Artikel 7:3 (Afzien van horen bij bezwaar)
Van het horen van een belanghebbende kan worden afgezien indien: a. het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is, b. het bezwaar kennelijk ongegrond is, c. de belanghebbende heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, d. de belanghebbende niet binnen een door het bestuursorgaan gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord, of e. aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.
Uitleg in duidelijke taal
Van het horen van een belanghebbende kan worden afgezien indien:
Dit houdt in dat het niet altijd verplicht is om een belanghebbende te horen. Er kan van het horen worden afgezien als een van de volgende situaties zich voordoet:
a. het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is,
Dit betekent dat van het horen kan worden afgezien indien het bezwaar overduidelijk (kennelijk) niet-ontvankelijk is. 'Niet-ontvankelijk' betekent dat het bezwaar niet voldoet aan de formele voorwaarden om inhoudelijk behandeld te worden.
b. het bezwaar kennelijk ongegrond is,
Dit betekent dat van het horen kan worden afgezien indien het bezwaar overduidelijk (kennelijk) ongegrond is. 'Ongegrond' houdt in dat het bezwaar inhoudelijk geen redelijke argumenten bevat of geen kans van slagen heeft.
c. de belanghebbende heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord,
Dit betekent dat van het horen kan worden afgezien indien de belanghebbende uitdrukkelijk heeft laten weten (verklaard) geen gebruik te willen maken van zijn of haar recht om gehoord te worden.
d. de belanghebbende niet binnen een door het bestuursorgaan gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord, of
Dit betekent dat van het horen kan worden afgezien indien de belanghebbende niet binnen een redelijke termijn, die door het bestuursorgaan is vastgesteld, aangeeft (verklaart) dat hij of zij gebruik wil maken van het recht om gehoord te worden.
e. aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.
Dit betekent dat van het horen kan worden afgezien indien het bestuursorgaan het bezwaar geheel inwilligt (volledig tegemoetkomt) én dit geen nadelige gevolgen heeft (niet in hun belangen kunnen worden geschaad) voor eventuele andere belanghebbenden.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBDHA:2025:14544 - Rechtbank Den Haag - 5 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4430 - Rechtbank Midden-Nederland - 15 augustus 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:4639 - Rechtbank Overijssel - 10 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17868 - Rechtbank Den Haag - 29 september 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:3801 - Rechtbank Midden-Nederland - 25 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:13717 - Rechtbank Den Haag - 24 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:13409 - Rechtbank Den Haag - 23 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:7557 - Rechtbank Rotterdam - 30 juni 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9044 - Rechtbank Rotterdam - 16 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11061 - Rechtbank Rotterdam: Ambtshalve beoordeling na termijnoverschrijding is geen besluit - 17 september 2025
Een ambtshalve beoordeling die is opgenomen in een beslissing op bezwaar na een niet-ontvankelijk verklaring wegens termijnoverschrijding, is geen besluit in de zin van de Awb. Deze beoordeling is niet op rechtsgevolg gericht en kan daarom niet worden aangevochten met bezwaar en beroep.
ECLI:NL:RBROT:2025:11066 - Ambtshalve beoordeling na niet ontvankelijk bezwaar is geen appellabel besluit - 17 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een ambtshalve beoordeling, die is opgenomen in hetzelfde geschrift als een niet-ontvankelijkheid van een bezwaar, geen besluit is in de zin van de Awb. Een dergelijke beoordeling is niet op rechtsgevolg gericht en is daarom niet vatbaar voor bezwaar en beroep.
ECLI:NL:RBROT:2025:11067 - Ambtshalve beoordeling na termijnoverschrijding is geen appellabel besluit - 17 september 2025
Een ambtshalve inhoudelijke beoordeling, die door een bestuursorgaan wordt gegeven in hetzelfde geschrift als de nietontvankelijkverklaring van een te laat ingediend bezwaar, is geen besluit in de zin van de Awb. Tegen deze beoordeling staat daarom geen bezwaar of beroep open, oordeelt de rechtbank.
ECLI:NL:RBDHA:2025:16895 - Bewijslast feitelijke toegankelijkheid medische zorg bij aanvraag uitstel van vertrek - 12 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een vreemdeling die uitstel van vertrek vraagt om medische redenen (art. 64 Vw), zelf met concrete stukken moet onderbouwen dat noodzakelijke zorg in het land van herkomst feitelijk niet toegankelijk is. Zonder deze onderbouwing verschuift de bewijslast niet naar de minister.
ECLI:NL:RBDHA:2025:16845 - Geen gezinsleven tussen meerderjarige zoon en ouders zonder bijkomende afhankelijkheid - 11 september 2025
De rechtbank oordeelt dat voor gezinsleven tussen meerderjarige kinderen en ouders onder artikel 8 EVRM meer nodig is dan normale emotionele banden. Financiële steun op afstand en intensief contact zijn onvoldoende om de vereiste 'bijkomende elementen van afhankelijkheid' aan te tonen en een verblijfsrecht te rechtvaardigen.