Artikel 11
De regter moet volgens de wet regt spreken: hij mag in geen geval de innerlijke waarde of billijkheid der wet beoordeelen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBZWB:2025:6274 - Berekening heffingskorting in jaar van bereiken AOW-leeftijd is tijdsevenredig - 18 september 2025
De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de wet correct toepast door in het jaar waarin de AOW-leeftijd wordt bereikt, een tijdsevenredig premiepercentage (mengpercentage) voor de volksverzekeringen over het gehele jaarinkomen te hanteren. Een door belanghebbende voorgestane 'knip' in het kalenderjaar is in strijd met de wet.
ECLI:NL:PHR:2025:904 - Parket bij de Hoge Raad - 29 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5055 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 31 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6448 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 26 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5585 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 20 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:4454 - Rechtbank Oost-Brabant - 14 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4337 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:2993 - Raad van State - 2 juli 2025
ECLI:NL:CRVB:2025:1423 - Verplichte zorgverzekering: persoonlijke bezwaren geen reden voor vrijstelling van boete - 25 september 2025
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat persoonlijke bezwaren tegen het zorgstelsel, zoals het zelf kunnen betalen van zorgkosten, geen rechtvaardigingsgrond vormen om de wettelijke verzekeringsplicht te negeren. Het CAK is verplicht een boete op te leggen en heeft geen afwegingsruimte bij deze bepalingen.