Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Van rechtspleging van onderscheiden aard
Titel 15. Van rechtspleging in zaken betreffende rechten van intellectuele eigendom
Artikel 1019h

Artikel 1019h (Redelijke en evenredige kostenveroordeling IE)

Laatste versie

Voor zover nodig in afwijking van de tweede paragraaf van de twaalfde afdeling van de tweede titel van het eerste Boek en in afwijking van artikel 194, eerste lid wordt de in het ongelijk gestelde partij desgevorderd veroordeeld in redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet.

Uitleg in duidelijke taal

Voor zover nodig in afwijking van de tweede paragraaf van de twaalfde afdeling van de tweede titel van het eerste Boek en in afwijking van artikel 194, eerste lid wordt de in het ongelijk gestelde partij desgevorderd veroordeeld in redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet.

Dit artikel bepaalt dat, als dat nodig is en in afwijking van de regels genoemd in de tweede paragraaf van de twaalfde afdeling van de tweede titel van het Eerste Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en in afwijking van artikel 194, eerste lid, de partij die in de rechtszaak in het ongelijk gestelde is, desgevorderd (dus op verzoek van de winnende partij) veroordeeld wordt. Deze veroordeling betreft de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt. Een uitzondering geldt: de veroordeling vindt niet plaats als de billijkheid zich daartegen verzet.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

33 uitspraken gevonden
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2025:11772 - Rechtbank Den Haag - 3 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:117723 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:18118 - Rechtbank Den Haag - 1 oktober 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:181181 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16442 - Rechtbank Den Haag - 3 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:164423 september 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:5929 - Rechtbank Amsterdam - 15 augustus 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:592915 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Intellectueel Eigendomsrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:8336 - Rechtbank Rotterdam - 9 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:83369 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:5090 - Rechtbank Gelderland - 30 juni 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:509030 juni 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Internationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:18108 - Rechtbank Den Haag - 1 oktober 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:181081 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17134 - Rechtbank Den Haag: bevoegdheidsincident is materieel verweer, geen grond voor schorsing - 17 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1713417 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Rechtbank van Den Haag wijst een bevoegdheidsincident af omdat de betwisting van de territoriale reikwijdte van een verbod een principaal verweer is, niet een bevoegdheidskwestie. Een verzoek tot schorsing wegens een EUIPO-nietigheidsprocedure wordt afgewezen omdat deze procedure pas na aanvang van de rechtszaak is gestart.

Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17010 - Bedrijfswagens zonder auteursrechtelijke bescherming of eigen gezicht op de markt - 16 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1701016 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat een bedrijfswagen-inrichting geen auteursrechtelijk beschermd werk is, omdat de vormgevingskeuzes technisch bepaald, triviaal of niet het gevolg van eigen creatieve arbeid zijn. Een beroep op slaafse nabootsing faalt eveneens, omdat de inrichting geen 'eigen gezicht' op de markt heeft.

Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16766 - Rechtbank Den Haag - 10 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1676610 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16443 - Rechtbank Den Haag - 3 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:164433 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16030 - Rechtbank Den Haag - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1603027 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16047 - Rechtbank Den Haag - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1604727 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10388 - Rechtbank Rotterdam - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1038827 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13610 - Rechtbank Den Haag - 30 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1361030 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Ondernemingsrecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:4748 - Rechtbank Oost-Brabant - 30 juli 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:474830 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:12293 - Rechtbank Den Haag - 8 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:122938 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Intellectueel Eigendomsrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17161 - Rechtbank Den Haag - 24 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1716124 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Intellectueel Eigendomsrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17402 - Rechtbank Den Haag - 22 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1740222 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16044 - Rechtbank Den Haag - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1604427 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht