Artikel 92
In afwijking van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht kan de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij zijn uitspraak op een verzoek om voorlopige voorziening ook onmiddellijk uitspraak in de hoofdzaak doen, indien het verzoek niet ter zitting is behandeld.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RVS:2025:3623 - Raad van State - 31 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3176 - Raad van State - 14 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4748 - Raad van State - 6 oktober 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4760 - Raad van State - 6 oktober 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4598 - Raad van State - 1 oktober 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4685 - Raad van State - 1 oktober 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4603 - Raad van State - 30 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4563 - Raad van State - 25 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4578 - Raad van State - 25 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4480 - Raad van State bevestigt afwijzing asielverzoek met verkorte motivering - 22 september 2025
De voorzieningenrechter bevestigt de uitspraak van de rechtbank waarin de afwijzing van een asielaanvraag in stand is gelaten. Het hoger beroep wordt met een verkorte motivering afgedaan op grond van artikel 91, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er geen rechtsvragen aan de orde zijn.
ECLI:NL:RVS:2025:4453 - Proceskostenvergoeding verplicht bij passeren van motiveringsgebrek onder artikel 6:22 Awb - 18 september 2025
Indien een rechtbank een motiveringsgebrek in een besluit constateert maar dit gebrek passeert met toepassing van artikel 6:22 van de Awb, is zij desondanks verplicht het bestuursorgaan te veroordelen in de proceskosten van de indiener van het beroep. Het constateren van het gebrek is hiervoor doorslaggevend.