Artikel 277 (Schadevergoeding bij ontbinding overeenkomst)
1. Wordt een overeenkomst geheel of gedeeltelijk ontbonden, dan is de partij wier tekortkoming een grond voor ontbinding heeft opgeleverd, verplicht haar wederpartij de schade te vergoeden die deze lijdt, doordat geen wederzijdse nakoming doch ontbinding van de overeenkomst plaatsvindt.
2. Indien de tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend, is het vorige lid slechts van toepassing binnen de grenzen van het in artikel 78 bepaalde.
Uitleg in duidelijke taal
1. Wordt een overeenkomst geheel of gedeeltelijk ontbonden, dan is de partij wier tekortkoming een grond voor ontbinding heeft opgeleverd, verplicht haar wederpartij de schade te vergoeden die deze lijdt, doordat geen wederzijdse nakoming doch ontbinding van de overeenkomst plaatsvindt.
Dit betekent letterlijk: Wanneer een overeenkomst geheel of gedeeltelijk wordt beëindigd (ontbonden), is de partij wiens tekortkoming een reden (grond) voor de ontbinding heeft gevormd, verplicht om aan haar wederpartij de schade te vergoeden die de wederpartij lijdt als gevolg van het feit dat er geen wederzijdse nakoming van de overeenkomst plaatsvindt, maar in plaats daarvan de overeenkomst wordt ontbonden.
2. Indien de tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend, is het vorige lid slechts van toepassing binnen de grenzen van het in artikel 78 bepaalde.
Dit betekent letterlijk: Als de tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden verweten (toegerekend), is de bepaling van het vorige lid (lid 1) enkel van toepassing binnen de kaders (grenzen) van wat in artikel 78 is vastgelegd (bepaalde).