ECLI:NL:RBROT:2025:11635 - Rechtbank Rotterdam - 25 september 2025
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Team Jeugd
Parketnummer: 10/405414-24 Datum uitspraak: 25 september 2025 Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2009, ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1], raadsman mr. J.C. Herrewijnen, advocaat te Rotterdam.
1 Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 11 september 2025.
2 Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3 Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. L.H. de Jong heeft gevorderd:
4 Waardering van het bewijs
4.1. Bewezenverklaring In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1 hij op of omstreeks20 december 2024 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meeranderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en [naam snackbar], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan,en te doen vergezellenen/of te doen volgenvan geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en medewerkers van [naam snackbar], te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
-
een (groot) mes heeft opgehaald en voorhanden heeft gehad,
-
gezicht bedekkende kleding heeft gebruikt,
-
in de deuropening op de uitkijk heeft gestaan,
-
dreigend de cafetaria is binnen gegaan,
-
de telefoon van [slachtoffer 2] uit haar handen heeft geslagen,
-
bij de kassa met dreiging van het mes ‘geld, kassa’ heeft geroepen,
-
een (groot) mes aan die [slachtoffer 1] en de medewerkers heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 hij, op of omstreeks20 december 2024 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meeranderen, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of medewerkers van de [naam snackbar] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of de [naam snackbar] en/of een derde toebehoorde(n)
-
een (groot) mes heeft opgehaald en voorhanden heeft gehad,
-
gezicht bedekkende kleding heeft gebruikt,
-
in de deuropening op de uitkijk heeft gestaan,
-
dreigend de cafetaria is binnen gegaan,
-
de telefoon van [slachtoffer 2] uit haar handen heeft geslagen,
-
bij de kassa met dreiging van het mes ‘geld, kassa’ heeft geroepen,
-
een (groot) mes aan die [slachtoffer 1] en de medewerkers heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
5 Strafbaarheid feiten
De bewezen feiten leveren op:
de eendaadse samenloop van
- poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
- poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.
6 Strafbaarheid verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7 Motivering straffen
7.1. Algemene overweging De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2. Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd De verdachte heeft zich op vijftienjarige leeftijd samen met een ander schuldig gemaakt aan een gewapende overval op een snackbar. Hierbij heeft de verdachte samen met de medeverdachte geprobeerd om de medewerkers van de snackbar onder bedreiging van een mes te dwingen tot afgifte van geld uit de kassalade. De verdachten zijn uiteindelijk zonder buit weggevlucht. Zij hebben met hun handelen ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en hun gevoel van veiligheid. Dat de slachtoffers zich bedreigd hebben gevoeld, blijkt duidelijk uit hun verklaringen bij de politie. De verdachten hebben kennelijk alleen oog gehad voor hun eigen financieel gewin. Naast de impact die de feiten hebben gehad op de slachtoffers, weegt de rechtbank mee dat dergelijke feiten ook zorgen voor maatschappelijke onrust en gevoelens van onveiligheid. De rechtbank rekent de verdachte dit alles aan.
7.3. Persoonlijke omstandigheden van de verdachte Strafblad De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 september 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 26 augustus 2025. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Het recidiverisico is laag. De verdachte heeft de afgelopen periode veel meegemaakt in verband met de scheiding van zijn ouders, spanningen in de thuissituatie en de huidige verdenking. De Raad ziet risicofactoren op het gebied van vaardigheden. De verdachte lijkt kwetsbaar te zijn voor negatieve beïnvloeding. Uit het onderzoek komt naar voren dat de verdachte impulsief kan zijn en niet uit zichzelf om hulp vraagt bij moeilijkheden. Dit, in combinatie met het hebben van verkeerde sociale contacten, geeft zeer waarschijnlijk een verklaring voor het delictgedrag. Om de kans op recidive verder te verkleinen vindt de Raad het belangrijk dat de verdachte zich dit schooljaar gaat inzetten om zijn diploma te behalen en dat hij een positieve vrijetijdsbesteding heeft. Het is ook belangrijk dat er zicht komt op wat er in de verdachte omgaat en wat de invloed van de scheiding van zijn ouders op zijn ontwikkeling is (geweest). Het is daarom van belang dat de jongerencoach betrokken blijft om hem te begeleiden en te helpen bij het uitbreiden van een positief sociaal netwerk in zijn nieuwe buurt. Indien deze hulp niet voldoende blijkt, kan eventueel meer specialistische hulp worden ingezet, bijvoorbeeld in de vorm van een psycholoog. Tevens is het van belang dat de verdachte goed blijft nadenken over de keuzes die hij maakt en met wie hij omgaat, en dat zijn weerbaarheid wordt vergroot.
De Raad adviseert een deels voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf. Het voorwaardelijke strafdeel geldt als een stok achter de deur om niet meer met politie en justitie in aanraking te komen. Tevens adviseert de Raad toezicht en begeleiding door de jeugdreclassering, ondanks dat het recidiverisico op laag uitkomt. De jeugdreclassering kan blijven meekijken wat betreft de nieuwe omgeving en sociale contacten, school en meedenken over hulp indien dit nodig is. Als bijzondere voorwaarden worden geadviseerd: een meldplicht bij de jeugdreclassering, naar school gaan volgens het rooster, inzet voor het vinden en behouden van een gestructureerde vrijetijdsbesteding in de vorm van sport en/of een bijbaan, meewerken aan de hulp van de jongerencoach, meewerken aan hulpverlening die de jeugdreclassering nodig acht (gericht op het verwerken van de scheiding van ouders en omgaan met emoties), houden aan een contactverbod met de medeverdachte en houden aan een locatieverbod in en in de buurt van [naam snackbar].
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de jeugdreclassering) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 9 september 2025. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Het recidiverisico wordt als laag tot midden ingeschat. Om het recidiverisico verder te verlagen, is het van belang dat de verdachte geen politie- en/of justitiecontacten heeft, naar school gaat volgens schoolrooster en zich inzet voor zijn schoolgang zodat hij zijn diploma behaalt en een vervolgopleiding kan gaan volgen. Met behulp van de jongerencoach heeft de verdachte een fitnesspas gekregen, zodat hij een positieve vrijetijdsbesteding heeft en hij in zijn vrije tijd niet op straat hangt met (antisociale) vrienden. Ook is het belangrijk dat de verdachte inzicht geeft in zijn vriendengroep, afstand neemt van vrienden die een negatieve invloed op hem hebben en daarover gesprekken heeft met de jongerencoach.
De verdachte laat een prille, positieve verandering zien. Er dient een stok achter de deur te zijn om zijn ontwikkeling te volgen. Een interventie in de vorm van een leerstraf is zinvol, omdat de verdachte beïnvloedbaar is en hij het soms lastig vindt om zijn grenzen aan te geven. Hij moet leren nadenken over de keuzes die hij maakt, met wie hij omgaat en adequate oplossingsvaardigheden aan te leren om uit de problemen te blijven. Ook zijn weerbaarheid dient te worden vergroot. De jeugdreclassering adviseert een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis, een onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van de leerstraf Tools4U Regulier, eventueel aangevuld met een werkstraf, alsmede een voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte meewerkt met de jongerencoach, zo lang de jeugdreclasseerder dit nodig acht, en zich inzet voor het vinden en behouden van een zinvolle vrijetijdsbesteding, zoals werk en sport.
[naam 1], werkzaam als jeugdreclasseerder bij Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, heeft op de zitting het rapport nader toegelicht en naar voren gebracht dat de begeleiding door de jeugdreclassering goed verloopt. De verdachte komt zijn afspraken met de jeugdreclassering en de jongerencoach na. De jongerencoach ondersteunt hem met name bij praktische zaken. Er is een sportfonds aangevraagd, waardoor de verdachte binnenkort kan gaan sporten. Het is van belang dat de begeleiding blijft doorlopen. Er is in de afgelopen tijd een verbetering zichtbaar in de houding van de verdachte. Hij zegt dat hij niet opnieuw in de problemen wil komen. Het is belangrijk dat de verdachte leert van zijn fouten. Er dient te worden gewerkt aan het vergroten van zijn weerbaarheid ten opzichte van de jongens met wie hij omgaat. Een sociale vaardigheidstraining zoals de leerstraf Tools4U Regulier is meer verdiepend dan de gesprekken die hij heeft met de jongerencoach. Het is belangrijk dat dingen worden herhaald, zodat deze ook beklijven. Indien het goed gaat met de verdachte, zal het contact tussen de verdachte en de jeugdreclasseerder minder frequent zijn.
[naam 2], werkzaam als jongerencoach bij het wijkteam Gemeente Rotterdam, heeft op de zitting naar voren gebracht dat de verdachte altijd zijn afspraken nakomt. Hij is open en eerlijk in de gesprekken met de jongerencoach. Na de zomervakantie is er een duidelijke, positieve verandering zichtbaar in zijn houding en motivatie met betrekking tot school.
De rechtbank heeft acht geslagen op de rapportages en de verklaringen op de zitting.
7.4. Conclusies van de rechtbank Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank acht geslagen op de ernst van het gepleegde delict en op straffen die in soortgelijke zaken eerder zijn opgelegd. De rechtbank zal de eis van de officier van justitie volgen en zal een onvoorwaardelijke jeugddetentie opleggen gelijk aan de tijd die de verdachte eerder in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast zal zij een deels voorwaardelijke taakstraf opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Het voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Het onvoorwaardelijk deel van de op te leggen taakstraf zal bestaan uit een werkstraf van 20 uur en de leerstraf Tools4U Regulier, eveneens voor de duur van 20 uur, met als doel het aanleren van vaardigheden en het verminderen van de kans op recidive.
Anders dan is gevorderd door de officier van justitie, ziet de rechtbank geen gronden om te bevelen dat de hierna op grond van artikel 77z van het Wetboek van Strafrecht te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 77aa van dit wetboek uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn, nu niet is voldaan aan de hierbij wettelijk gestelde eisen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
8 Toepasselijke wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 45, 55, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
9 Bijlagen
De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.
10 Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentievoor de duur van 3 (drie) dagen; beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de verdachte een taakstraf op voor de duur van 100 (honderd) uren, bij niet voltooiing te vervangen door 50 (vijftig) dagen jeugddetentie;
bepaalt dat een gedeelte van deze taakstraf, groot 60 (zestig) uren, subsidiair 30 (dertig) dagen jeugddetentie, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
bepaalt dat het onvoorwaardelijk op te leggen deel van de taakstraf als volgt wordt ingevuld:
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde het onvoorwaardelijk deel van de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van in totaal 20 (twintig) dagen;
verbindt aan het voorwaardelijke strafdeel een proeftijd, die wordt vastgesteld op 2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
geeft opdracht aan Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst.
Dit vonnis is gewezen door: mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter, tevens kinderrechter, en mrs. P.C. Tuinenburg en F. Aukema-Hartog, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 september 2025.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1 hij op of omstreeks 20 december 2024 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en [naam snackbar], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en medewerkers van [naam snackbar], te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
-
een (groot) mes heeft opgehaald en voorhanden heeft gehad,
-
gezicht bedekkende kleding heeft gebruikt,
-
in de deuropening op de uitkijk heeft gestaan,
-
dreigend de cafetaria is binnen gegaan,
-
de telefoon van [slachtoffer 2] uit haar handen heeft geslagen,
-
bij de kassa met dreiging van het mes ‘geld, kassa’ heeft geroepen,
-
een (groot) mes aan die [slachtoffer 1] en de medewerkers heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 hij, op of omstreeks 20 december 2024 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of medewerkers van de [naam snackbar] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of de [naam snackbar] en/of een derde toebehoorde(n)
-
een (groot) mes heeft opgehaald en voorhanden heeft gehad,
-
gezicht bedekkende kleding heeft gebruikt,
-
in de deuropening op de uitkijk heeft gestaan,
-
dreigend de cafetaria is binnen gegaan,
-
de telefoon van [slachtoffer 2] uit haar handen heeft geslagen,
-
bij de kassa met dreiging van het mes ‘geld, kassa’ heeft geroepen,
-
een (groot) mes aan die [slachtoffer 1] en de medewerkers heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.