Uitspraak inhoud

Team Handel

Zaaknummer: C/09/672989 / HA ZA 24-836

Vonnis van 20 augustus 2025

in de zaak van

**JOB FINDER B.V.**te Amsterdam, eiseres, hierna te noemen: Job Finder, advocaat: mr. G.T. Poot,

tegen

**[gedaagde] h.o.d.n. [handelsnaam]**te [woonplaats] , gedaagde, hierna te noemen: [gedaagde] , advocaat: mr. J.F.M. Kappé.

1 Waar gaat de zaak over?

1.1. [gedaagde] heeft van EuroFlex Logistics B.V. (hierna: EuroFlex) de opdracht gekregen een applicatie te ontwikkelen ten behoeve van Job Finder. Job Finder is een platform dat vraag en aanbod van ZZP’ers en opdrachtgevers bij elkaar brengt. In de door [gedaagde] te ontwikkelen applicatie zouden ZZP’ers onder meer opdrachten kunnen accepteren, uren kunnen registreren en facturen kunnen versturen.

1.2. In dit vonnis komt de rechtbank – kort gezegd – tot het oordeel dat de door [gedaagde] ontwikkelde applicatie niet voldoet aan wat partijen zijn overeengekomen. EuroFlex heeft de overeenkomst met [gedaagde] terecht ontbonden en haar vorderingen vervolgens gecedeerd aan Job Finder. [gedaagde] moet als gevolg van deze ontbinding het geld dat hij van EuroFlex heeft ontvangen terugbetalen aan Job Finder. De door Job Finder gevorderde schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten worden afgewezen, vanwege een gebrek aan onderbouwing. De proceskosten worden gedeeltelijk toegewezen.

2 De procedure

2.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

2.2. De mondelinge behandeling heeft op 22 april 2025 plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de zitting is besproken.

3 De feiten

3.1. Job Finder is een platform dat vraag en aanbod van ZZP’ers en opdrachtgevers bij elkaar brengt. [gedaagde] is een softwareontwikkelaar. Op enig moment heeft [gedaagde] de heer [naam] , (indirect) bestuurder van EuroFlex en Job Finder (hierna: [naam] ), benaderd om een applicatie voor Job Finder te ontwikkelen.

3.2. Op 20 november 2023 hebben EuroFlex en [gedaagde] een overeenkomst gesloten met als doel het ontwikkelen van een volledig functionele applicatie voor Job Finder voor een bedrag van € 8.000,- exclusief btw. In de overeenkomst is, voor zover relevant, het volgende opgenomen:

Projectomschrijving: [handelsnaam] zal een volledig functionele app genaamd "JobFinder 1.0" ontwikkelen voor EuroFlex Logistics B.V. Het project omvat twee essentiële componenten: "De app" en het "Werknemersportaal".

Functionaliteiten van de App: • Gebruikersregistratie • Vacature-reacties van gebruikers • Urenregistratie binnen de app • Facturatiefunctionaliteit met opmaak en verzending van facturen • Gebruikersprofielen met persoonsgegevens • Integratie van een A.I. chatbot voor gebruikersvragen

Functionaliteiten Werknemersportaal: • Vacature/Jobs creatie en -plaatsing • Uren goedkeuren • Inzicht in facturen • Verzending van e-mails/notificaties naar alle gebruikers • Beheer van de gebruikersdatabase

Extra Diensten: • Oplevering van vereiste foto's voor de App- / Play Store • Front website (2/3 pagina’s) • Logo

Fasering:

1e Fase: Ontwikkeling o Ideeën voor pagina's worden door [naam] aangeleverd aan [gedaagde] . o Uitwerking van de ideeën door [gedaagde] . o Feedback en eventuele aanpassingen vanuit [naam] . o Herhaling van bovenstaande stappen voor elke pagina. 2e Fase: Testen o Uitvoerige testfase van de ontwikkelde app. o Implementatie van eventuele aanpassingen.

3e Fase: Lancering o Overzetten van de domeinnaam. o Plaatsing van de app in de App- / Play Store.

Duur van het project: Ingang 16-11-2023 De geschatte duur van dit project bedraagt 1-3 maanden, tenzij anders overeengekomen […]. Deze periode kan worden aangepast op basis van de voortgang, complexiteit en eventuele additionele vereisten die zich tijdens de uitvoering van het project voordoen.

[…]

Aanpassingen en Extra Functies: Achteraf aangevraagde wijzigingen en extra functies vallen buiten de initiële scope en worden beschouwd als aanvullende diensten. De bijbehorende kosten zullen in overleg met de opdrachtgever worden bepaald, en een gedetailleerde offerte met een aangepaste planning wordt verstrekt voorafgaand aan de uitvoering. Deze benadering garandeert transparantie en vereist schriftelijke goedkeuring van de opdrachtgever voor extra kosten en gewijzigde tijdlijnen.

Vertrouwelijkheidsverklaring: De opdrachtnemer, [handelsnaam] ( [gedaagde] ), erkent hierbij uitdrukkelijk dat alle zakelijke informatie, ideeën, en andere vertrouwelijke gegevens die verstrekt worden door de opdrachtgever, EuroFlex B.V. ( [naam] ), strikt vertrouwelijk zijn. De opdrachtnemer verbindt zich ertoe om deze vertrouwelijke informatie niet bekend te maken, te delen, of op enigerlei wijze door te geven aan derden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever. Deze verplichting tot vertrouwelijkheid blijft ook na de beëindiging van het project van kracht. De opdrachtnemer begrijpt dat schending van deze vertrouwelijkheidsverklaring kan leiden tot juridische stappen en schadeclaims van de opdrachtgever, met een maximum van 2000 EUR.”

3.3. Vanaf maart 2024 hebben partijen meermaals contact met elkaar gehad over de lanceerdatum van de applicatie. Op 6 maart 2024 stuurt [gedaagde] via WhatsApp naar Job Finder: “Lancering kan nog steeds binnen 7 dagen na morgen”.

3.4. Op 13 maart 2024 corresponderen partijen via WhatsApp als volgt:

“ [gedaagde] : Gaat als het goed is ongeveer 48 uur duren nog en dan staat het in in app store en play store [gedaagde] : Ik ga er nu voor zorgen dat alles er netjes uitziet en dan kunnen we hier morgen naar kijken voor eventuele verbeter punten […] [naam] : Met alle bugs eruit ? [naam] : De website dan ook online ? [gedaagde] : Bugs en website is voor de 48 uur geregeld.”

3.5. Op 25 maart 2024 stuurt [gedaagde] via WhatsApp naar Job Finder:

“Hierbij een update: 1. Aan het einde van de dag zijn de aanpassingen voor: De App, Het Klantenportaal en de Website te zien. Aan het einde van de middag is het allemaal live en kan je het zien. (De bugs zijn dan ook verwijderd) 2. Hierna zal ik alle geautomatiseerde emails erin zetten en de push notification verwerken 3. Voor de push notification moet de app opnieuw "in review" en daarna staat versie 1.0 volledig klaar.”

3.6. Nadat [naam] op 2 april 2024 aan [gedaagde] vraagt of de applicatie drie dagen later live gaat vanwege mededelingen aan zijn klanten, antwoordt [gedaagde] : “Dit gaat me zeker lukken.”

3.7. Op 8 mei 2024 heeft een bespreking tussen partijen plaatsgevonden. [naam] stuurt daarna via WhatsApp naar [gedaagde] :

“Goed dat je vandaag bent langs gekomen. Ik zou je nog sturen wat we besproken hadden - chat van gebruikers en klanten meelezen - notificatie als er een bericht is binnengekomen op message - standaard 1 Message bij nieuwe gebruiker (text: Welkom bij jobfinder hier kan je al je vragen stellen blablaba) - automatisch updaten - scrol refresh page - GIVE AWAY kaart eruit - animaties Gifs erin zetten - bij aanmeldingen datum op het moment dat hij aanmeld - 24 uur melding op personeelportaal voor aanmeldingen en massages - teller bij messages net als bij aanmeldingen - gebruikers blokkeren functie - Facturatie opdrachtgever koppeling met moneybird en alle gegevens er goed in - website meer gerichter op opdrachtgevers.”

3.8. Op 9 mei 2024 heeft [gedaagde] zelf een applicatie genaamd ‘Floes’ gelanceerd.

3.9. Op 15 mei 2024 schrijft [naam] via WhatsApp: “wachtwoord opnieuw aanvragen (bug) werkt niet optimaal” en “mensen worden telkens uitgelogd uit de app”.

3.10. Op 20 mei 2024 corresponderen partijen over een openstaande factuur. [gedaagde] schrijft vervolgens: “Dit is wat ik nu ga doen: Ik maak voor jou de app Job Finder af en zorg dat het een goed bruikbaar product [is] zonder dat je input vanuit mij nog nodig zal hebben.”

3.11. Bij brief van 23 mei 2024 heeft (de advocaat van) EuroFlex [gedaagde] bericht dat de werkzaamheden grotendeels (nog) niet zijn afgerond en dat een aantal normale functionaliteiten van de applicatie nog niet naar behoren functioneert, terwijl de overeengekomen fatale termijn overschreden zou zijn. Ook heeft [gedaagde] volgens EuroFlex meer dan het overeengekomen bedrag in rekening gebracht en moet het te veel betaalde terugbetaald worden. Tot slot is volgens EuroFlex de vertrouwelijkheid geschonden wegens het lanceren van de Floes applicatie. [gedaagde] is in de gelegenheid gesteld om binnen zeven dagen een volledig functionele applicatie op te leveren.

3.12. ( De advocaat van) [gedaagde] heeft bij brief van 29 mei 2024 onder meer aangegeven dat de ontwikkeling van de applicatie langer heeft geduurd vanwege de aanvullende wensen van [naam] en dat geen sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst tussen partijen.

3.13. Op 31 mei 2024 heeft [naam] de overeenkomst ontbonden en aangegeven dat hij het tot dan toe in rekening gebrachte bedrag van € 21.295,99 inclusief btw terug wenst te krijgen. Daarnaast is aanspraak gemaakt op schadevergoeding en is [gedaagde] gesommeerd alle verzamelde data over te dragen.

3.14. Op 4 juni 2024 heeft EuroFlex al haar vorderingen op [gedaagde] aan Job Finder gecedeerd.

3.15. Op 19 juni 2024 heeft (de advocaat van) Job Finder [gedaagde] gesommeerd een bedrag van € 571.039,31 te betalen, de Floes applicatie uit de Appstore en Play Store te verwijderen en alle data van Job Finder over te dragen.

4 Het geschil

4.1. Job Finder vordert – samengevat – (terug)betaling van € 21.295,99 wegens de ontbinding van de overeenkomst, een schadevergoeding van € 540.595,60, betaling van € 2.000,- wegens schending van de vertrouwelijkheid, betaling van € 4.594,46 aan buitengerechtelijke incassokosten en een veroordeling in de beslagkosten en de proceskosten, een en ander te vermeerderen met wettelijke rente.

4.2. Job Finder legt aan de vorderingen – kort gezegd – het volgende ten grondslag. Partijen zijn een fatale termijn van drie maanden overeengekomen, zodat de applicatie uiterlijk op 20 februari 2024 opgeleverd had moeten worden. [gedaagde] heeft deze fatale termijn niet gehaald. Daar komt bij dat de uiteindelijk door [gedaagde] opgeleverde applicatie volgens Job Finder niet voldoet aan hetgeen partijen zijn overeengekomen. De applicatie heeft niet alle overeengekomen functionaliteiten en zit vol met bugs. Vanwege de ontbinding van de overeenkomst moet het aan [gedaagde] betaalde bedrag terugbetaald worden. Daarnaast is [gedaagde] aansprakelijk voor de schade van Job Finder. De schade bedraagt € 540.595,60, omdat grote opdrachtgevers van Job Finder zijn afgehaakt aangezien er geen functionele applicatie is opgeleverd. Vervolgens haakten ook de ZZP’ers af, omdat er (vrijwel) geen opdrachten meer waren waarop gereageerd kon worden. Daarnaast heeft [gedaagde] de vertrouwelijkheidsverklaring uit de overeenkomst geschonden door voor zichzelf een soortgelijke applicatie te ontwikkelen. Ook hiervoor vraagt [gedaagde] schadevergoeding.

4.3. [gedaagde] voert verweer.

4.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5 De beoordeling

De afspraken tussen partijen

5.1. De eerste vraag die moet worden beantwoord, is welke afspraken partijen hebben gemaakt. Vast staat dat is afgesproken dat [gedaagde] ten behoeve van Job Finder een applicatie zou ontwikkelen. De applicatie moest in ieder geval de functionaliteiten bevatten zoals omschreven in de overeenkomst van 20 november 2023. Verder zou [gedaagde] een werknemersportaal ontwikkelen en extra diensten verlenen (zoals het leveren van foto’s, een front website en logo). Dit alles voor een bedrag van € 8.000 exclusief btw.

5.2. Partijen zijn in geschil over de vraag of na het sluiten van de overeenkomst nog aanvullende functionaliteiten (tegen een meerprijs) zijn overeengekomen. De rechtbank kan aan de hand van de stellingen van partijen niet vaststellen of, en zo ja, welke aanvullende functionaliteiten partijen zijn overeengekomen. Feit is wel dat EuroFlex meer heeft betaald dan de afgesproken € 8.000 exclusief btw (namelijk: € 21.295,99 inclusief btw). Of sprake is van meerwerk of dat – zoals Job Finder stelt – EuroFlex alleen meer heeft betaald voor de afgesproken werkzaamheden omdat zij onder (tijds)druk stond, kan de rechtbank evenwel in het midden laten. De rechtbank zal hierna namelijk tot het oordeel komen dat [gedaagde] hoe dan ook tekort is geschoten, omdat de applicatie in zijn geheel niet functioneert, de ontbinding gerechtvaardigd is en het geld terug betaald moet worden. Het maakt in zoverre dan ook niet (meer) uit of aanvullende functionaliteiten waren overeengekomen of niet.

Er is sprake van een tekortkoming

5.3. Job Finder stelt dat de applicatie in mei 2024 nog niet klaar was en vol zat met fouten (bugs). Dit wordt ondersteund door overgelegde WhatsApp-correspondentie tussen partijen uit maart, april en mei 2024. Nadat de applicatie beschikbaar was in de Appstore en Play Store, was nog steeds sprake van diverse bugs. Uit de correspondentie van 8 en 15 mei 2024 volgt dat in ieder geval het opmaken en verzenden van facturen en het opnieuw aanvragen van een wachtwoord niet (goed) werkte. Verder werden gebruikers van de applicatie telkens uitgelogd. De rechtbank oordeelt dat de applicatie daarmee niet voldoet aan hetgeen partijen met de overeenkomst van 20 november 2023 zijn overeengekomen. Daar komt bij dat uit de verklaring van [gedaagde] van 20 mei 2024 kan worden afgeleid dat de applicatie op dat moment nog niet bruikbaar was. [gedaagde] meldt immers dat hij de applicatie nog zal afmaken en ervoor zal zorgen dat het een goed bruikbaar product wordt. Nadien heeft [gedaagde] de bugs echter niet verholpen, zodat geen volledig functionele applicatie is opgeleverd. De rechtbank volgt [gedaagde] dan ook niet in zijn standpunt dat sprake is (geweest) van een volledig functionele app. Dat op enig moment sprake is geweest van ruim 1.600 gebruikers, zoals [gedaagde] aanvoert, betekent op zichzelf nog niet dat de applicatie ook naar behoren werkte.

5.4. De rechtbank komt, gelet op het voorgaande, tot het oordeel dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst.

Er is sprake van verzuim

5.5. Job Finder stelt dat [gedaagde] in verzuim is wegens het verstrijken van een fatale termijn. In de op 20 november 2023 gesloten overeenkomst is opgenomen dat de geschatte duur voor het project één tot drie maanden bedraagt. De overeenkomst bepaalt voorts dat deze periode kan worden aangepast op basis van de voortgang, complexiteit en eventuele additionele vereisten die zich tijdens de uitvoering van het project voordoen, alsmede dat in het geval van aanvullende diensten een aangepaste planning wordt verstuurd die schriftelijk door de opdrachtgever moet worden goedgekeurd. Volgens Job Finder hebben partijen geen afspraken gemaakt over een aangepaste planning, zodat ervan moet worden uitgegaan dat zij een maximale termijn van drie maanden zijn overeengekomen voor de ontwikkeling van de applicatie en de applicatie dus uiterlijk op 20 februari 2024 opgeleverd had moeten worden. [gedaagde] is het daar niet mee eens. Hij voert aan dat de tijdsplanning een schatting betreft en dat EuroFlex telkens om aanvullende werkzaamheden heeft verzocht.

5.6. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van een fatale termijn. Het uitgangspunt is dat een termijn, als bedoeld in artikel 6:83 aanhef en onder a BW, moet zijn overeengekomen of op grond van de redelijkheid en billijkheid moet voortvloeien uit de aard van de overeenkomst in verband met de omstandigheden van het geval (Hoge Raad, 4 oktober 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4358). De rechtbank is van oordeel dat Job Finder haar stelling dat sprake is van een fatale termijn onvoldoende heeft onderbouwd. In de overeenkomst staat weliswaar dat sprake is van een geschatte duur van één tot drie maanden, maar dat is onvoldoende om te concluderen dat partijen daarmee een fatale termijn zijn overeengekomen. Het duidt er eerder op dat een streefdatum is bedoeld. Dat partijen niet hebben bedoeld een fatale termijn af te spreken, wordt verder ondersteund door het feit dat EuroFlex na 20 februari 2024 niet heeft geklaagd over het overschrijden van deze termijn. EuroFlex wilde weliswaar graag dat de applicatie zo spoedig mogelijk zou worden opgeleverd en heeft meermaals aan [gedaagde] gevraagd wanneer de applicatie gelanceerd kan worden, maar een uiterste datum zijn partijen niet overeengekomen. Uit de gang van zaken na het verstrijken van deze termijn valt immers af te leiden dat partijen niet aan deze termijn hebben vastgehouden. Er is dus geen verzuim vanwege het verstrijken van een fatale termijn.

5.7. Job Finder stelt verder dat [gedaagde] (eveneens) in verzuim is, omdat hij na de ingebrekestelling niet alsnog aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Op 23 mei 2024 heeft EuroFlex [gedaagde] bericht dat de werkzaamheden grotendeels nog niet zijn afgerond en dat een aantal normale functionaliteiten van de applicatie – zoals automatisch updaten, refreshen, notificaties voor berichten en het mee kunnen lezen in de chats van gebruikers – niet naar behoren functioneert. [gedaagde] is in de gelegenheid gesteld een volledig functionele applicatie op te leveren met alle functionaliteiten en diensten die in de overeenkomst omschreven zijn. In reactie op deze ingebrekestelling heeft [gedaagde] per brief van 29 mei 2024 laten weten dat geen sprake is van een tekortkoming. De rechtbank is van oordeel dat EuroFlex hieruit af mocht leiden dat [gedaagde] niet over zou gaan tot herstel van de fouten, zodat [gedaagde] op grond van artikel 6:83 sub c BW per 29 mei 2024 in verzuim is komen te verkeren.

De overeenkomst is rechtsgeldig ontbonden

5.8. Een schuldeiser is op grond van artikel 6:265 lid 1 BW bevoegd de overeenkomst tussen partijen te ontbinden als de schuldenaar tekortschiet in de nakoming van een uit de overeenkomst voortvloeiende verplichting. De rechtbank heeft reeds geoordeeld dat sprake is van een tekortkoming, aangezien de applicatie niet werkt. Als de nakoming van deze verplichting niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, moet de schuldenaar op basis van artikel 6:265 lid 2 BW eerst in verzuim zijn voordat de bevoegdheid tot ontbinding ontstaat. Hiervoor is reeds geoordeeld dat het verzuim aan de zijde van [gedaagde] op 29 mei 2024 is ingetreden. Daarom heeft EuroFlex heeft de overeenkomst per e-mail van 31 mei 2024 rechtsgeldig ontbonden.

[gedaagde] moet € 21.295,99 aan Job Finder terugbetalen

5.9. Een ontbinding bevrijdt partijen van hun verbintenissen. Voor zover deze al zijn nagekomen, blijft de rechtsgrond voor deze nakoming in stand, maar ontstaat voor partijen een verbintenis tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties (artikel 6:271 BW). Sluit de aard van de prestatie uit dat zij ongedaan wordt gemaakt, dan treedt daarvoor een vergoeding in de plaats ten belope van haar waarde op het tijdstip van de ontvangst (artikel 6:272 lid 1 BW).

5.10. Job Finder vordert terugbetaling van de door haar betaalde facturen ten bedrage van € 21.295,99 inclusief btw. In beginsel moet Job Finder op grond van artikel 6:272 lid 2 BW wel de aan haar geleverde diensten vergoeden ten belope van de waarde die deze diensten voor Job Finder werkelijk hebben gehad ten tijde van de levering. Vast staat immers dat de ontwikkeling van de applicatie naar haar aard niet ongedaan gemaakt kan worden. Job Finder heeft echter aangevoerd dat (de broncode van) de applicatie niet aan haar is overgedragen en dat zij geen enkel profijt heeft gehad van de door [gedaagde] ontwikkelde applicatie. De applicatie was immers onbruikbaar, omdat deze essentiële functies miste en er sprake was van diverse bugs. Bovendien is de applicatie na de ontbinding van de overeenkomst door [gedaagde] verwijderd uit de Appstore en Play Store.

5.11. Job Finder heeft inmiddels een andere softwareontwikkelaar ingeschakeld die helemaal opnieuw is begonnen met de ontwikkeling van de gewenste applicatie. Omdat [gedaagde] niets aan Job Finder heeft overgedragen is het niet mogelijk geweest om voort te borduren op de door [gedaagde] ontwikkelde applicatie. [gedaagde] heeft dit niet weersproken.

5.12. De rechtbank heeft [gedaagde] ter zitting gevraagd naar de waarde van het door hem geleverde werk. [gedaagde] is zich ook in dit kader op het standpunt blijven stellen dat hij een volledig functionerende applicatie heeft opgeleverd. Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat er wel degelijk sprake is van een tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] en [gedaagde] geen aanknopingspunten heeft aangedragen op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat de door hem ontwikkelde applicatie in het economisch verkeer enige waarde vertegenwoordigde ten tijde van de ontbinding, is Job Finder geen vergoeding aan [gedaagde] verschuldigd ten belope van de waarde van de geleverde prestatie. Dit leidt tot de conclusie dat [gedaagde] het volledige door hem ontvangen bedrag van € 21.295,99 aan Job Finder moet terugbetalen.

Wettelijke rente

5.13. De door Job Finder gevorderde wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag van € 21.295,99 zal worden toegewezen. [gedaagde] heeft de verschuldigdheid van wettelijke rente niet weersproken.

5.14. Job Finder heeft in haar e-mail van 31 mei 2024 aangegeven dat zij als gevolg van de ontbinding het bedrag van € 21.295,99 terug wenst, maar zij heeft aan die terugbetaling echter geen concrete termijn verbonden. In de brief van 19 juni 2024 heeft Job Finder [gedaagde] verzocht om (onder meer) het bedrag van € 21.295,99 binnen drie dagen te voldoen. Nu [gedaagde] heeft nagelaten voornoemd bedrag aan Job Finder te betalen, zal de wettelijke rente worden toegewezen over voornoemd bedrag, vanaf 23 juni 2024 tot de dag van volledige betaling.

De gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen

5.15. Job Finder vordert tevens schadevergoeding op grond van artikel 6:277 BW. Op grond van dit artikel is een partij wier tekortkoming een grond voor ontbinding heeft opgeleverd, verplicht haar wederpartij de schade te vergoeden die deze lijdt, doordat geen wederzijdse nakoming maar ontbinding van de overeenkomst plaatsvindt.

5.16. Job Finder stelt dat de applicatie niet bruikbaar was, waardoor (potentiële) opdrachtgevers afhaakten en zij hun opdrachten niet langer via Job Finder wilden aanbieden. Hierdoor ontstond een gebrek aan opdrachten voor ZZP’ers die via Job Finder werden aangeboden, waardoor ook de gebruikers van de applicatie vervolgens afhaakten. Job Finder stelt dat zij door de tekortkoming van [gedaagde] vier maanden aan winst is misgelopen (vanaf de volgens Job Finder fatale termijn 20 februari 2024). Aangezien de winst van Job Finder in januari 2024 € 135.148,90 bedroeg, resulteert dit volgens Job Finder in een totale schade van € 540.595,60.

5.17. De rechtbank oordeelt dat met het voorgaande onvoldoende is onderbouwd dat Job Finder schade heeft geleden. Job Finder behaalde tijdens de ontwikkeling van de applicatie immers (ook) winst zonder dat zij over een applicatie beschikte en ook in de maanden na januari 2024 heeft zij winst behaald. Bovendien is niet gebleken dat (potentiële) opdrachtgevers zijn gestopt met het aanbieden van opdrachten via Job Finder vanwege het feit dat er geen (bruikbare) applicatie is gelanceerd. Job Finder heeft daarom ook onvoldoende onderbouwd dat er een causaal verband bestaat tussen de tekortkoming van [gedaagde] en de gestelde schade van Job Finder. De vordering van Job Finder tot betaling van schadevergoeding van € 540.595,60 wordt daarom afgewezen.

Geen sprake van schending van de vertrouwelijkheid

5.18. Job Finder maakt tot slot aanspraak op € 2.000,- aan schadevergoeding wegens het schenden van de vertrouwelijkheidsverklaring die in de overeenkomst is opgenomen. Job Finder stelt hiertoe dat [gedaagde] een concurrerende applicatie heeft ontwikkeld en op de markt heeft gebracht, waarbij hij de ideeën en data van Job Finder heeft gebruikt. [gedaagde] betwist dat hij de vertrouwelijkheidsverklaring heeft geschonden. Hij stelt zich op het standpunt dat partijen uitsluitend zijn overeengekomen dat [gedaagde] geen vertrouwelijke informatie van Job Finder bekend mag maken. Een verbod om zelf een applicatie te ontwikkelen is niet overeengekomen. Volgens [gedaagde] is bovendien geen sprake van een concurrerende applicatie, omdat Floes uitsluitend een administratieve applicatie voor ZZP’ers betreft.

5.19. Partijen geven dus (onder meer) een andere uitleg aan de vertrouwelijkheidsverklaring uit de overeenkomst. De rechtbank zal die verklaring dan ook moeten uitleggen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Haviltex-maatstaf. Daarbij moet worden gekeken naar de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan het overeengekomene mochten toekennen. Toetsend aan deze maatstaf, is de rechtbank van oordeel dat de uitleg van [gedaagde] het meest voor de hand ligt. De vertrouwelijkheidsverklaring uit de overeenkomst bepaalt dat alle zakelijke informatie, ideeën en andere vertrouwelijke gegevens van EuroFlex strikt vertrouwelijk zijn en niet door [gedaagde] bekend mogen worden gemaakt, mogen worden gedeeld, of aan derden mogen worden doorgegeven. Uit de tekst van de bepaling blijkt niet dat [gedaagde] zelf geen (soortgelijke) applicaties meer zou mogen ontwikkelen. Dat dit wel de bedoeling van partijen was, volgt ook niet uit andere feiten of omstandigheden. De rechtbank weegt bij haar oordeel verder mee dat [gedaagde] eerder applicaties heeft ontwikkeld voor ZZP’ers en dat hij daarbij telkens voortbouwt op de door hem ontwikkelde broncode. Ook is het [gedaagde] geweest die EuroFlex heeft benaderd voor het ontwikkelen van de applicatie, en niet andersom. Dat het de bedoeling van partijen is geweest om aan [gedaagde] een verbod op te leggen om in de toekomst dergelijke applicaties te ontwikkelen, acht de rechtbank daarom ook niet aannemelijk. Tot slot is niet gebleken dat de Floes applicatie daadwerkelijk een soortgelijke en concurrerende applicatie is. De vordering tot betaling van € 2.000,- zal daarom worden afgewezen.

Buitengerechtelijke incassokosten

Job Finder vordert vergoeding van buitengerechtelijke kosten. De Wet normering buitengerechtelijke kosten is niet van toepassing, omdat de verplichting tot betaling niet voortvloeit uit de overeenkomst: het gaat hier om ongedaanmakingsverplichtingen die voortvloeien uit de ontbinding van de overeenkomst. De vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn, moet daarom worden getoetst aan de eisen uit het Rapport BGK-integraal. Die eisen houden in dat Job Finder niet alleen moet stellen en specificeren dat zij daadwerkelijk buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt, maar ook dat die kosten andere werkzaamheden betreffen dan die waarop de proceskostenveroordeling ziet. De werkzaamheden die Job Finder heeft opgesomd in de dagvaarding (waaronder het sturen van (sommatie)brieven, het bestuderen en bespreken van het dossier, het opvragen en verzamelen van informatie) vallen onder de proceskostenveroordeling. De rechtbank kan in dit geval dan ook geen buitengerechtelijke incassokosten toewijzen. Proces- en beslagkosten

5.21. [gedaagde] is (grotendeels) in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De rechtbank oordeelt dat een gedeeltelijke toewijzing van het griffierecht in dit geval passend is. De hoogte van het griffierecht is voornamelijk het gevolg van de hoogte van de afgewezen vordering tot betaling van een (forse) schadevergoeding. De vordering is (veel) te hoog ingezet en dit had voor Job Finder van te voren duidelijk moeten zijn. Job Finder heeft daardoor in feite € 3.728,- meer aan griffierecht voldaan en [gedaagde] een bedrag van € 1.301,-. Het te hoge griffierecht wordt beschouwd als kosten die nodeloos zijn veroorzaakt (artikel 237 lid 1 Rv). Voornoemde bedragen zijn hieronder in mindering gebracht op het – in het kader van de proceskostenveroordeling – te betalen griffierecht. De rechtbank zal verder de beslagkosten, voor zover deze met stukken zijn onderbouwd, toewijzen. Het gaat om de conservatoire beslagen die Job Finder op 3 juli 2024 heeft laten leggen onder drie banken en op 30 juli 2024 nogmaals onder één bank. De proces- en beslagkosten van Job Finder worden begroot op:

5.22. De gevorderde wettelijke rente over de proces- en beslagkosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6 De beslissing

De rechtbank

6.1. veroordeelt [gedaagde] om aan Job Finder te betalen een bedrag van € 21.295,99, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 23 juni 2024, tot de dag van volledige betaling;

6.2. veroordeelt [gedaagde] in de proces- en beslagkosten van € 5.840,09, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW en € 92,00 plus de kosten van betekening als deze kosten niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;

6.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

6.4. wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. M. Warmerdam en in het openbaar uitgesproken door mr. P. Dondorp, rolrechter, op 20 augustus 2025.

3556