voor de deur stond/stonden en/of

  • naar de woning van voornoemde slachtoffers te gaan, en/of

  • voornoemde slachtoffers te vragen naar aanwezigheid van bankpassen,

sieraden, contant geld, schilderijen en/of andere waardevolle spullen in diens woning en/of

  • die bankpassen, sieraden, horloges, contant geld, telefoons, tablets,

servies en/of andere voornoemde goederen op te halen bij de woning van voornoemde slachtoffers / te laten afgeven door voornoemde slachtoffers en/of de bankpassen door te knippen;

2 hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 juli 2024 tot en met 23 augustus 2024 te Rotterdam, Driehuis, Wijdewormer, Utrecht, Amsterdam, Beverwijk, Barneveld en/of Nederhorst den Berg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal in een woning, alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten en/of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en) en/of terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich telkens de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen telkens onder zijn bereik heeft gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels door

  • zich voor te doen als ware hij, verdachte en/of zijn mededader(s), een

medewerker van/bij de fraudehelpdesk, de bank, een ondersteuningsteam en/of de politie en/of

  • te zeggen dat er bankpassen opgehaald moesten worden om verdere

fraude te voorkomen en/of ten behoeve van forensische opsporing, dat er (waardevolle) spullen moesten worden veiliggesteld, te weten:

  • op of omstreeks 18 juli 2024 te Driehuis, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 1] , sieraden en/ofeen bankpassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] (aangifte p. 87 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 24 juli 2024 te Wijdewormer, in/uit een woning

gelegen aan de [adres delict 2] , sieraden en/ofeenbankpassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] (aangifte p. 108 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 25 juli 2024 te Utrecht, in/uit een woning gelegen aan

de [adres delict 3] , bankpassen, een horloge en/of sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] (aangifte p. 133 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 8 augustus 2024 te Amsterdam, in/uit een woning

gelegen aan de [adres delict 4] , sieraden , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] (aangifte p. 144 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 9 augustus 2024 te Utrecht, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 5] , sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] (aangifte p. 183 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 9 augustus 2024 te Utrecht, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 6] , bankpassen en/of een creditcard, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] (aangifte p. 195 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 23 augustus 2024 te Utrecht, in/uit een woning

gelegen aan de [adres 4] , een portemonnee, sieraden en/of horloges, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] (aangifte p. 223 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 10 juli 2024 te Beverwijk, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 7] , bankpassen, creditcards, sieraden, een IPad en/of een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8] (aangifte p. 254 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 15 juli 2024 te Beverwijk, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 8] , tablets (merk Samsung), een telefoon (merk/type Samsung A51), sieraden en/of bankpassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 9] (aangifte p. 257 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 18 augustus 2024 te Utrecht, in/uit een woning

gelegen aan de [adres delict 9] , sieraden, bankpassen, een creditcard en/of een tas met fototoestellen, lenzen en/of flitsers, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 10] (aangifte p. 267 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 2 juli 2024 te Barneveld, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 10] , een telefoon (merk/type Samsung A10), bankpassen, sieraden en/of horloges, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 11] (aangifte p. 273 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 4 juli 2024 te Nederhorst den Berg, in/uit een woning

gelegen aan de [adres delict 11] , bankpassen, sieraden, horloge, een IPad (merk Apple) en/of een telefoon (merk Oneplus), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 12] (aangifte p. 278 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 14 juli 2024 te Beverwijk, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 12] , contant geld, bankpassen, een kluis en/of een horloge, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 13] (aangifte p. 281 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 17 juli 2024 te Beverwijk, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 13] , bankpassen, contant geld en/of een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 14] (aangifte

p. 291 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn

mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 17 juli 2024 te Beverwijk, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 14] , een Delftswandbord, een Gouda platteel (kannetje en/of een kaarsenstandaard), Indische kruik, sieraden, horloges, een zilveren tientje, een zilveren rijksdaalder, een zakhorloge, contant geld en/of bankpassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 15] (aangifte p. 295 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 16 augustus 2024 te Utrecht, in/uit een woning

gelegen aan de [adres delict 15] , sieraden, contant geld en/of bankpassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 16] (aangifte p. 299 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 22 augustus 2024 te Utrecht, in/uit een woning

gelegen aan de [adres 5] , bankpassen, sieraden, een gouden tientje, een horloge, zilveren lepels en/of een zilveren bonbonschaaltje, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 17] (aangifte p. 302 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

3 hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 juli 2024 tot en met 24 augustus 2024 te Rotterdam, Nigtevecht en/of Blaricum, althansin Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,

  • [slachtoffer 18] (aangifte p. 208 ev.) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het

verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten bankpassen en/of

  • [slachtoffer 19] (aangifte p. 231 ev.) te bewegen tot de afgifte van enig goed,

het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten bankpassen

  • (meermalen) heeft/hebben gebeld naar het telefoonnummer van

voornoemde slachtoffers en/of

  • zich voor heeft/hebben gedaan als ware hij, verdachte en/of zijn

mededader(s), een medewerker van/bij de fraudehelpdesk, de bank, een ondersteuningsteam en/of de politie

  • (vervolgens)heeft gezegd dat het slachtoffer getroffen is door een

malwarevirus, dat er (zojuist) (mogelijk) getracht was om geld van de rekening van het slachtoffer te halen en/of over te boeken, dat verdachte en/of zijn mededader(s) een (mogelijk) dubieuze/verdachte transactie had/hadden tegengehouden en/of dat er bankpassen opgehaald moesten worden om verdere fraude te voorkomen en/of ten behoeve van forensische opsporing

  • die [slachtoffer 19] een code heeft/hebben gegeven ter

verificatie/identificatie/controle die zij kon vermelden/vragen als verdachte en/of zijn mededader(s), als ware hij een medewerker van/bij de fraudehelpdesk, de bank, een ondersteuningsteam en/of de politie, voor de deur stond/stonden;

  • verdachte en/of zijn mededader(s) zich hebben begeven naar de

woning van die [slachtoffer 19] terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

4 hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 juli 2024 tot en met 18 augustus 2024 te Rotterdam, Amsterdam en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal

  • een geldbedrag van 850 euro, althans enig geldbedrag, dat geheel of

ten deleaan [slachtoffer 20] (aangifte p. 195 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n), en/of

  • een geldbedrag van 1200 euro, althans enig geldbedrag,dat geheelof

ten dele aan [slachtoffer 9] (aangifte p. 257 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n), en/of

  • een geldbedrag van 140 euro, althans enig geldbedrag, dat geheel of

ten deleaan [slachtoffer 10] (aangifte p. 267 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • een geldbedrag van 480 euro, althans enig geldbedrag, dat geheel of

ten deleaan [slachtoffer 13] (aangifte p. 281 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n), en/of heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen geldbedragen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een bankpas en/of creditcard tot welk gebruik hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet was/waren gerechtigd;

5. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 juli 2024 tot en met 23 augustus 2024 te Rotterdam, Driehuis, Wijdewormer, Utrecht, Amsterdam, Beverwijk, Barneveld en/of Nederhorst den Berg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal

  • sieraden en/ofeen bankpassen (toebehorende aan [slachtoffer 2]

(aangifte p. 87 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • sieraden en/ofeen bankpassen (toebehorende aan [slachtoffer 3] (aangifte

p. 108 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn

mededader(s)), en/of

  • bankpassen, een horloge en/of sieraden (toebehorende aan [slachtoffer 1]

(aangifte p. 133 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • sieraden en/of (toebehorende aan [slachtoffer 4]

(aangifte p. 144 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)),en/of

  • sieraden (toebehorende aan [slachtoffer 5] (aangifte p. 183 ev.), in elk geval

aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • bankpassen, een creditcard en/of geldbedrag van 850 euro, althans

enig geldbedrag(toebehorende aan [slachtoffer 6] (aangifte p. 195 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • een portemonnee, sieraden en/of horloges (toebehorende aan [slachtoffer 7]

(aangifte p. 223 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • bankpassen, creditcards, sieraden, een IPad en/ofeen telefoon

(toebehorende aan [slachtoffer 8] (aangifte p. 254 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)),en/of

  • tablets (merk Samsung), een telefoon (merk/type Samsung A51),

sieraden, bankpassen een geldbedrag van 1200 euro, althans enig geldbedrag (toebehorende aan [slachtoffer 9] (aangifte p. 257 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)),en/of

  • sieraden, bankpassen, een creditcard en/of een tas met fototoestellen,

lenzen, flitsers en/of een geldbedrag van 140 euro, althans enig geldbedrag(toebehorende aan [slachtoffer 10] (aangifte p. 267 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • een telefoon (merk/type Samsung A10), bankpassen, sieraden en/of

horloges (toebehorende aan [slachtoffer 11] (aangifte p. 273 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)),en/of

  • bankpassen, sieraden, horloge, een IPad (merk Apple) en/of een

telefoon (merk Oneplus) (toebehorende aan [slachtoffer 12] (aangifte p. 278 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • contant geld, bankpassen, een kluis, een horloge en/ofeen (gepind)

geldbedrag van 480 euro, althans enig geldbedrag (toebehorende aan [slachtoffer 13] (aangifte p. 281 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)),en/of

  • bankpassen, contant geld en/ofeen telefoon (toebehorende aan [slachtoffer 14]

(aangifte p. 291 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • een Delftswandbord, een Gouda platteel (kannetje en/of een

kaarsenstandaard), Indische kruik, sieraden, horloges, een zilveren tientje, een zilveren rijksdaalder, een zakhorloge, contant geld en/of bankpassen (toebehorende aan [slachtoffer 15] (aangifte p. 295 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s))

  • sieraden, contant geld en/of bankpassen (toebehorende aan [slachtoffer 16]

en/of diens vrouw (aangifte p. 299 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • bankpassen, sieraden, een gouden tientje, een horloge, zilveren lepels

en/of een zilveren bonbonschaaltje (toebehorende aan [slachtoffer 17] (aangifte p. 302 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)) althans een of meer voorwerpen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wisten althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die voorwerp(en) onmiddellijk afkomstig was/waren uit enig eigen misdrijf, en/of verdachte en/of zijn mededader(s), van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt;

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6 Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

T.a.v. feit 1: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd

T.a.v. feit 2: medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels, meermalen gepleegd

T.a.v. feit 3: medeplegen poging tot oplichting, meermalen gepleegd

T.a.v. feit 4: medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd

T.a.v. feit 5: medeplegen van eenvoudig witwassen

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn dus strafbaar.

7 Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

8 Motivering straf

8.1. Algemene overweging De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

8.2. Feiten waarop de straf is gebaseerd De verdachte heeft zich allereerst negentien keer schuldig gemaakt aan (poging tot) het medeplegen van oplichting. Door middel van georganiseerde helpdeskfraude zijn van deze slachtoffers op geraffineerde wijze de bankpassen, pincodes, elektronica en andere waardevolle goederen, zoals sieraden en horloges bemachtigd.

De verdachte heeft meegewerkt aan witwassen, diefstal en oplichting van (hoog)bejaarde slachtoffers. Deze slachtoffers behoren tot een zeer kwetsbare groep mensen die in toenemende mate afhankelijk is van hun medemensen. De verdachte heeft daar op laffe en slinkse wijze misbruik van gemaakt. Met zijn handelen heeft de verdachte hun gevoel van veiligheid en vertrouwen in de medemens ernstig geschaad. Een aantal slachtoffers ondervindt daarvan nog langdurig en indringend de gevolgen. Dit is ook duidelijk naar voren gekomen uit de verklaringen die door of namens een aantal van de slachtoffers ter zitting zijn afgelegd. Daarnaast leiden dergelijke feiten tot maatschappelijke onrust. Niet alleen onder ouderen in het algemeen, maar bij de betrokken slachtoffers en hun naasten in het bijzonder. De verdachte heeft geen rekening gehouden met de mogelijke gevolgen van zijn daden voor de slachtoffers, maar enkel oog gehad voor zijn eigen financiële voordeel. De rechtbank neemt dit de verdachte zeer kwalijk.

8.3. Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

8.3.1. Strafblad De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 26 maart 2025, waaruit blijkt dat de verdachte eerder, doch niet in de afgelopen vijf jaren, is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.

8.4. Conclusies van de rechtbank Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd en met de ernst van de feiten, De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat in het voordeel van de verdachte rekening met zijn persoonlijke omstandigheden, in het bijzonder met zijn medische situatie. Hoewel daarvan geen schriftelijke bescheiden in het dossier zijn aangetroffen, heeft de verdachte ter terechtzitting op consistente en voldoende overtuigende wijze uiteengezet dat hij kampt met ernstige gezondheidsklachten. De rechtbank acht het daarom aannemelijk dat zijn medische situatie maakt dat het ondergaan van detentie voor de verdachte extra belastend zal zijn ten opzichte van anderen. De rechtbank betrekt dit bij de straftoemeting en weegt deze omstandigheid in enigszins strafmatigende zin mee.

Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

9 In beslag genomen voorwerpen

9.1. Standpunt officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen telefoon, 2 sieradendozen en 2 ringen verbeurd te verklaren.

9.2. Beoordeling De in beslag genomen goederen waar de officier van justitie op doelt, zullen worden verbeurd verklaard. De ringen en sieradendozen zijn geheel door middel van de bewezenverklaarde strafbare feiten verkregen en met de in beslag genomen telefoon is het misdrijf begaan.

10 Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

Verzoek tot schadevergoeding [slachtoffer 9] Door [slachtoffer 9] is vergoeding van materiële schade ter hoogte van € 2.052,10 gevorderd ter zake de onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten.

Standpunt officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het deel van de vordering dat ziet op de gepinde geldbedragen toewijsbaar is en het overige deel dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. Standpunt verdediging De raadsvrouw heeft zich, gelet op de bepleitte vrijspraak, op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering. Oordeel van de rechtbank Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door de onder 1, 2, 4 en 5 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding ten aanzien van de gepinde bedragen de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal dat deel van de vordering in het geheel worden toegewezen. Dit geldt niet voor de gevraagde schadevergoeding voor het aanvragen van een nieuw rijbewijs omdat van de diefstal hiervan geen aangifte is gedaan.

Ten aanzien van de gevorderde schadevergoeding dat ziet op de vervanging van de tablet en de telefoon zal de rechtbank gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid en de waarde schatten op € 250,- voor de tablet en € 200,- voor de telefoon, zodat de vordering tot dit deel kan worden toegewezen.

De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.

Hoofdelijkheid Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Wettelijke rente De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 15 juli 2024.

Proceskosten Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Conclusie De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer 9] een schadevergoeding betalen van € 1.640,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 juli 2024 en kosten als hieronder in de beslissing is vermeld. Ook wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht (Sr) passend en geboden geacht.

Verzoek tot schadevergoeding [slachtoffer 11] Door [slachtoffer 11] is vergoeding van materiële schade ter hoogte van € 6.007,28 gevorderd ter zake de onder 1, 2 en 5 ten laste gelegde feiten.

Standpunt officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het gevorderde bedrag minus het reeds vergoede bedrag ter hoogte van € 3.264,95 kan worden toegewezen. Standpunt verdediging De raadsvrouw heeft zich, gelet op de bepleitte vrijspraak, op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering. Oordeel van de rechtbank

Wat betreft het deel van de vordering dat ziet op de weggenomen sieraden, geldt dat de rechtbank begrijpt dat het lastig is om te onderbouwen wat de waarde is van de goederen die al heel lang in iemands bezit zijn. Het is niet vreemd dat er van zulke goederen geen aankoopbewijzen meer voorhanden zijn en dat het onduidelijk is wat de waarde van goederen vandaag de dag nog is. De geschatte waarde van de weggenomen goederen is naar het oordeel van de rechtbank, voor zover dat mogelijk is, echter steeds goed en naar behoren onderbouwd. De geschatte waardes van de weggenomen goederen komen de rechtbank daarnaast ook niet vreemd of bovenmatig voor. De rechtbank zal daarom van haar schattingsbevoegdheid gebruiken maken en de waarde schatten op het gevorderde bedrag, zijnde € 2.410,05, met dien verstande dat het reeds vergoede bedrag van het totaalbedrag is afgetrokken. Het gevorderde bedrag ter hoogte van € 60,- dat ziet op de horloge zal eveneens geheel worden toegewezen.

Ten aanzien van de gevorderde schadevergoeding dat ziet op de telefoon zal de rechtbank eveneens gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid en de waarde schatten op € 200,- voor de telefoon, zodat de vordering tot dit deel kan worden toegewezen.

De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.

Hoofdelijkheid Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Wettelijke rente De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 2 juli 2024.

Proceskosten Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Conclusie De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer 11] een schadevergoeding betalen van € 2.670,05 -, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 juli 2024 en kosten als hieronder in de beslissing is vermeld. Ook wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht. Verzoek tot schadevergoeding [slachtoffer 12] Door [slachtoffer 12] is vergoeding van materiële schade ter hoogte van € 5.182,95 gevorderd ter zake de onder 1, 2 en 5 ten laste gelegde feiten.

Standpunt officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat een bedrag aan schadevergoeding kan worden toegewezen, maar verzoekt de rechtbank om voor de hoogte van het toe te wijzen bedrag gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid. Standpunt verdediging De raadsvrouw heeft zich, gelet op de bepleitte vrijspraak, op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering. Oordeel van de rechtbank Voor het materiële deel van de vordering maakt de rechtbank met dezelfde onderbouwing als ten aanzien van de beoordeling van het verzoek tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 11] gebruik van haar schattingsbevoegdheid. De rechtbank zal de waarde schatten op het gevorderde bedrag, zijnde € 4.180,-

Ten aanzien van de gevorderde schadevergoeding dat ziet op de vervanging van de Ipad en de telefoon zal de rechtbank eveneens gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid en de waarde schatten op € 250,- voor de Ipad en € 200,- voor de telefoon, zodat de vordering tot dit deel kan worden toegewezen.

De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.

Hoofdelijkheid Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Wettelijke rente De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 4 juli 2024.

Proceskosten Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Conclusie De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer 12] een schadevergoeding betalen van € 4.630,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2024 en kosten als hieronder in de beslissing is vermeld. Ook wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht. Verzoek tot schadevergoeding [slachtoffer 15] Door [slachtoffer 15] is vergoeding van materiële schade ter hoogte van € 3.075,99 en vergoeding van immateriële schade ter hoogte van € 1.000,00 gevorderd ter zake de onder 1, 2, en 5 ten laste gelegde feiten.

Standpunt officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het gevorderde bedrag geheel toewijsbaar is. Standpunt verdediging De raadsvrouw heeft zich, gelet op de bepleitte vrijspraak, op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering. Oordeel van de rechtbank Voor het materiële deel van de vordering maakt de rechtbank met dezelfde onderbouwing als ten aanzien van de beoordeling van het verzoek tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 11] gebruik van haar schattingsbevoegdheid. De rechtbank zal de waarde schatten op het gevorderde bedrag, zijnde € 3.075,99.

Vast staat dat aan de benadeelde partij door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De aard en ernst van de normschending, zoals hiervoor onder punt 8 is uiteengezet, maken dat de benadeelde partij recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van de immateriële schade. De rechtbank acht het gevorderde bedrag van € 1.000,- billijk.

Hoofdelijkheid Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Wettelijke rente De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 18 juli 2024.

Proceskosten Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Conclusie De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer 15] een schadevergoeding betalen van € 4.075,99,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2024 en kosten als hieronder in de beslissing is vermeld. Ook wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht. Verzoek tot schadevergoeding [slachtoffer 5] Door [slachtoffer 5] is vergoeding van immateriële schade ter hoogte van € 750,- gevorderd ter zake de onder 1, 2, en 5 ten laste gelegde feiten.

Standpunt officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het gevorderde bedrag geheel toewijsbaar is. Standpunt verdediging De raadsvrouw heeft zich, gelet op de bepleitte vrijspraak, op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering. Oordeel van de rechtbank Vast staat dat aan de benadeelde partij door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De aard en ernst van de normschending, zoals hiervoor onder punt 8 is uiteengezet, maken dat de benadeelde partij recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van de immateriële schade. De rechtbank acht het gevorderde bedrag van € 750,- billijk.

Hoofdelijkheid Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Wettelijke rente De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 18 juli 2024.

Proceskosten Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Conclusie De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer 5] een schadevergoeding betalen van € 750,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2024 en kosten als hieronder in de beslissing is vermeld. Ook wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht. Verzoek tot schadevergoeding [slachtoffer 13] Door [slachtoffer 13] is vergoeding van materiële schade ter hoogte van € 480,- en € 37,02 aan proceskosten gevorderd ter zake de onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten.

Standpunt officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het gevorderde bedrag geheel toewijsbaar is. Standpunt verdediging De raadsvrouw heeft zich, gelet op de bepleitte vrijspraak, op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering. Oordeel van de rechtbank Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door de onder 1, 2, 4 en 5 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering geheel worden toegewezen.

Hoofdelijkheid Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Wettelijke rente De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 14 juli 2024.

Proceskosten Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op de gevorderde kosten ter hoogte van € 37,02.

Conclusie De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer 13] een schadevergoeding betalen van € 480,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2024 en kosten als hieronder in de beslissing is vermeld. Ook wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht. Verzoek tot schadevergoeding [slachtoffer 10] Door [slachtoffer 10] is vergoeding van materiële schade ter hoogte van € 2.864 gevorderd ter zake de onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten.

Standpunt officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat een bedrag aan schadevergoeding kan worden toegewezen, maar verzoekt de rechtbank om voor de hoogte van het toe te wijzen bedrag gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid. Standpunt verdediging De raadsvrouw heeft zich, gelet op de bepleitte vrijspraak, op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering. Oordeel van de rechtbank Voor het materiële deel van de vordering maakt de rechtbank met dezelfde onderbouwing als ten aanzien van de beoordeling van het verzoek tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 11] gebruik van haar schattingsbevoegdheid. De rechtbank zal de waarde schatten op het gevorderde bedrag, zijnde: € 2.714,-.

De benadeelde partij zal voor het resterende deel niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, vanwege het ontbreken van voldoende onderbouwing.

Hoofdelijkheid Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Wettelijke rente De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 18 augustus 2024.

Proceskosten Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Conclusie De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer 10] een schadevergoeding betalen van € 2.714,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 augustus 2024 en kosten als hieronder in de beslissing is vermeld. Ook wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht. Verzoek tot schadevergoeding [slachtoffer 16] Door [slachtoffer 16] is vergoeding van materiële schade ter hoogte van € 3.250,- en vergoeding van immateriële schade ter hoogte van € 500,- gevorderd ter zake de onder 1, 2, en 5 ten laste gelegde feiten.

Standpunt officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat een bedrag aan schadevergoeding kan worden toegewezen, maar verzoekt de rechtbank om voor de hoogte van het toe te wijzen bedrag gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid. Standpunt verdediging De raadsvrouw heeft zich, gelet op de bepleitte vrijspraak, op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering. Oordeel van de rechtbank Voor het materiële deel van de vordering maakt de rechtbank met dezelfde onderbouwing als ten aanzien van de beoordeling van het verzoek tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 11] gebruik van haar schattingsbevoegdheid. De rechtbank schat de waarde op het gevorderde bedrag, zijnde € 3.250,-.

Vast staat dat aan de benadeelde partij door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De aard en ernst van de normschending, zoals hiervoor onder punt 8 is uiteengezet, maken dat de benadeelde partij recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van de immateriële schade. De rechtbank acht het gevorderde bedrag van € 500,- billijk.

Hoofdelijkheid Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Wettelijke rente De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 16 augustus 2024.

Proceskosten Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.

Conclusie De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer 16] een schadevergoeding betalen van € 3.750,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 augustus 2024 en kosten als hieronder in de beslissing is vermeld. Ook wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht.

11 Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen: 33, 33a, 36f, 45, 47, 57, 311, 326 en 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht.

12 Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

13 Beslissing

De rechtbank:

verklaart zich bevoegd kennis te nemen van de ten laste gelegde feiten;

verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten; verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:- verklaart verbeurd als bijkomende straf de volgende voorwerpen:

veroordeelt de verdachte, hoofdelijk met diens mededader(s), des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de in de onderstaande tabel genoemde benadeelde partijen te betalen de in die tabel genoemde bedragen aan materiële en immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de in de tabel genoemde datum tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeelt de verdachte eveneens tot betaling van de in de tabel genoemde proceskosten;

verklaart de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in het resterende deel van hun vorderingen en bepaalt dat dit deel van de vorderingen slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;

legt aan de verdachte de maatregel van schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van bovenstaande tabel;

bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van bovenstaande tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van het in die tabel opgenomen aantal dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;

verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen, waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd.

Dit vonnis is gewezen door mr. H. van den Heuvel, voorzitter, en mrs. J. Mendlik en L.J.M. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.R.R. Lachman, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.

De oudste rechter en griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1 hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 juli 2024 tot en met 23 augustus 2024 te Rotterdam, Driehuis, Wijdewormer, Utrecht, Amsterdam, Beverwijk, Barneveld en/of Nederhorst den Berg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,

  • [slachtoffer 2] (aangifte p. 87 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van

enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten sieraden en/of bankpassen, en/of

  • [slachtoffer 3] (aangifte p. 108 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten sieraden en/of bankpassen, en/of

  • [slachtoffer 1] (aangifte p. 133 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van

enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten bankpassen, een horloge en/of sieraden, en/of

  • [slachtoffer 4] (aangifte p. 144 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten sieraden en/of een sieradendoosje, en/of

  • [slachtoffer 5] (aangifte p. 183 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten sieraden, en/of

  • [slachtoffer 6] (aangifte p. 195 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van

enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten bankpassen en/of een creditcard, en/of

  • [slachtoffer 7] (aangifte p. 223 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een portemonnee, sieraden en/of horloges, en/of

  • [slachtoffer 8] (aangifte p. 254 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten bankpassen, creditcards, sieraden, een IPad en/of een telefoon, en/of

  • [slachtoffer 9] (aangifte p. 257 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten tablets (merk Samsung), een telefoon (merk/type Samsung A51), sieraden en/of bankpassen, en/of

  • [slachtoffer 10] (aangifte p. 267 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten sieraden, bankpassen, een creditcard en/of een tas met fototoestellen, lenzen en/of flitsers, en/of

  • [slachtoffer 11] (aangifte p. 273 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een telefoon (merk/type Samsung A10), bankpassen, sieraden en/of horloges, en/of

  • [slachtoffer 12] (aangifte p. 278 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten bankpassen, sieraden, horloge, een IPad (merk Apple) en/of een telefoon (merk Oneplus), en/of

  • [slachtoffer 13] (aangifte p. 281 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van

enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten contant geld, bankpassen, een kluis en/of een horloge, en/of

  • [slachtoffer 14] (aangifte p. 291 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van

enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten bankpassen, contant geld en/of een telefoon, en/of

  • [slachtoffer 15] (aangifte p. 295 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van enig

goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een Delftswandbord, een Gouda platteel (kannetje en/of een kaarsenstandaard), Indische kruik, sieraden, horloges, een zilveren tientje, een zilveren rijksdaalder, een zakhorloge, contant geld en/of bankpassen, en/of

  • [slachtoffer 16] en/of diens vrouw (aangifte p. 299 ev.) heeft bewogen

tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten sieraden, contant geld en/of bankpassen, en/of

  • [slachtoffer 17] (aangifte p. 302 ev.) heeft bewogen tot de afgifte van

enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten bankpassen, sieraden, een gouden tientje, een horloge, zilveren lepels en/of een zilveren bonbonschaaltje, door

  • te bellen naar het telefoonnummer van voornoemde slachtoffers en/of

  • zich voor te doen als ware hij, verdachte en/of zijn mededader(s), een

medewerker van/bij de fraudehelpdesk, de bank, een ondersteuningsteam en/of de politie en/of

  • ( vervolgens) te zeggen dat hij/zij slachtoffer is geworden van poging

oplichting/fraude, dat de bankpas van slachtoffer verouderd was, dat het slachtoffer getroffen is door een malwarevirus, dat er (zojuist) (mogelijk) getracht was om geld van de rekening van het slachtoffer te halen en/of over te boeken, dat verdachte en/of zijn mededader(s) een (mogelijk) dubieuze/verdachte transactie had/hadden tegengehouden, dat een schietpartij en/of een verdachte situatie had plaatsgevonden waarbij gegevens van slachtoffer en/of diens familielid waren aangetroffen en/of geavanceerd gereedschap, dat er aanhoudingen zijn verricht, maar nog een of meer verdachten vrij rondlopen, dat er dreiging is van een strafbaar feit/delict, dat de situatie als (zeer) onveilig wordt beschouwd, dat een inbraakalarm was afgegaan en/of dat er inbraken in de buurt zouden zijn, en/of

  • te zeggen dat er een fysieke controle moest worden uitgevoerd, dat er

bankpassen opgehaald moesten worden om verdere fraude te voorkomen en/of ten behoeve van forensische opsporing, dat er (waardevolle) spullen moesten worden veiliggesteld, dat er sloten moesten worden vervangen, dat er wat aan het internet moest worden veranderd, dat er een beveiligingsman langs moest worden gestuurd en/of dat de telefoon van slachtoffer moest worden afgesloten ter controle, en/of

  • voornoemde slachtoffers een code te geven ter

verificatie/identificatie/controle die zij konden vermelden/vragen als verdachte en/of zijn mededader(s), als ware hij een medewerker van/bij de fraudehelpdesk, de bank, een ondersteuningsteam en/of de politie, voor de deur stond/stonden en/of

  • naar de woning van voornoemde slachtoffers te gaan, en/of

  • voornoemde slachtoffers te vragen naar aanwezigheid van bankpassen,

sieraden, contant geld, schilderijen en/of andere waardevolle spullen in diens woning en/of

  • die bankpassen, sieraden, horloges, contant geld, telefoons, tablets,

servies en/of andere voornoemde goederen op te halen bij de woning van voornoemde slachtoffers / te laten afgeven door voornoemde slachtoffers en/of de bankpassen door te knippen;

2 hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 juli 2024 tot en met 23 augustus 2024 te Rotterdam, Driehuis, Wijdewormer, Utrecht, Amsterdam, Beverwijk, Barneveld en/of Nederhorst den Berg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal in een woning, alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten en/of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en) en/of terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich telkens de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen telkens onder zijn bereik heeft gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels door

  • zich voor te doen als ware hij, verdachte en/of zijn mededader(s), een

medewerker van/bij de fraudehelpdesk, de bank, een ondersteuningsteam en/of de politie en/of

  • te zeggen dat er bankpassen opgehaald moesten worden om verdere

fraude te voorkomen en/of ten behoeve van forensische opsporing , dat er (waardevolle) spullen moesten worden veiliggesteld, te weten:

  • op of omstreeks 18 juli 2024 te Driehuis, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 1] , sieraden en/of bankpassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] (aangifte p. 87 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 24 juli 2024 te Wijdewormer, in/uit een woning

gelegen aan de [adres delict 2] , sieraden en/of bankpassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] (aangifte p. 108 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 25 juli 2024 te Utrecht, in/uit een woning gelegen aan

de [adres delict 3] , bankpassen, een horloge en/of sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] (aangifte p. 133 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 8 augustus 2024 te Amsterdam, in/uit een woning

gelegen aan de [adres delict 4] , sieraden en/of een sieradendoosje, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] (aangifte p. 144 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 9 augustus 2024 te Utrecht, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 5] , sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] (aangifte p. 183 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 9 augustus 2024 te Utrecht, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 6] , bankpassen en/of een creditcard, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] (aangifte p. 195 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 23 augustus 2024 te Utrecht, in/uit een woning

gelegen aan de [adres delict 16] , een portemonnee, sieraden en/of horloges, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] (aangifte p. 223 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 10 juli 2024 te Beverwijk, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 7] , bankpassen, creditcards, sieraden, een IPad en/of een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8] (aangifte p. 254 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 15 juli 2024 te Beverwijk, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 8] , tablets (merk Samsung), een telefoon (merk/type Samsung A51), sieraden en/of bankpassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 9] (aangifte p. 257 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 18 augustus 2024 te Utrecht, in/uit een woning

gelegen aan de [adres delict 9] , sieraden, bankpassen, een creditcard en/of een tas met fototoestellen, lenzen en/of flitsers, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 10] (aangifte p. 267 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 2 juli 2024 te Barneveld, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 10] , een telefoon (merk/type Samsung A10), bankpassen, sieraden en/of horloges, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 11] (aangifte p. 273 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 4 juli 2024 te Nederhorst den Berg, in/uit een woning

gelegen aan de [adres delict 11] , bankpassen, sieraden, horloges, een IPad (merk Apple) en/of een telefoon (merk Oneplus), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 12] (aangifte p. 278 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 14 juli 2024 te Beverwijk, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 12] , contant geld, bankpassen, een kluis en/of een horloge, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 13] (aangifte p. 281 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 17 juli 2024 te Beverwijk, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 13] , bankpassen, contant geld en/of een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 14] (aangifte

p. 291 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn

mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 17 juli 2024 te Beverwijk, in/uit een woning gelegen

aan de [adres delict 14] , een Delftswandbord, een Gouda platteel (kannetje en/of een kaarsenstandaard), Indische kruik, sieraden, horloges, een zilveren tientje, een zilveren rijksdaalder, een zakhorloge, contant geld en/of bankpassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 15] (aangifte p. 295 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 16 augustus 2024 te Utrecht, in/uit een woning

gelegen aan de [adres delict 15] , sieraden, contant geld en/of bankpassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 16] (aangifte p. 299 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • op of omstreeks 22 augustus 2024 te Utrecht, in/uit een woning

gelegen aan de [adres delict 17] , bankpassen, sieraden, een gouden tientje, een horloge, zilveren lepels en/of een zilveren bonbonschaaltje, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 17] (aangifte p. 302 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

3 hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 juli 2024 tot en met 24 augustus 2024 te Rotterdam, Nigtevecht en/of Blaricum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,

  • [slachtoffer 18] (aangifte p. 208 ev.) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het

verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten bankpassen en/of

  • [slachtoffer 19] (aangifte p. 231 ev.) te bewegen tot de afgifte van enig goed,

het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten bankpassen

  • ( meermalen) heeft/hebben gebeld naar het telefoonnummer van

voornoemde slachtoffers en/of

  • zich voor heeft/hebben gedaan als ware hij, verdachte en/of zijn

mededader(s), een medewerker van/bij de fraudehelpdesk, de bank, een ondersteuningsteam en/of de politie

  • ( vervolgens) heeft gezegd dat het slachtoffer getroffen is door een

malwarevirus, dat er (zojuist) (mogelijk) getracht was om geld van de rekening van het slachtoffer te halen en/of over te boeken, dat verdachte en/of zijn mededader(s) een (mogelijk) dubieuze/verdachte transactie had/hadden tegengehouden en/of dat er bankpassen opgehaald moesten worden om verdere fraude te voorkomen en/of ten behoeve van forensische opsporing

  • die [slachtoffer 19] een code heeft/hebben gegeven ter

verificatie/identificatie/controle die zij kon vermelden/vragen als verdachte en/of zijn mededader(s), als ware hij een medewerker van/bij de fraudehelpdesk, de bank, een ondersteuningsteam en/of de politie, voor de deur stond/stonden;

  • verdachte en/of zijn mededader(s) zich hebben begeven naar de

woning van die [slachtoffer 19] terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

4 hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 juli 2024 tot en met 18 augustus 2024 te Rotterdam, Amsterdam en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal

  • een geldbedrag van 850 euro, althans enig geldbedrag, dat geheel of

ten dele aan [slachtoffer 20] (aangifte p. 195 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • een geldbedrag van 1200 euro, althans enig geldbedrag, dat geheel of

ten dele aan [slachtoffer 9] (aangifte p. 257 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • een geldbedrag van 140 euro, althans enig geldbedrag, dat geheel of

ten dele aan [slachtoffer 10] (aangifte p. 267 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of

  • een geldbedrag van 480 euro, althans enig geldbedrag, dat geheel of

ten dele aan [slachtoffer 13] (aangifte p. 281 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen geldbedragen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een bankpas en/of creditcard tot welk gebruik hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet was/waren gerechtigd;

5. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 juli 2024 tot en met 23 augustus 2024 te Rotterdam, Driehuis, Wijdewormer, Utrecht, Amsterdam, Beverwijk, Barneveld en/of Nederhorst den Berg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal

  • sieraden en/of bankpassen (toebehorende aan [slachtoffer 2]

(aangifte p. 87 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • sieraden en/of bankpassen (toebehorende aan [slachtoffer 3] (aangifte

p. 108 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn

mededader(s)), en/of

  • bankpassen, een horloge en/of sieraden (toebehorende aan B. Klein

Bleumink (aangifte p. 133 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • sieraden en/of een sieradendoosje (toebehorende aan [slachtoffer 4]

(aangifte p. 144 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • sieraden (toebehorende aan [slachtoffer 5] (aangifte p. 183 ev.), in elk geval

aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • bankpassen, een creditcard en/of geldbedrag van 850 euro, althans

enig geldbedrag (toebehorende aan [slachtoffer 6] (aangifte p. 195 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • een portemonnee, sieraden en/of horloges (toebehorende aan [slachtoffer 7]

(aangifte p. 223 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • bankpassen, creditcards, sieraden, een IPad en/of een telefoon

(toebehorende aan [slachtoffer 8] (aangifte p. 254 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • tablets (merk Samsung), een telefoon (merk/type Samsung A51),

sieraden, bankpassen een geldbedrag van 1200 euro, althans enig geldbedrag (toebehorende aan [slachtoffer 9] (aangifte p. 257 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • sieraden, bankpassen, een creditcard en/of een tas met fototoestellen,

lenzen, flitsers en/of een geldbedrag van 140 euro, althans enig geldbedrag (toebehorende aan [slachtoffer 10] (aangifte p. 267 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • een telefoon (merk/type Samsung A10), bankpassen, sieraden en/of

horloges (toebehorende aan [slachtoffer 11] (aangifte p. 273 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • bankpassen, sieraden, horloges, een IPad (merk Apple) en/of een

telefoon (merk Oneplus) (toebehorende aan [slachtoffer 12] (aangifte p. 278 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • contant geld, bankpassen, een kluis, een horloge en/of een (gepind)

geldbedrag van 480 euro, althans enig geldbedrag (toebehorende aan [slachtoffer 13] (aangifte p. 281 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • bankpassen, contant geld en/of een telefoon (toebehorende aan [slachtoffer 14]

(aangifte p. 291 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • een Delftswandbord, een Gouda platteel (kannetje en/of een

kaarsenstandaard), Indische kruik, sieraden, horloges, een zilveren tientje, een zilveren rijksdaalder, een zakhorloge, contant geld en/of bankpassen (toebehorende aan [slachtoffer 15] (aangifte p. 295 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s))

  • sieraden, contant geld en/of bankpassen (toebehorende aan [slachtoffer 16]

en/of diens vrouw (aangifte p. 299 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)), en/of

  • bankpassen, sieraden, een gouden tientje, een horloge, zilveren lepels

en/of een zilveren bonbonschaaltje (toebehorende aan [slachtoffer 17] (aangifte p. 302 ev.), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)) althans een of meer voorwerpen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die voorwerp(en) onmiddellijk afkomstig was/waren uit enig eigen misdrijf, en/of verdachte en/of zijn mededader(s), van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt;