Terug naar rechtsgebieden

jeugdstrafrecht

Tot 19 recente arresten van de Hoge Raad

Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:628

Hoge Raad corrigeert wettelijke omissie bij omzetting voorwaardelijke jeugddetentie in taakstraf

Arrest

21 april 2025

De Hoge Raad oordeelt dat bij de omzetting van een voorwaardelijke jeugddetentie naar een taakstraf, conform art. 6:6:21 lid 2 Sv, de wettelijke maxima voor de taakstraf (200 uur) en vervangende jeugddetentie (4 maanden) van overeenkomstige toepassing zijn, ondanks een kennelijke omissie van de wetgever.

StrafrechtJeugdstrafrecht, Penitentiair Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:70

Onbepaalde avondklok als bijzondere voorwaarde in jeugdstrafrecht onvoldoende concreet

Arrest

23 januari 20234× aangehaald in latere zaken

Een door de rechter opgelegde bijzondere voorwaarde, zoals een avondklok, moet voldoende nauwkeurig zijn omschreven. De invulling mag niet volledig worden overgelaten aan de jeugdreclassering. De rechter moet zelf de grenzen bepalen waarbinnen de vrijheidsbeperkende maatregel kan worden toegepast.

StrafrechtJeugdstrafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht, Penitentiair Strafrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2020:1316

Wanneer een bedreiging een 'geweldsmisdrijf' is voor verlenging PIJ-maatregel

Arrest

24 augustus 20207× aangehaald in latere zaken

Een bedreiging kan kwalificeren als een 'geweldsmisdrijf' dat verlenging van een PIJ-maatregel rechtvaardigt. De rechter moet dit beoordelen aan de hand van alle omstandigheden, zoals niet-verbaal agressief gedrag en de aannemelijkheid dat de bedreiging zou worden uitgevoerd.

StrafrechtJeugdstrafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2020:626

DNA-afname minderjarigen: geen generieke uitzondering, wel meewegen leeftijd

Arrest

6 april 202091× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat er geen generieke uitzondering bestaat voor DNA-afname bij minderjarigen. Wel moet de rechter de minderjarigheid meewegen bij de beoordeling van de 'bijzondere omstandigheden' die een uitzondering kunnen rechtvaardigen, kijkend naar proportionaliteit en recidiverisico.

StrafrechtJeugdstrafrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge RaadECLI:NL:HR:2019:1736

Hoge Raad: Poging tot grooming (artikel 248e Sr) is strafbaar

Arrest

11 november 20197× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat een poging tot grooming (art. 248e Sr) strafbaar is, ook al is het voltooide delict zelf een voorbereidingshandeling. Nederland heeft geen gebruik gemaakt van de opt-out mogelijkheid in het Verdrag van Lanzarote om poging uit te sluiten.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Jeugdstrafrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Hoge RaadECLI:NL:HR:2018:396

Dadelijke uitvoerbaarheid: Strenge motiveringseis bij ontbreken van geweldsdelict

Arrest

19 maart 20185× aangehaald in latere zaken

Een bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van bijzondere voorwaarden (art. 77za Sr) is alleen mogelijk bij misdrijven gericht tegen het lichaam. De rechter moet expliciet motiveren dat aan deze voorwaarde is voldaan; een algemene verwijzing naar recidivegevaar bij vermogensdelicten is onvoldoende.

StrafrechtJeugdstrafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2017:3186

Tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf bij niet-onherroepelijk vonnis is mogelijk

Arrest

18 december 201713× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat een voorwaardelijk opgelegde straf ten uitvoer kan worden gelegd bij overtreding van dadelijk uitvoerbaar verklaarde voorwaarden, ook als de veroordeling zelf nog niet onherroepelijk is. Dit vormt een wettelijke uitzondering op de hoofdregel van art. 557 Sv.

StrafrechtJeugdstrafrecht, Penitentiair Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2015:2465

Redelijke termijn jeugdstrafrecht: geen niet-ontvankelijkheid OM bij overschrijding

Arrest

7 september 201524× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad handhaaft zijn vaste rechtspraak: overschrijding van de redelijke termijn, ook in het jeugdstrafrecht, leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Het belang van een voortvarende berechting wordt gecompenseerd via strafvermindering of een rechterlijk pardon (art. 9a Sr).

StrafrechtJeugdstrafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge RaadECLI:NL:HR:2012:BX3864

De motiveringsplicht bij een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt over bewijsbetrouwbaarheid

Arrest

27 augustus 201215× aangehaald in latere zaken

Niet elk verweer over tegenstrijdige getuigenverklaringen kwalificeert als een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt. Bij een specifiek standpunt over de onbetrouwbaarheid van één bewijsmiddel kan de motivering voor afwijking besloten liggen in de overige, voor de verwerping relevante, bewijsmiddelen die het hof gebruikt.

StrafrechtStrafprocesrecht, Jeugdstrafrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2011:BQ4676

Proportionaliteit en subsidiariteit bij bijzondere voorwaarde in jeugdstrafrecht

Arrest

11 juli 20116× aangehaald in latere zaken

Het opleggen van een langdurig en intensief behandelprogramma als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf vereist een nadere motivering. De rechter moet toetsen aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, zeker als de gedragsmaatregel (art. 77w Sr) een passender kader lijkt te bieden.

StrafrechtJeugdstrafrecht, Strafprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2010:BM4308

Hoorrecht minderjarig slachtoffer (art. 167a Sv): inspanningsverplichting OM en gevolgen niet-naleving

Arrest

15 november 20106× aangehaald in latere zaken

Het OM heeft een inspanningsverplichting om het minderjarige slachtoffer te horen (art. 167a Sv). Niet-naleving leidt pas tot niet-ontvankelijkheid als het OM door dit verzuim ernstig tekort is geschoten in de zorgvuldigheid jegens de minderjarige, wat een belangenafweging door de rechter vereist.

StrafrechtStrafprocesrecht, Jeugdstrafrecht