ECLI:NL:RBZWB:2025:5834 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 29 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02-068313-24
vonnis van de meervoudige kamer van 29 augustus 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] geboren op [geboortedag] 1971 te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] , raadsman mr. J. Schuttkowski, advocaat te Hulst.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 15 augustus 2025, waarbij de officier van justitie, mr. M.C. Fimerius, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Ook is de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] behandeld. [slachtoffer] zal hierna worden aangeduid met [slachtoffer] .
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 1 oktober 2023 te [woonplaats] met [slachtoffer] , die toen ouder was dan twaalf jaar maar jonger dan zestien jaar, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] .
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig. De rechtbank is bevoegd. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging. Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. De verklaringen van verdachte en [slachtoffer] komen in grote lijnen overeen, met uitzondering van het door verdachte in de anus brengen van een vinger bij [slachtoffer] . Er moet worden uitgegaan van de verklaring van [slachtoffer] als basis voor de bewezenverklaring en dus kan ook deze handeling wettig en overtuigend bewezen worden. Deze handelingen zijn in strijd met de sociaal-ethische norm.
4.2 Het standpunt van de verdediging De verdediging heeft voor de twee feiten vrijspraak bepleit. Verdachte bekent – met uitzondering van het in de anus brengen van een vinger – de ten laste gelegde seksuele handelingen te hebben verricht. Deze handelingen kunnen echter niet als ontuchtig worden aangemerkt, nu de sociaal-ethische norm niet is geschonden. Hoewel sprake is van een fors leeftijdsverschil, bestond er gelijkwaardigheid tussen verdachte en [slachtoffer] . Voorts was sprake van een affectieve relatie en werden de seksuele handelingen vrijwillig verricht.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
4.3.1 De bewijsmiddelen De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2 De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs Seksuele handelingen De rechtbank stelt vast dat verdachte in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 1 oktober 2023 seksuele handelingen heeft verricht bij en met [slachtoffer] . Verdachte heeft bekend dat hij de in de tenlastelegging genoemde handelingen heeft gepleegd, met uitzondering van het brengen van de vinger in de anus van [slachtoffer] . [slachtoffer] heeft verklaard dat deze handeling wel heeft plaatsgevonden. De verklaring van [slachtoffer] komt op de rechtbank authentiek over. De rechtbank heeft geen reden om aan zijn verklaring te twijfelen en is van oordeel dat zijn verklaring ten aanzien van het tenlastegelegde betrouwbaar is en steun vindt in de overige bewijsmiddelen. De rechtbank neemt de verklaring van [slachtoffer] bij de bewezenverklaring dan ook als uitgangspunt en is gelet hierop van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle ten laste gelegde seksuele handelingen.
Ontuchtig karakter van de seksuele handelingen De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de verrichte seksuele handelingen in strijd zijn met de sociaal-ethische norm, waardoor deze handelingen als ontuchtig aangemerkt kunnen worden. Blijkens de wetsgeschiedenis strekken de artikelen 245 (oud) en 247 (oud) van het Wetboek van Strafrecht (Sr) tot bescherming van de seksuele integriteit van personen die gelet op hun jeugdige leeftijd in het algemeen geacht moeten worden niet of onvoldoende in staat te zijn zelf die integriteit te bewaken en de draagwijdte van hun gedrag in dit opzicht te overzien. Deze artikelen beschermen deze jeugdige personen ook tegen verleiding die mede van henzelf kan uitgaan. Onder omstandigheden kan aan seksuele handelingen met een persoon tussen de twaalf en zestien jaren het ontuchtige karakter ontbreken. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn indien die handelingen vrijwillig plaatsvinden tussen personen die slechts in geringe mate in leeftijd verschillen. Er moet dan sprake zijn van een zekere gelijkwaardigheid tussen de betrokken personen. Er mag geen aanleiding zijn om aan te nemen dat de jeugdige de handelingen tegen zijn/haar zin heeft verricht of een ondergeschikte positie ten opzichte van de verdachte heeft gehad. Voor het oordeel of een seksuele handeling wel of niet ontuchtig is, is niet van belang of de jeugdige het initiatief tot de seksuele handeling heeft genomen of heeft ingestemd met het verrichten van de seksuele handeling. Ook is niet van belang of een jeugdige er ouder uit zag dan zijn/haar leeftijd. Ook onder die omstandigheden kan een seksuele handeling ontuchtig zijn.
Verdachte en [slachtoffer] hebben elkaar in de zomer van 2023 leren kennen via de datingapp ‘Grindr’. Vervolgens hebben er meerdere afspraken tussen verdachte en [slachtoffer] plaatsgevonden waarbij telkens seksuele handelingen werden verricht. Verdachte was op dat moment tweeënvijftig jaar. [slachtoffer] was destijds veertien jaar. In deze zaak is daarmee geen sprake van een gering leeftijdsverschil. Het verschil in leeftijd tussen verdachte en [slachtoffer] bedraagt namelijk achtendertig jaar, hetgeen de handelingen op zichzelf al ontuchtig maakt. Ook de overige feiten en omstandigheden onderschrijven het ontuchtige karakter van de seksuele handelingen. Zo kan niet van gelijkwaardigheid worden gesproken door het aanzienlijke leeftijdsverschil. De stelling van de verdediging dat verdachte op hetzelfde cognitieve niveau functioneert als een veertienjarige is niet onderbouwd, vindt geen steun in het advies van de reclassering, en is de rechtbank ook anderszins niet gebleken, zoals tijdens het gesprek met verdachte ter zitting. Voorts blijkt uit de verklaring van [slachtoffer] en de WhatsAppgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer] dat na de eerste ‘seksdate’ is afgesproken dat [slachtoffer] geld zou ontvangen na elke ‘beurt’. Zodoende heeft verdachte een zekere vorm van afhankelijkheid en daarmee een kwetsbare positie van [slachtoffer] gecreëerd. Tot slot merkt de rechtbank op dat van een affectieve relatie niet is gebleken.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de seksuele handelingen tussen verdachte en [slachtoffer] in deze omstandigheden niet voldoen aan de sociaal-ethische norm. De seksuele handelingen zijn daarom als ontuchtig aan te merken in de zin van artikel 245 (oud) en 247 (oud) Sr. Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring als onder 4.4. omschreven.
4.4 De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Feit 1 op meer tijdstippen in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 1 oktober 2023 te [woonplaats] meermalen, telkens, met [slachtoffer] , geboren [2009] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
-
het laten betasten en likken en zuigen en pijpen en aftrekken van zijn verdachtes, penis, door die [slachtoffer] en
-
het betasten en likken en zuigen en pijpen en aftrekken van de penis van die [slachtoffer] en
-
het (tong-)zoenen van die [slachtoffer] en
-
het likken aan de tepels en anus van die [slachtoffer] en
-
het brengen/duwen/bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) en penis in de anus van die [slachtoffer] ;
Feit 2 op meer tijdstippen in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 1 oktober 2023 te [woonplaats] meermalen telkens, met [slachtoffer] , geboren [2009] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
-
het laten betasten en likken en zuigen en aftrekken van zijn verdachtes, penis, door die [slachtoffer] en
-
het betasten en likken en zuigen en aftrekken van de penis van die [slachtoffer] en
-
het (tong-)zoenen van die [slachtoffer] en
-
het likken aan de tepels en anus van die [slachtoffer] ;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en een contactverbod met [slachtoffer] als bijzondere voorwaarde.
6.2 Het standpunt van de verdediging De verdediging heeft bij een bewezenverklaring een strafmaatverweer gevoerd. Rekening houdende met de persoonlijke omstandigheden van verdachte is verzocht om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar te volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Ook is verzocht om een taakstraf op te leggen. Als de rechtbank hiervoor geen ruimte ziet, is verzocht te volstaan met oplegging van een gevangenisstraf van één dag in combinatie met een taakstraf.
6.3 Het oordeel van de rechtbank De ernst van de feiten Verdachte heeft in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 1 oktober 2023 meerdere keren ontuchtige handelingen gepleegd met de destijds veertienjarige [slachtoffer] , die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van zijn lichaam. Hij heeft door zo te handelen enkel zijn eigen lustgevoelens gevolgd en daarbij de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] geschonden en zijn seksuele ontwikkeling doorkruist. Daarbij heeft verdachte zich niet bekommerd om (de gevolgen voor) [slachtoffer] . Het had op de weg van verdachte gelegen om meer onderzoek te verrichten naar de werkelijke leeftijd van [slachtoffer] , daar waar hij ervoor gekozen heeft seks te hebben met een jongen die hij niet of nauwelijks kende en waarvan hij wist dat hij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt. Dit geldt te meer nu verdachte ter zitting heeft verklaard dat hij, toen hij [slachtoffer] voor het eerst zag, aanleiding zag te vragen hoe oud [slachtoffer] was. Hieruit blijkt dat bij verdachte al twijfels aanwezig waren over de meerderjarigheid van [slachtoffer] . Verdachte heeft zich op geen enkele wijze ingespannen om zekerheid te krijgen over de precieze leeftijd van [slachtoffer] . Daarmee heeft hij welbewust het risico genomen dat [slachtoffer] jonger was dan achttien jaar. Naar vervolgens is gebleken was [slachtoffer] slechts veertien jaar en verkeerde hij, zo is achteraf duidelijk geworden, in een zeer kwetsbare periode in zijn leven. Verdachte heeft hier geen oog voor gehad en geen rekening mee gehouden. Daarbij neemt de rechtbank mee dat verdachte [slachtoffer] meerdere keren heeft betaald nadat er seksuele handelingen hadden plaatsgevonden, wat hem in een kwetsbare positie heeft gebracht.
Het is een feit van algemene bekendheid dat dit soort feiten schade kunnen toebrengen aan de geestelijke gezondheid en de seksuele ontwikkeling van jeugdigen. Kinderen onder de zestien moeten volgens de wet beschermd worden, niet alleen tegen personen die op seksueel gebied misbruik van hen willen maken, maar ook tegen zichzelf. Zij kunnen namelijk de consequenties van de seksuele handelingen nog niet goed overzien. Dat blijkt voor [slachtoffer] uit zijn getuigenverklaring en uit de (schriftelijke) onderbouwing van de vordering benadeelde partij. Hij heeft door alles wat er gebeurd is een paniekaanval gekregen en heeft verklaard dat hij wist dat het nooit zou stoppen als hij geen hulp zou inschakelen. Hij zou terug blijven keren naar verdachte, vooral om zo een gevoel van leegte op te vullen. [slachtoffer] blijkt een kwetsbare jongen en door hetgeen verdachte hem heeft aangedaan is hij nog verder beschadigd.
De persoon van verdachte De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat naast de ernst van de feiten ook gekeken naar het strafblad van verdachte van 23 juni 2025, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest.
Ook heeft de rechtbank acht geslagen op het rapport van de reclassering van 22 juli 2025, waaruit blijkt dat verdachte stabiliteit op alle leefgebieden kent. Het risico op (seksuele) recidive wordt als beneden-gemiddeld geschat. De reclassering vindt interventies en toezicht niet nodig en adviseert strafoplegging zonder bijzondere voorwaarden. Tot slot acht zij van belang dat verdachte heeft geïnitieerd tot mediation en dat hij openheid van zaken heeft gegeven.
Strafoplegging De rechtbank houdt er rekening mee dat ten aanzien van de bewezen verklaarde feiten sprake is van eendaadse samenloop.
Gelet op de ernst en de gevolgen van de feiten is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf met een onvoorwaardelijk gedeelte passend en geboden is. Niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf, zoals door de verdediging is verzocht. Daarvoor zijn de door verdachte gepleegde feiten te ernstig. Wel ziet de rechtbank in de persoon van verdachte ruimte en aanleiding om aan verdachte een voorwaardelijk strafdeel op te leggen en om van de straf die door de officier van justitie is gevorderd af te wijken.
Alles overwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden is. De rechtbank legt dit voorwaardelijk strafdeel op om verdachte er van te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen en om daaraan als bijzondere voorwaarde een contactverbod met [slachtoffer] te verbinden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
7 De benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer] vordert een schadevergoeding van € 10.000,00 voor feit 1 en 2, bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank heeft hiervoor bewezen verklaard dat verdachte de feiten heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld naar de benadeelde partij toe en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
Immateriële schade Namens de benadeelde partij is aangevoerd dat hij nadelige psychische gevolgen heeft ondervonden van het bewezenverklaarde handelen van verdachte. De rechtbank stelt vast dat bij [slachtoffer] sprake is van complexe problematiek, hetgeen deels verergerd is door het seksueel misbruik door verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank brengt de aard en de ernst van de normschending door verdachte mee dat de relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde partij zo voor de hand liggen, dat sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze dan door lichamelijk letsel of aantasting in zijn eer of goede naam. Dit betekent dat de immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt. Gelet op alle omstandigheden en de bedragen die in vergelijkbare gevallen zijn toegekend, stelt de rechtbank die schade naar billijkheid vast op € 5.000,00. Dat bedrag zal worden toegewezen. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Schadevergoedingsmaatregel en wettelijke rente Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 5.000,00, aan immateriële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 55, 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
-
verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
-
spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Eendaadse samenloop tussen: feit 1: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd; feit 2: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
-
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden, waarvan 4 (vier) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaren;
-
stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
-
stelt als bijzondere voorwaarde:
- dat verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [slachtoffer] , geboren [2009] , zolang het openbaar ministerie dit verbod nodig vindt;
Benadeelde partij, [slachtoffer]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van
€ 5.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 oktober 2023 tot aan de dag der voldoening;
-
veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
-
verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
Schadevergoedingsmaatregel
-
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer] , € 5.000,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2023 tot aan de dag der voldoening;
-
bepaalt dat bij niet betaling 60 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
-
bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Nomes, voorzitter, mr. H. Skalonjic en mr. J.P.E. Mullers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.S.S. Fanis, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 29 augustus 2025.
Mr. Mullers is niet in de gelegenheid om dit vonnis mede te ondertekenen.
10 Bijlage I
De tenlastelegging
1 hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2023 tot en met 1 oktober 2023 te [woonplaats] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens, met [slachtoffer] , geboren [2009] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het laten betasten en/of likken en/of zuigen en/of pijpen en/of aftrekken van zijn
verdachtes, penis, door die [slachtoffer] en/of
- het betasten en/of likken en/of zuigen en/of pijpen en/of aftrekken van de penis
van die [slachtoffer] en/of
-
het (tong-)zoenen van die [slachtoffer] en/of
-
het likken aan de tepels en/of anus van die [slachtoffer] en/of
-
het brengen/duwen/bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) en/of penis in de
anus van die [slachtoffer] ; (art 245 Wetboek van Strafrecht)
2 hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2023 tot en met 1 oktober 2023 te [woonplaats] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens, met [slachtoffer] , geboren [2009] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het laten betasten en/of likken en/of zuigen en/of aftrekken van zijn verdachtes,
penis, door die [slachtoffer] en/of
- het betasten en/of likken en/of zuigen en/of aftrekken van de penis van die
[slachtoffer] en/of
-
het (tong-)zoenen van die [slachtoffer] en/of
-
het likken aan de tepels en/of anus van die [slachtoffer] ;
(art 247 Wetboek van Strafrecht)