Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. Compensatie, tegemoetkomingen, moratorium en brede ondersteuning
Afdeling 2.1. Compensatie en tegemoetkomingen gedupeerde aanvrager kinderopvangtoeslag
Artikel 2.7. Forfaitair bedrag voor aanvrager kinderopvangtoeslag

Artikel 2.7. Forfaitair bedrag voor aanvrager kinderopvangtoeslag

Laatste versie

1. Aan een aanvrager van een kinderopvangtoeslag die in aanmerking komt voor toepassing van een herstelmaatregel en daarvoor voor 1 januari 2024 een aanvraag heeft ingediend, kent de Dienst Toeslagen ambtshalve eenmalig een forfaitair bedrag toe van € 30.000, met dien verstande dat dit bedrag wordt verminderd, maar niet verder dan tot nihil, met de bedragen die de aanvrager op het moment van toekenning van het forfaitaire bedrag al op grond van een herstelmaatregel heeft ontvangen. Bij vermindering tot nihil vindt geen toekenning plaats.

2. Indien een aanvrager van een kinderopvangtoeslag gedurende een periode een partner had, zij beiden in aanmerking komen voor toepassing van een herstelmaatregel en ten minste een van hen in aanmerking komt voor een herstelmaatregel over een deel van die periode, wordt het forfaitaire bedrag alleen toegekend aan degene van wie de Dienst Toeslagen het recht op het forfaitaire bedrag het eerst heeft vastgesteld. Aan de ander wordt een bedrag van € 10.000 toegekend als diegene op het moment van het toekennen van het forfaitaire bedrag niet de partner is van degene aan wie het forfaitaire bedrag wordt toegekend, met dien verstande dat het bedrag van € 10.000 wordt verminderd, maar niet verder dan tot nihil, met de bedragen die deze persoon op het moment van toekenning van dit bedrag al op grond van een herstelmaatregel heeft ontvangen. Bij vermindering tot nihil vindt geen toekenning plaats.

3. Indien een aanvrager van een kinderopvangtoeslag of de partner, bedoeld in het tweede lid, in aanmerking komt voor toepassing van een herstelmaatregel over een deel van de periode, bedoeld in het tweede lid, en zij elkaars partners waren op het moment van het toekennen van het forfaitaire bedrag aan een van hen, wordt voor de toepassing van de artikelen 2.1, vijfde lid, en 2.6, vierde lid, aan ieder van hen een percentage van € 30.000 toegerekend, met een maximum van het uitbetaalde bedrag van de forfaitaire tegemoetkoming. Dit percentage wordt voor ieder van hen berekend door de som van de aan hem op grond van herstelmaatregelen toegekende bedragen, vóór toepassing van de in die artikelleden bedoelde verminderingen, te delen door de som van de aan hen beiden op grond van herstelregelmaatregelen toegekende bedragen, vóór toepassing van de in die artikelleden bedoelde verminderingen, met dien verstande dat bij de berekening van het percentage toegekende bedragen die compensatie of tegemoetkoming voor hogere werkelijke schade bieden, buiten beschouwing worden gelaten.

4. Een herstelmaatregel is:

a. toekenning van een hardheidstegemoetkoming als bedoeld in artikel 49 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, zoals dat luidde op 25 januari 2021; b. toekenning van compensatie als bedoeld in artikel 49b van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, zoals dat luidde op 25 januari 2021, of als bedoeld in artikel 2.1; c. toekenning van een O/GS-tegemoetkoming als bedoeld in artikel 49c van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, zoals dat luidde ten tijde van de aanvraag van de O/GS-tegemoetkoming, of als bedoeld in artikel 2.6; d. het verlagen of op nihil vaststellen van een terug te vorderen bedrag kinderopvangtoeslag in bijzondere omstandigheden vanwege de onevenredigheid van de nadelige gevolgen van een beschikking tot vaststelling of tot terugvordering kinderopvangtoeslag in verhouding tot de met die beschikking te dienen doelen; e. het vaststellen van het recht op kinderopvangtoeslag naar rato van het bedrag van de kosten van kinderopvang waarvan aannemelijk is dat het tijdig is betaald; f. herziening van een op 23 oktober 2019 onherroepelijk vaststaande beschikking tot terugvordering kinderopvangtoeslag, in bijzondere omstandigheden vanwege de onevenredigheid van de nadelige gevolgen van deze beschikking in verhouding tot de met de beschikking te dienen doelen; of g. herziening van een op 23 oktober 2019 onherroepelijk vaststaande beschikking tot toekenning kinderopvangtoeslag waarbij het recht op kinderopvangtoeslag wordt vastgesteld naar rato van het bedrag van de kosten van kinderopvang waarvan aannemelijk is dat het tijdig is betaald.

5. In afwijking van het vierde lid is geen sprake van een herstelmaatregel indien:

a. een toekenning, verlaging of vaststelling op nihil, naar rato vaststelling of herziening als bedoeld in het vierde lid, onderdelen c tot en met g, betrekking heeft op een berekeningsjaar waarover minder dan € 1.500 aan kinderopvangtoeslag is teruggevorderd of het recht op kinderopvangtoeslag met minder dan € 1.500 is verlaagd; of b. een verlaging, vaststelling op nihil of naar rato vaststelling als bedoeld in het vierde lid, onderdelen d en e, van toepassing is op een beschikking met een oorspronkelijke dagtekening van na 22 oktober 2019.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

31 uitspraken gevonden
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3564 - Raad van State - 30 juli 2025

ECLI:NL:RVS:2025:356430 juli 2025Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:9756 - Rechtbank Rotterdam - 13 augustus 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:975613 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3169 - Rechtbank Noord-Nederland - 1 augustus 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:31691 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4085 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:40851 juli 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10633 - Rechtbank Rotterdam - 5 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:106335 september 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10800 - Rechtbank Rotterdam - 2 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:108002 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2025:2993 - Raad van State - 2 juli 2025

ECLI:NL:RVS:2025:29932 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:11654 - Rechtbank Den Haag - 2 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:116542 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:2996 - Raad van State - 2 juli 2025

ECLI:NL:RVS:2025:29962 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht, Socialezekerheidsrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:2999 - Raad van State - 2 juli 2025

ECLI:NL:RVS:2025:29992 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht, Socialezekerheidsrecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5533 - Rechtbank Overijssel - 11 september 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:553311 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht, Socialezekerheidsrecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:9875 - Rechtbank Noord-Holland - 19 augustus 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:987519 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4904 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 30 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:490430 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4903 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 28 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:490328 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:5762 - Rechtbank Gelderland - 22 juli 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:576222 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:8820 - Rechtbank Rotterdam - 18 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:882018 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4899 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:48991 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4901 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:49011 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:5044 - Rechtbank Gelderland - 30 juni 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:504430 juni 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11053 - Niet-ontvankelijk beroep na herziening besluit en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn - 18 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1105318 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank verklaart het beroep niet ontvankelijk omdat de Dienst Toeslagen met een herzien besluit tegemoet is gekomen aan eiseres. Wel wordt schadevergoeding toegekend voor overschrijding van de redelijke termijn, die naar rato wordt verdeeld over de Dienst Toeslagen en de Staat.

BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht