ECLI:NL:RBROT:2025:11634 - Rechtbank Rotterdam - 25 september 2025
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Team Jeugd
Parketnummer: 10/405431-24 Datum uitspraak: 25 september 2025 Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2009, ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1] , raadsvrouw mr. S. Ben Ahmed, advocaat te Rotterdam.
1 Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 11 september 2025.
2 Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3 Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. L.H. de Jong heeft gevorderd:
4 Waardering van het bewijs
4.1. Bewijswaardering Standpunt officier van justitie De officier van justitie acht het medeplegen door de verdachte van hem onder 1 en 2 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen. Daarbij is sprake van eendaadse samenloop.
Standpunt verdediging De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het bewijs gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat er sprake is van een verschil in rol tussen de verdachte en zijn medeverdachte. De verdachte heeft op de uitkijk gestaan en heeft zich gedistantieerd van het toepassen van geweldshandelingen. Er is sprake van eendaadse samenloop. Beoordeling Vast is komen te staan dat de verdachte met een medeverdachte betrokken was bij een gewapende overval op 20 december 2024 op de [naam snackbar] in Rotterdam. De verdachten sloegen uiteindelijk zonder buit op de vlucht, nadat de eigenaar van de snackbar hen onder bedreiging met een metalen stang de zaak uit joeg.
Voor een bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde medeplegen is vereist dat bij het begaan van de strafbare feiten er een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachte moet zijn geweest. Als hiervan geen sprake is, maar de verdachte wel een bijdrage aan het misdrijf heeft geleverd waarmee hij het misdrijf daadwerkelijk heeft bevorderd, kan strafrechtelijk van medeplichtigheid worden gesproken.
Hoewel de verdachte tijdens de overval geen actieve bijdrage heeft geleverd aan de hem ten laste gelegde geweldshandelingen en hij tijdens de overval alleen bij de deur heeft gestaan, is de rechtbank van oordeel dat zijn rol hierbij moet worden gekwalificeerd als medeplegen. De beide verdachten hebben van tevoren samen een plan gemaakt voor het plegen van de overval, de meest geschikte tijd en locatie hiervoor en het gebruik hierbij van een mes, en hebben ook gesproken over een gelijke verdeling van de buit. Ze zijn samen, voorzien van gezichtsbedekkende kleding, naar de snackbar gegaan. De medeverdachte heeft hier een telefoon uit de handen van een klant geslagen en heeft de aanwezige medewerkers met het mes bedreigd, terwijl de verdachte op de uitkijk stond en op hem wachtte om na afgifte van het geld uit de kassa samen te vertrekken. De rechtbank is van oordeel dat sprake was van een zodanig nauwe en bewuste samenwerking tussen de beide verdachten, dat hun rollen feitelijk inwisselbaar zijn en afzonderlijk gepleegde (gewelds-)handelingen aan hen beiden kunnen worden toegerekend. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen van poging tot diefstal met geweld en van poging tot afpersing bewezen. Daarbij is sprake van eendaadse samenloop. Conclusie Het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.
4.2. Bewezenverklaring In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
primair hij op of omstreeks20 december 2024 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meeranderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en [naam snackbar] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan,ente doen vergezellenen/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en medewerkers van [naam snackbar] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s)aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
-
een (groot) mes heeft opgehaald en voorhanden heeft gehad,
-
gezicht bedekkende kleding heeft gebruikt,
-
in de deuropening op de uitkijk heeft gestaan,
-
dreigend de cafetaria is binnen gegaan,
-
de telefoon van [slachtoffer 2] uit haar handen heeft geslagen,
-
bij de kassa met dreiging van het mes ‘geld, kassa’ heeft geroepen,
-
een (groot) mes aan die [slachtoffer 1] en de medewerkers heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 primair hij, op of omstreeks20 december 2024 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meeranderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of medewerkers van de [naam snackbar] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag,in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of de [naam snackbar] en/of een derde toebehoorde(n)
-
een (groot) mes heeft opgehaald en voorhanden heeft gehad,
-
gezicht bedekkende kleding heeft gebruikt,
-
in de deuropening op de uitkijk heeft gestaan,
-
dreigend de cafetaria is binnen gegaan,
-
de telefoon van [slachtoffer 2] uit haar handen heeft geslagen,
-
bij de kassa met dreiging van het mes ‘geld, kassa’ heeft geroepen,
-
een (groot) mes aan die [slachtoffer 1] en de medewerkers heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
5 Strafbaarheid feiten
De bewezen feiten leveren op:
de eendaadse samenloop van
- poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
- poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.
6 Strafbaarheid verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7 Motivering straffen
7.1. Algemene overweging De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2. Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd De verdachte heeft zich op veertienjarige leeftijd samen met een ander schuldig gemaakt aan een gewapende overval op een snackbar. Hierbij hebben de verdachte en zijn medeverdachte geprobeerd om de medewerkers van de snackbar onder bedreiging van een mes te dwingen tot afgifte van geld uit de kassalade. De verdachten zijn uiteindelijk zonder buit weggevlucht. Zij hebben met hun handelen ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en hun gevoel van veiligheid. Dat de slachtoffers zich bedreigd hebben gevoeld, blijkt duidelijk uit hun verklaringen bij de politie. De verdachten hebben kennelijk alleen oog gehad voor hun eigen financieel gewin. Naast de impact die de feiten hebben gehad op de slachtoffers, weegt de rechtbank mee dat dergelijke feiten ook zorgen voor maatschappelijke onrust en gevoelens van onveiligheid. De rechtbank rekent de verdachte dit alles aan.
7.3. Persoonlijke omstandigheden van de verdachte Strafblad De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 september 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Rapportages en verklaring van deskundige op de terechtzitting De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 5 september 2025. Dit rapport houdt onder meer het volgende in. De verdachte is een first offender. Het algemeen recidiverisico komt uit op hoog en het dynamisch risico profiel komt uit op heel laag. Er worden voornamelijk beschermende factoren gezien die de kans op herhaling kunnen verkleinen. De verdachte komt uit een betrokken gezin en ten aanzien van school en zijn vrijetijdsbesteding worden er geen bijzonderheden gezien die de kans op herhaling groter zouden kunnen maken. De verdachte zit momenteel in zijn examenjaar, hij heeft een bijbaan als maaltijdbezorger en hij doet aan kickboksen. De voornaamste risicofactor voor de kans op herhaling van delictgedrag ligt in de beperkte vaardigheden van de verdachte, zoals geconstateerd door de jeugdreclassering en de begeleider van E25. In de gesprekken met de verdachte komt naar voren dat hij niet goed in staat is om probleemsituaties in te schatten en hier onvoldoende naar weet te handelen. Ook lijkt hij oorzaak en gevolg soms onvoldoende te snappen. De Raad vindt het belangrijk dat E25 betrokken blijft. De verdachte heeft hier baat bij. De Raad acht de leerstraf Tools4U het meest passend als consequentie en om de kans op recidive te verkleinen. Daarnaast adviseert de Raad een taakstraf in de vorm van een werkstraf. Voortzetting van de begeleiding door de jeugdreclassering vindt de Raad niet nodig. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de jeugdreclassering) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 10 september 2025. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De verdachte wordt begeleid door E25 en dit verloopt goed. Er zijn zorgen over zijn beïnvloedbaarheid. De verdachte was onvoldoende in staat de consequenties van zijn handelen te overzien en heeft impulsief gehandeld. De jeugdreclassering schat het recidiverisico in op midden. Er worden met name risico’s gezien op het gebied van vaardigheden. Verder worden er overwegend beschermende factoren gezien. Gezien de ernst van het feit is het van belang dat de verdachte een consequentie ervaart van zijn handelen. Daarnaast is het van belang dat de positieve ontwikkelingen kunnen worden voortgezet en dat E25 met de verdachte kan werken aan zijn beïnvloedbaarheid, het weerbaar maken tegen negatieve invloeden en dat hij leert om eerst na te denken voordat hij hier impulsief in meegaat. Ook is het van belang om de overgang van VMBO naar MBO verder te begeleiden en monitoren.
De jeugdreclassering adviseert een onvoorwaardelijke werkstraf en een voorwaardelijke jeugddetentie, met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering, naar school/dagbesteding zal gaan volgens het rooster, een positieve vrijetijdsbesteding zal hebben in de vorm van werk en/of sport, zal meewerken aan begeleiding/behandeling indien de jeugdreclassering dat nodig acht en zich zal houden aan een contactverbod met de medeverdachte. [naam] , werkzaam als jeugdreclasseerder bij Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, heeft op de zitting het rapport nader toegelicht en medegedeeld dat de verdachte goed meewerkt aan de begeleiding door E25. De begeleiding is pas in april gestart. Het advies vanuit de jeugdreclassering is om de begeleiding van E25 en de begeleiding door de jeugdreclassering voort te zetten. Een leerstraf Tools4U, zoals geadviseerd door de Raad, kan een goede aanvulling zijn op de begeleiding vanuit E25.
De rechtbank heeft acht geslagen op de rapportages en de verklaring van de deskundige op de zitting.
7.4. Conclusies van de rechtbank Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank acht geslagen op de ernst van het gepleegde delict en op straffen die in soortgelijke zaken eerder zijn opgelegd. De rechtbank zal de eis van de officier van justitie volgen en zal een onvoorwaardelijke jeugddetentie opleggen gelijk aan de tijd die de verdachte eerder in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast zal zij een deels voorwaardelijke taakstraf opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Het voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Het onvoorwaardelijk deel van de op te leggen taakstraf zal bestaan uit een werkstraf van 20 uur en de leerstraf Tools4U Regulier, eveneens voor de duur van 20 uur, met als doel het aanleren van vaardigheden en het verminderen van de kans op recidive.
Anders dan is gevorderd door de officier van justitie, ziet de rechtbank geen gronden om te bevelen dat de hierna op grond van artikel 77z van het Wetboek van Strafrecht te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 77aa van dit wetboek uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn, nu niet is voldaan aan de hierbij wettelijk gestelde eisen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
8 Toepasselijke wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 45, 55, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
9 Bijlagen
De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.
10 Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentievoor de duur van 3 (drie) dagen; beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de verdachte een taakstraf op voor de duur van80 (tachtig) uren, bij niet voltooiing te vervangen door 40 (veertig) dagen jeugddetentie;
bepaalt dat een gedeelte van deze taakstraf, groot 40 (veertig) uren, subsidiair 20 (twintig) dagen jeugddetentie, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
bepaalt dat het onvoorwaardelijk op te leggen deel van de taakstraf als volgt wordt ingevuld:
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde het onvoorwaardelijk deel van de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van in totaal 20 (twintig) dagen;
verbindt aan het voorwaardelijke strafdeel een proeftijd, die wordt vastgesteld op 2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst.
Dit vonnis is gewezen door: mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter, tevens kinderrechter, en mrs. P.C. Tuinenburg en F. Aukema-Hartog, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 september 2025.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1 hij op of omstreeks 20 december 2024 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en [naam snackbar] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en medewerkers van [naam snackbar] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s)aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
-
een (groot) mes heeft opgehaald en voorhanden heeft gehad,
-
gezicht bedekkende kleding heeft gebruikt,
-
in de deuropening op de uitkijk heeft gestaan,
-
dreigend de cafetaria is binnen gegaan,
-
de telefoon van [slachtoffer 2] uit haar handen heeft geslagen,
-
bij de kassa met dreiging van het mes ‘geld, kassa’ heeft geroepen,
-
een (groot) mes aan die [slachtoffer 1] en de medewerkers heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 20 december 2024 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en [naam snackbar] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en medewerkers van [naam snackbar] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s)aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
-
een (groot) mes heeft opgehaald en voorhanden heeft gehad,
-
gezicht bedekkende kleding heeft gebruikt,
-
in de deuropening op de uitkijk heeft gestaan,
-
dreigend de cafetaria is binnen gegaan,
-
de telefoon van [slachtoffer 2] uit haar handen heeft geslagen,
-
bij de kassa met dreiging van het mes ‘geld, kassa’ heeft geroepen,
-
een (groot) mes aan die [slachtoffer 1] en de medewerkers heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte 20 december 2024 te Rotterdam opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door ten tijde van deze geweldshandelingen de deur van de snackbar geopend te houden en/of op de uitkijk te staan;
2 hij, op of omstreeks 20 december 2024 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of medewerkers van de [naam snackbar] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of de [naam snackbar] en/of een derde toebehoorde(n)
-
een (groot) mes heeft opgehaald en voorhanden heeft gehad,
-
gezicht bedekkende kleding heeft gebruikt,
-
in de deuropening op de uitkijk heeft gestaan,
-
dreigend de cafetaria is binnen gegaan,
-
de telefoon van [slachtoffer 2] uit haar handen heeft geslagen,
-
bij de kassa met dreiging van het mes ‘geld, kassa’ heeft geroepen,
-
een (groot) mes aan die [slachtoffer 1] en de medewerkers heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[verdachte] en [medeverdachte] op of omstreeks 20 december 2024 te Rotterdam, Tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of medewerkers van de [naam snackbar] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of de [naam snackbar] en/of een derde toebehoorde(n)
-
een (groot) mes heeft opgehaald en voorhanden heeft gehad,
-
gezicht bedekkende kleding heeft gebruikt,
-
in de deuropening op de uitkijk heeft gestaan,
-
dreigend de cafetaria is binnen gegaan,
-
de telefoon van [slachtoffer 2] uit haar handen heeft geslagen,
-
bij de kassa met dreiging van het mes ‘geld, kassa’ heeft geroepen,
-
een (groot) mes aan die [slachtoffer 1] en de medewerkers heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte 20 december 2024 te Rotterdam opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door ten tijde van deze geweldshandelingen de deur van de snackbar geopend te houden en/of op de uitkijk te staan.