Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 9. De gevolgen van het niet nakomen van een verbintenis
§ 4. Boetebeding
Artikel 92

Artikel 92 (Boetebeding: cumulatieverbod, schadevervanging, toerekenbaarheid)

Laatste versie

1. De schuldeiser kan geen nakoming vorderen zowel van het boetebeding als van de verbintenis waaraan het boetebeding verbonden is.

2. Hetgeen ingevolge een boetebeding verschuldigd is treedt in de plaats van de schadevergoeding op grond van de wet.

3. De schuldeiser kan geen nakoming vorderen van het boetebeding, indien de tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend.

Uitleg in duidelijke taal

1. De schuldeiser kan geen nakoming vorderen zowel van het boetebeding als van de verbintenis waaraan het boetebeding verbonden is.

Dit betekent dat de schuldeiser niet tegelijkertijd de betaling van het boetebeding en de nakoming van de verbintenis waaraan het boetebeding verbonden is, kan vorderen. Er kan dus niet voor beide gekozen worden.

2. Hetgeen ingevolge een boetebeding verschuldigd is treedt in de plaats van de schadevergoeding op grond van de wet.

Dit houdt in dat wat krachtens een boetebeding betaald moet worden, in de plaats komt van de schadevergoeding die op basis van de wet verschuldigd zou zijn. Het een vervangt het ander.

3. De schuldeiser kan geen nakoming vorderen van het boetebeding, indien de tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend.

Dit stelt dat de schuldeiser geen nakoming van het boetebeding kan vorderen, wanneer de tekortkoming in de nakoming van de verbintenis niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend.