Uitspraak inhoud

RECHTBANK GELDERLAND

Civiel recht Kantonrechter

Zittingsplaats Arnhem

Zaaknummer: 11519847 \ CV EXPL 25-794

Vonnis van 10 september 2025

in de zaak van

[eiser]VOORHEEN HANDELENDE ONDER DE NAAM[bedrijf 1], wonende te [woonplaats] (Duitsland), eisende partij, hierna te noemen: [eiser] , gemachtigde: mr. A.A. Bart,

tegen

1 [gedaagde 1] ,

gevestigd en kantoorhoudende te [plaats 1] ,2. **[gedaagde 2] ,**MAAT VAN [gedaagde 1] , wonende te [plaats 1] ,3. **[gedaagde 3] ,**MAAT VAN [gedaagde 1] , wonende te [plaats 1] , gedaagde partijen, hierna te noemen: [gedaagden] , en ieder afzonderlijk: [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] . gemachtigde voor allen: mr. J.M. Molkenboer.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • het tussenvonnis van 5 maart 2025 en de daarin genoemde processtukken

  • productie 9 en 10 van 7 juli 2025 van [eiser] ,

  • productie 2 van 9 juli 2025 van [gedaagden]

1.2. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 juli 2025, waarbij [gedaagden] het woord heeft gevoerd aan de hand van spreekaantekeningen. Van wat partijen verder hebben besproken, heeft de griffier aantekeningen gemaakt.

1.3. Vervolgens is bepaald dat een vonnis wordt gewezen.

2 De feiten

2.1. Op of omstreeks 24 februari 2024 heeft familie [eiser] thuis bij familie [gedaagde 1] in [plaats 1] met hen kennisgemaakt (productie 8 dagvaarding).

2.2. Na de kennismaking heeft [eiser] gedurende drie weken zorgwerkzaamheden, waaronder het bekappen van de klauwen van de gehele kudde en medicatie toedienen, verricht en de landbouwmachines van [gedaagden] met een door [eiser] ingehuurde hulp onderhouden.

2.3. Tussen [eiser] en [gedaagde 3] heeft, voor zover relevant, het volgende Whatsapp-gesprek plaatsgevonden (productie 8 dagvaarding):

“11-03-2024 19:58 – [eiser] : De meeste koeien zijn dof ze horen toch een beetje te glimmen naar mijn beleving ze krijgen voer (..) dat zit ik te denken wat zit er in voor eiwit verhooger. Raap is duurder maar werkt wel 11-03-2024 19:59 – [naam 1] : (…) Wil je deze man bellen voor de Gea melkinstallatie Wat de prijs is? Of het wat voor ons is en of er niet veel kapot is? (…) 11-03-2024 20:00 – [eiser] : Kan ik morgen wel eventjes doen (…) 11-03-2024 21:08 – [eiser] : Ik ben er wel over uit waarom de koeien geen melk geven bij het afkalven 11-03-2024 21:13 - [eiser] : Ze moeten minder mais en 1tot 2 kilo krachtvoer 14 dagen voor het afkalven Mais heeft een hoop zetmeel daar wordt een droge koe vet van en dat werkt produktie tegen en als je er brok bij doet is het in balans 11-03-2024 21:32 – [naam 1] : Top Subliem Brok, maismeel, graanproducten, truticale/Roge, Sojabonen getoast, Palmpitten, (…) Grondstoffen opvolgende, hoogste aandeel staat vooraan (maismeel) Gr [naam 2] 11-03-2024 21:33 - [eiser] : Zal er morgen naar kijken zal op bed morgenochtend 4 uur er uit (…) 11-03-2024 21:44 – [naam 1] : (…) wat zou deze koe hebben vandaag slecht gevreten in de koppel sloom, veel in de box liggen en dan met de kop naar de buik. Na het melk 11-03-2024 21:47 - [eiser] : Heb je wat voor fosfaat gebrek 11-03-2024 21:48 - [eiser] : Hoe lang geleden gekald? 11-03-2024 21:51 - [eiser] : Denk aan fosfaat gebrek Maar eventjes een infuus voor melkziekte kan ook geen kwaad het kan slepende melkziekte (…) 11-03-2024 21:53 - [eiser] : Deze fles gebruik ik in Nederland altijd (…) 11-03-2024 21:56 - [eiser] : Dan is de kans op slepende melkziekte erg root ketose is het duure woord er voor 11-03-2024 21 :58 - [eiser] : Voor een ziekte koe is een infuus tegen melkziekte sneller 11-03-2024 21:58 – [naam 1] : ja klopt o dan ga ik pillen geven 11-03-2024 21:59 – [naam 1] : Ik ben geen infuus prikker Ik krijg allemaal koeien met bulten11-03-2024 21:59 – [naam 1] : dus dat moet je me nog een keer leren (…) 12-03-2024 10:50 – [naam 1] : Wat is de oorzaak als koeien smet krijgen bij het uier? 12-03-2024 10:52 - [eiser] : Stinkt het rot? 12-03-2024 10:53 - [eiser] : Dan is het uier eczeem 12-03-2024 10:54 - [eiser] : Beetje schoonmaken asaderm er op blijft het soepel van(…) 12-03-2024 19:42 – [naam 1] : Heb je nu vandaag de laatste werkdag gehad> 12-03-2024 19:43 – [eiser] : Nee 12-03-2024 19:46 – [naam 1] : Wat jammer 12-03-2024 19:46 – [naam 1] : Wanneer wel? 12-03-2024 19:47 – [naam 1] : Ik kan je hulp wel gebruiken hor (…) 18-03-2024 18:47 – [naam 1] : Dokter [eiser] ik heb je nodig 18-03-2024 18:48 – [eiser] : roept u maar 18-03-2024 18:49 – [naam 1] : Wat heeft deze koe(…) 18-03-2024 18:51 – [eiser] : Geef hem eens een tik op zijn hoofd (op witte stuk (…) 19-03-2024 19:26 – [eiser] : Ik neem dat spul mee dan doen we dat op een paar koeien kijken we wat daar mee gebeurt als ze opknap(…) 01-04-2024 11:45 – [naam 1] : Hoi weet je al wanneer jullie komen bekappen? 01-04-2024 11:45 – [eiser] : Ja woensdag 01-04-2024 11:45 – [eiser] : Kom zelf dinsdag (…) 03-04-2024 22:17 – [naam 1] : Wil je morgen ochtend de zieke koeien allemaal na lopenKoe 217 spuiten diatrim en avuloxil indoen en goed uitrekken?(…)”

2.4. Tussen [eiser] en [gedaagde 2] heeft, voor zover relevant, het volgende Whatsapp-verkeer plaatsgevonden (productie 8 dagvaarding):

“04-03-2024 10:44 – [eiser] : Kramp voor mf 7619-77192hydro p9588962brandstof x2201845460mfHydro p764259Brandstof 4226708 mlDit zijn kramp bestel nummers04-03-2024 10:47 – [eiser] : In de trekkers gaat in achterbrug gemiddeld 114 liter olie per stuk is samen 342liter. (…) 04-03-2024 10:57 – [eiser] : (…) 4x vet zeer goede kwaliteit voor het doorsmeren van de machines04-03-2024 10:58 – [eiser] : Vet spuiten neem ik zelf mee Bij vragen hoor ik het (…) 19-03-2024 21:36 – [gedaagde 2] : Ik heb niks meer van de studenten huurders gehoord.”

2.5. Tussen [eiser] en de familie [gedaagde 1] ( [naam 3] is de echtgenote van [gedaagde 2] en moeder van [gedaagde 3] ) heeft, voor zover relevant, het volgende Whatsapp-gesprek plaatsgevonden (productie 9 akte [eiser] ): “ (…)13-03-2024 16:07 - [naam 3] : [eiser] Wat is de achterbrugolie? (…) 13-03-2024 16:11 - [eiser] : Deze olie kan in achtbrug (…) 16-03-2024 12:32 – [eiser] : Mf 7719 vtOlie ververst achte brugKwam maar 15 liter uit. Op nieuw gevuld met 100 literPto doet het daar na vanzelf weer4x4 spoel vervangen doet Het ook weer diesel filter vervangen(…) 16-03-2024 15:35 – [eiser] : Mf 7619 Olie achterbrug vervangenMotor bij gevuldLuchtfilters alle trekker schoon gemaakt4x4 Assen allemaal na gekeken(…)16-03-2024 16:50 – [eiser] : 5460 Olie nagelopen Achterbrug filter vervangen Verder nagelopen Cat verrijker Olie nagelopen en gevuld Water motor was minimaal ook gevuld 16-03-2024 16:52 – [eiser] : Verrijker door gesmeerd (…)”

2.6. De partner van [eiser] heeft op 20 april 2024 per Whatsapp aan [naam 3] geschreven dat de gebruikte medicatie aan [gedaagden] gefactureerd zal worden (productie 7 dagvaarding).

2.7. Op 21 augustus 2024 heeft [eiser] zijn werkzaamheden als volgt bij [gedaagden] in rekening gebracht (productie 2 dagvaarding):

o 12x [plaats 1] : 4248km x € 0,23 = € 977,04; o 1x [plaats 2] Duitsland: 296 x € 0,23 = 68,08 o 8 x [plaats 3] Duitsland: 1960km x € 0,23 = € 450,80 Totale kosten: € 9.227,82 (inclusief btw).

2.8. [gedaagden] is niet overgegaan tot betaling daarvan.

3 De vordering en het verweer

3.1. [eiser] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] , waarbij de één betaalt de ander zal zijn bevrijd, tot betaling van:

3.2. [eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat [gedaagden] zijn betalingsverplichting uit de overeenkomst van opdracht niet is nagekomen door de factuur van 21 augustus 2024 onbetaald te laten.

3.3. [gedaagden] betwist het bestaan van een overeenkomst van opdracht tussen [gedaagde 1] en [eiser] . [eiser] heeft enkele keren op de locaties [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] vrijblijvend indicatieve werkzaamheden verricht om te bewijzen dat hij zelfstandig koeien kon verzorgen. Volgens [gedaagden] ging het om een snuffelstage. Nadat bleek dat het niet klikte tussen [eiser] en [gedaagde 2] , is besloten dat [eiser] geen definitieve werkzaamheden meer zou verrichten op de melkveehouderij. Voor zover wordt aangenomen dat [eiser] wel in opdracht van [gedaagde 1] werkzaamheden heeft verricht, is [gedaagde 1] een redelijk loon van niet meer dan € 1.000,00 in totaal verschuldigd. [gedaagden] betwist verder de verschuldigdheid van de in rekening gebrachte kosten ter zake klauw bekappen en gebruikte medicatie, aangezien deze kosten nergens uit blijken.

3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht

4.1. De Nederlandse rechter is, wat tussen partijen overigens ook niet in geschil is, op grond van de Brussel I bis-Verordening[1] bevoegd kennis te nemen van de vordering.

4.2. De vordering van [eiser] ziet op een overeenkomst van opdracht. Met inachtneming van de bepalingen van Verordening Rome I[2] is de kantonrechter van oordeel dat de door partijen opgeworpen kwesties moeten worden beoordeeld naar Nederlands recht.

Totstandkoming overeenkomst van opdracht

4.3. De kantonrechter stelt voorop dat [gedaagden] niet heeft betwist dat [eiser] de door hem gestelde werkzaamheden heeft verricht. Tussen partijen is wel in geschil of zij een overeenkomst van opdracht in de zin van artikel 7:400 BW hebben gesloten op grond waarvan [gedaagden] voor de werkzaamheden die [eiser] heeft verricht, moet betalen.

4.4. Hoewel een schriftelijke overeenkomst tot opdracht niet voorhanden is, kan daaruit niet zonder meer worden afgeleid dat er geen overeenkomst van opdracht is gesloten. De vraag of een overeenkomst tot stand is gekomen tussen [eiser] en [gedaagden] dient te worden beantwoord aan de hand van de wilsvertrouwensleer van de artikelen 3:33 en 3:35 BW. Daarbij is relevant wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars gedragingen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten afleiden.

4.5. Naar het oordeel van de kantonrechter is er tussen partijen een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen, op basis waarvan [eiser] in opdracht van [gedaagde 2] , althans [gedaagde 1] , werkzaamheden heeft verricht. Daartoe is het volgende redengevend.

4.6. [eiser] heeft onweersproken gesteld dat [gedaagde 2] hem heeft benaderd om zo spoedig mogelijk de melkveehouderij in [plaats 1] te leiden gelet op zijn verslechterde gezondheid en het feit dat [gedaagde 3] de bedrijfsvoering niet alleen aan kon. Het melkveebedrijf moest op orde gemaakt worden, waaronder het verzorgen van de koeien in [plaats 1] en het onderhouden van de landbouwmachines in [plaats 1] en Duitsland. Als onvoldoende betwist wordt aangenomen dat [eiser] op verzoek van [gedaagde 2] de werkzaamheden ging uitvoeren. Daartoe is een gesprek aan de keukentafel bij de familie [gedaagde 1] gevoerd. Niet gebleken is dat daarbij is gesproken over [bedrijf 2] of de Duitse vennootschap, zodat uitgegaan wordt van een overeenkomst met [gedaagde 1] . [eiser] heeft zijn toenmalige baan opgezegd om in het bedrijf van [gedaagde 1] te gaan werken.

4.7. Uit het tussen partijen gevoerde Whatsapp-verkeer volgt dat zij voortdurend overleggen over de verzorging en welzijn van de koeien, dat [eiser] de koeien regelmatig nakijkt en dat hij meerdere keren (medische) adviezen geeft (zie ook 2.6). Ook staat als onweersproken vast dat [eiser] medicatie aan de koeien heeft toegediend en dat hij – samen met een hulp – de machines van [gedaagden] heeft onderhouden (zie 2.7 en 2.8). De kantonrechter kan zich moeilijk voorstellen dat deze omvangrijke werkzaamheden vrijblijvend zijn verricht en vallen onder een, in de bewoordingen van [gedaagden] , “snuffelstage”. De kantonrechter acht aannemelijk dat partijen voor ogen hadden dat [eiser] bedrijfsleider van de melkveehouderij in [plaats 1] , en later van het bedrijf in Wageningen, kon worden, mede gelet op de omstandigheid dat [gedaagde 2] de bedoeling had om aan [eiser] een bedrijfswoning in Wageningen in gebruik te geven. Deze was evenwel nog niet beschikbaar, omdat de daarin wonende studenten de woning nog niet hadden opgeleverd (zie 2.7 Whatsapp-bericht van 19 maart 2024 van [gedaagde 2] ). Daarnaast heeft [eiser] onbetwist gesteld dat hij € 0,04 per liter melk van [gedaagden] zou ontvangen, wat voor een bedrijfsleider een gebruikelijke prijs is. Vooruitlopend op die voorgenomen positie is [eiser] gaan werken in het bedrijf van [gedaagden] Dit is dus gedeeltelijk het ‘meekijken’ geweest ter voorbereiding op de voorgenomen positie van bedrijfsleider, maar gelet op het voorgaande heeft [eiser] ook werkzaamheden verricht die al direct waarde hadden voor [gedaagden]

4.8. Gelet op deze gang van zaken mocht [eiser] erop vertrouwen, en moest [gedaagden] begrijpen, dat [eiser] de werkzaamheden op basis van een door [gedaagden] verstrekte opdracht heeft verricht. Partijen hebben geen duidelijke afspraken gemaakt over of, en zo ja op welke wijze, de uren van [eiser] zouden worden vergoed als hij de positie van bedrijfsleider niet zou krijgen. [gedaagden] mocht echter niet aannemen dat [eiser] alle werkzaamheden om niet zou verrichten in geval de positie van bedrijfsleider niet aan hem gegund zou worden.

Loon

4.9. Nu vast is komen te staan dat tussen partijen een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen, is [gedaagden] aan [eiser] loon verschuldigd. Uit de door [eiser] overgelegde stukken blijkt echter niet welk tarief hij hanteert voor het bekappen van koeien en overige werkzaamheden, zodat aansluiting moet worden gezocht bij artikel 7:405 lid 2 BW. Dat artikel bepaalt dat indien loon is verschuldigd, maar de hoogte niet door partijen is bepaald, de opdrachtgever het op de gebruikelijke wijze berekende loon of, bij gebreke daarvan, een redelijk loon is verschuldigd.

4.10. Op de mondelinge behandeling heeft [eiser] verklaard dat zijn uurloon € 50,00 (exclusief btw) voor zowel het bekappen van koeien als voor de overige werkzaamheden bedraagt. Dit is in zijn ogen schappelijk. [gedaagden] heeft daartegenover verwezen naar een factuur van [eiser] aan een derde partij van 20 september 2024, waarbij [eiser] € 15,00 per uur in rekening heeft gebracht (productie 1 conclusie van antwoord). [eiser] heeft daarop verklaard dat dat andere werkzaamheden betroffen dan het bekappen van koeien en dat hij destijds met een lager tarief had ingestemd, omdat hij financieel in zwaar weer verkeerde. Nu [gedaagden] dit niet, althans onvoldoende, heeft betwist, gaat de kantonrechter er daarom van uit dat een uurloon van € 50,00 (exclusief btw) redelijk is. [eiser] heeft eveneens onbetwist gesteld dat hij 11 uur heeft besteed aan het bekappen van de koeien, zodat de vordering tot betaling van een bedrag van € 665,50 (inclusief btw) wordt toegewezen.

4.11. [eiser] heeft daarnaast de machines van [gedaagden] onderhouden en andere voorkomende werkzaamheden verricht. Zoals hiervoor overwogen waren dit gedeeltelijk uren die van waarde waren voor [gedaagden] en deels uren van [eiser] ter voorbereiding op het bedrijfsleiderschap dat niet is doorgegaan. Die laatste uren blijven voor rekening van [eiser] . Hij heeft geen feiten en omstandigheden gesteld die maken dat moet worden geoordeeld dat het hem niet gunnen van het bedrijfsleiderschap een grondslag oplevert om de in dat kader gewerkte uren aan [gedaagden] toe te rekenen. Het aantal uur dat [eiser] in redelijkheid aan [gedaagden] in rekening kan brengen, wordt met inachtneming van het voorgaande geschat op 50 uren. Dit komt neer op een bedrag van in totaal € 3.025,00 inclusief btw. De vordering tot betaling daarvan wordt toegewezen.

4.12. Niet is gebleken dat partijen zijn overeengekomen dat de uren dat [eiser] op de melkveehouderij heeft meegekeken, zouden geschieden op basis van uitbetaling. Deze blijven daarom voor rekening van [eiser] .

Medicatie, kilometervergoeding en gewerkte uren collega

4.13. De vordering tot betaling van de door [eiser] toegediende medicatie en toebehoren ter hoogte van € 181,50 wordt toegewezen, aangezien [gedaagden] de verschuldigdheid daarvan niet gemotiveerd heeft betwist.

4.14. [eiser] heeft verder betaling van € 0,23 per gereden kilometer gevorderd. [gedaagden] heeft niet betwist dat hij een kilometervergoeding aan [eiser] moet betalen, maar heeft ter zitting wel te kennen gegeven enkel bereid te zijn € 0,21 per kilometer te betalen. Nu onderbouwing van het bedrag van € 0,23 per kilometer van [eiser] is uitgebleven, wordt gelet op de betwisting van [gedaagden] van € 0,21 per kilometer uitgegaan.

4.15. [gedaagden] heeft het aantal keer dat [eiser] naar de locaties [plaats 1] en Duitsland is afgereisd, betwist, zodat aansluiting dient te worden gezocht bij de tussen partijen gevoerde Whatsapp-gesprekken. Daaruit leidt de kantonrechter af dat [eiser] 7 keer in [plaats 1] is geweest, wat, gelet op de eigen opgave van [eiser] , neerkomt op 354 km x 7 x € 0,21 = € 520,38, en dat hij één keer in Duitsland is geweest (omstreeks 29 februari 2024), wat neerkomt op 245 km x € 0,21 = € 51,45. Dat [eiser] in [plaats 2] is geweest, is niet door hem onderbouwd, zodat de kilometervergoeding over die reis niet toewijsbaar is. Het voorgaande betekent dat een bedrag van in totaal € 571,83 aan kilometervergoeding zal worden toegewezen.

4.16. Verder heeft [gedaagden] de gewerkte uren door de door [eiser] ingehuurde collega niet betwist, zodat de vordering tot betaling van het bedrag van € 302,50 (inclusief btw) ook wordt toegewezen.

Conclusie

4.17. Op grond van het voorgaande wordt [gedaagden] hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van in totaal € 4.746,33, waarvan:

Wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten

4.18. De gevorderde wettelijke handelsrente wordt toegewezen vanaf de datum van verzuim over € 4.746,33, omdat voor toewijzing van rente over een hoger bedrag geen grondslag is gesteld of gebleken.

4.19. [eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De vordering moet worden beoordeeld op grond van artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). [eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. Het bedrag wordt daarom toegewezen tot het wettelijke tarief zijnde € 599,63.

Kosten Kamer van Koophandel uittreksel

4.20. De gevorderde leges/informatiekosten van € 11,00 worden afgewezen, omdat deze kosten betrekking hebben op een verrichting waarvoor de kostenveroordeling een vergoeding inhoudt.

Proceskosten

4.21. [eiser] heeft deze procedure gelet op het toegewezen bedrag terecht aanhangig gemaakt. [gedaagden] moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:

5 De beslissing

De kantonrechter

5.1. veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 4.746,33, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag vanaf de dag van verzuim tot de dag van algehele betaling,

5.2. veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 599,63 aan buitengerechtelijke kosten,

5.3. veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk in de proceskosten van € 1.220,76, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagden] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,

5.4. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,

5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.

46409/560

Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking)

Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst


Voetnoten

Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking)

Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst