Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Eerste titel. Algemene bepalingen
Derde afdeling. Algemene voorschriften voor procedures
Artikel 24

Artikel 24 (Grondslag beslissing en ambtshalve bespreking rechter)

Laatste versie

1. De rechter onderzoekt en beslist de zaak op de grondslag van hetgeen partijen aan hun vordering, verzoek of verweer ten gronde hebben gelegd, tenzij uit de wet anders voortvloeit.

2. De rechter kan binnen de grenzen van de rechtsstrijd ambtshalve met partijen de grondslag van hun vordering, verzoek of verweer bespreken.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter onderzoekt en beslist de zaak op de grondslag van hetgeen partijen aan hun vordering, verzoek of verweer ten gronde hebben gelegd, tenzij uit de wet anders voortvloeit.

Dit betekent letterlijk dat de rechter de zaak onderzoekt en beslist op de grondslag van datgene wat partijen als basis voor hun vordering, verzoek of verweer ten gronde hebben gelegd. Een uitzondering hierop geldt indien uit de wet anders voortvloeit.

2. De rechter kan binnen de grenzen van de rechtsstrijd ambtshalve met partijen de grondslag van hun vordering, verzoek of verweer bespreken.

Dit betekent letterlijk dat de rechter, binnen de grenzen van de rechtsstrijd, de mogelijkheid heeft om ambtshalve (dus uit eigen beweging) met partijen de grondslag van hun vordering, verzoek of verweer te bespreken.