Artikel 405 (Loon opdrachtnemer beroep bedrijf hoogtebepaling)
1. Indien de overeenkomst door de opdrachtnemer in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf is aangegaan, is de opdrachtgever hem loon verschuldigd.
2. Indien loon is verschuldigd doch de hoogte niet door partijen is bepaald, is de opdrachtgever het op de gebruikelijke wijze berekende loon of, bij gebreke daarvan, een redelijk loon verschuldigd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien de overeenkomst door de opdrachtnemer in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf is aangegaan, is de opdrachtgever hem loon verschuldigd.
Dit betekent dat als de opdrachtnemer de overeenkomst is aangegaan in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, de opdrachtgever verplicht is hem loon te betalen.
2. Indien loon is verschuldigd doch de hoogte niet door partijen is bepaald, is de opdrachtgever het op de gebruikelijke wijze berekende loon of, bij gebreke daarvan, een redelijk loon verschuldigd.
Dit betekent dat indien er loon verschuldigd is, maar de hoogte ervan niet door de partijen is vastgesteld, de opdrachtgever het loon verschuldigd is dat op de gebruikelijke wijze wordt berekend. Als een dergelijke gebruikelijke wijze ontbreekt (bij gebreke daarvan), dan is de opdrachtgever een redelijk loon verschuldigd.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBLIM:2025:8052 - Rechtbank Limburg - 13 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:5011 - Rechtbank Amsterdam - 9 juli 2025
ECLI:NL:PHR:2025:969 - Conclusie P-G: Uitleg leveringsovereenkomst stadsverwarming en verborgen aansluitbijdrage - 12 september 2025
De P-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep te verwerpen. Het oordeel van het hof dat de leveringsovereenkomst geen rechtsgrond biedt voor het periodiek in rekening brengen van een aansluitbijdrage, is juridisch juist. Onduidelijkheid in de voorwaarden komt voor rekening van de energieleverancier.
ECLI:NL:PHR:2025:970 - Conclusie P-G: Rechtsgrond periodieke aansluitbijdrage stadsverwarming en verrekening verjaarde vordering - 12 september 2025
De P-G adviseert de Hoge Raad het arrest te vernietigen. Het hof oordeelde onjuist dat een verjaarde vordering tot terugbetaling van de aansluitbijdrage altijd kan worden verrekend. Voor verrekening is vereist dat de verrekeningsbevoegdheid al bestond vóórdat de vordering verjaarde.