Artikel 24 (Grondslag beslissing en ambtshalve bespreking rechter)
1. De rechter onderzoekt en beslist de zaak op de grondslag van hetgeen partijen aan hun vordering, verzoek of verweer ten gronde hebben gelegd, tenzij uit de wet anders voortvloeit.
2. De rechter kan binnen de grenzen van de rechtsstrijd ambtshalve met partijen de grondslag van hun vordering, verzoek of verweer bespreken.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter onderzoekt en beslist de zaak op de grondslag van hetgeen partijen aan hun vordering, verzoek of verweer ten gronde hebben gelegd, tenzij uit de wet anders voortvloeit.
Dit betekent letterlijk dat de rechter de zaak onderzoekt en beslist op de grondslag van datgene wat partijen als basis voor hun vordering, verzoek of verweer ten gronde hebben gelegd. Een uitzondering hierop geldt indien uit de wet anders voortvloeit.
2. De rechter kan binnen de grenzen van de rechtsstrijd ambtshalve met partijen de grondslag van hun vordering, verzoek of verweer bespreken.
Dit betekent letterlijk dat de rechter, binnen de grenzen van de rechtsstrijd, de mogelijkheid heeft om ambtshalve (dus uit eigen beweging) met partijen de grondslag van hun vordering, verzoek of verweer te bespreken.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:1093 - Parket bij de Hoge Raad - 10 oktober 2025
ECLI:NL:PHR:2025:985 - Conclusie A-G: Prijsdifferentiatie via Google Shopping niet direct misleidend - 12 september 2025
De Procureur-Generaal concludeert tot verwerping van het cassatieberoep. De praktijk waarbij een product via Google Shopping voor een lagere prijs en onder restricties wordt aangeboden dan op de eigen website, is niet per definitie een oneerlijke handelspraktijk, misleidende reclame of ongeoorloofde vergelijkende reclame jegens een concurrent.
ECLI:NL:PHR:2025:986 - Conclusie A-G: Misleidende reclame via Google Shopping en aansprakelijkheid van platforms - 12 september 2025
De Procureur-Generaal adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep te verwerpen. Het aanbieden van een product voor een lagere prijs via Google Shopping dan op de eigen website is niet misleidend, zolang het product daadwerkelijk voor de geadverteerde prijs verkrijgbaar is na doorklikken.
ECLI:NL:PHR:2025:1062 - Parket bij de Hoge Raad - 3 oktober 2025
ECLI:NL:PHR:2025:969 - Conclusie P-G: Uitleg leveringsovereenkomst stadsverwarming en verborgen aansluitbijdrage - 12 september 2025
De P-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep te verwerpen. Het oordeel van het hof dat de leveringsovereenkomst geen rechtsgrond biedt voor het periodiek in rekening brengen van een aansluitbijdrage, is juridisch juist. Onduidelijkheid in de voorwaarden komt voor rekening van de energieleverancier.
ECLI:NL:PHR:2025:911 - Parket bij de Hoge Raad - 29 augustus 2025
ECLI:NL:PHR:2025:1045 - Parket bij de Hoge Raad - 26 september 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:7922 - Rechtbank Limburg - 30 juli 2025
ECLI:NL:PHR:2025:755 - Parket bij de Hoge Raad - 4 juli 2025
ECLI:NL:PHR:2025:991 - Conclusie A-G: Kansschade na beroepsfout advocaat en bewijsaanbod - 12 september 2025
De Procureur-Generaal adviseert de Hoge Raad het principale cassatieberoep te verwerpen, omdat het hof het bewijsaanbod van de cliënt als onvoldoende gespecificeerd mocht passeren en de kansschade mocht schatten. Het incidentele beroep over de beoordeling van subsidiaire grondslagen door het hof slaagt volgens de P-G wel.
ECLI:NL:PHR:2025:937 - Parket bij de Hoge Raad - 9 september 2025
ECLI:NL:PHR:2025:947 - Parket bij de Hoge Raad - 5 september 2025
ECLI:NL:PHR:2025:955 - Parket bij de Hoge Raad - 5 september 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:7917 - Adviesbureau valt onder Waadi: concurrentiebeding met inlener is nietig - 13 augustus 2025
De rechtbank oordeelt dat een adviesbureau dat een werknemer detacheert, kwalificeert als uitzendbureau onder de Uitzendrichtlijn en Waadi. Een concurrentiebeding in de algemene voorwaarden verbiedt de inlener de werknemer in dienst te nemen. Dit beding is daarom nietig wegens strijd met het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi.
ECLI:NL:RBLIM:2025:8052 - Rechtbank Limburg - 13 augustus 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4583 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 22 juli 2025
ECLI:NL:PHR:2025:788 - Parket bij de Hoge Raad - 11 juli 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2666 - Gerechtshof Amsterdam - 7 oktober 2025
ECLI:NL:PHR:2025:1013 - Conclusie A-G: Verrekeningsverbod art. 54 Fw geldt ook voor uitgaande betalingen - 19 september 2025
De Procureur-Generaal concludeert tot verwerping van het cassatieberoep. Het verrekeningsverbod van artikel 54 Fw voor een bank die niet te goeder trouw is, geldt niet alleen voor inkomende betalingen, maar ook voor uitgaande betalingen die de bank na de peildatum in opdracht van de schuldenaar verricht.