ECLI:NL:RBZWB:2025:5700 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 22 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-332118-23
vonnis van de meervoudige kamer van 22 augustus 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] , geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ), wonende te [woonadres] , raadsman mr. C.J.M. Jansen, advocaat te Tilburg.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 10 juli 2025, waarbij de officier van justitie, mr. U.D. Colak, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting is gesloten op 22 augustus 2025.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering en als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig. De rechtbank is bevoegd. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging. Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Verdachte maakte deel uit van de groep “ [groepsnaam] ” die geneesmiddelen en drugs verhandelde. Verdachte maakte gebruik van de dealtelefoon wat blijkt uit het volgende. De dealtelefoon reisde gelijktijdig met de telefoon van verdachte mee op 7 februari 2024 naar de woning van de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Voorts wordt er meermalen een ontmoeting gezien tussen verdachte en [medeverdachte 3] , waarbij de dealtelefoon eerst meereist met de telefoon van verdachte en vervolgens na de ontmoeting met de telefoon van [medeverdachte 3] . Gedurende de hele onderzoeksperiode straalde de dealtelefoon aan op drie zendmasten, precies op de zendmasten waar de woningen van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en ook de woning van verdachte onder vallen. Tot slot werd een telefoon met prijslijsten van drugs, lijsten met verkochte drugs en instructies voor de verkoop in de woning van verdachte aangetroffen. Ook voor het medeplegen is er voldoende wettig en overtuigend bewijs. De telefoon werd meerdere keren overgedragen tussen verdachte en de medeverdachten en zij werkten nauw en bewust samen om klanten te voorzien van harddrugs en geneesmiddelen. Voor het witwassen is eveneens voldoende wettig en overtuigend bewijs, gelet op het feit dat verdachte geldbedragen en goederen voorhanden had die niet passen bij zijn vermogenspositie en hij daarvoor geen verifieerbare verklaring heeft afgelegd.
4.2 Het standpunt van de verdediging De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen. Niet bewezen kan worden dat verdachte zelf verdovende middelen of geneesmiddelen heeft overgedragen, dan wel bestellingen heeft aangenomen of andere personen heeft aangestuurd. Verdachte heeft verklaard bevriend te zijn geweest met de medeverdachten en daarom met hen contact te hebben gehad en daar weleens op visite te zijn gegaan. Dat de dealtelefoon aanstraalde in het dekkingsgebied van de zendmast bij de woning van verdachte, is onvoldoende bewijs dat verdachte daadwerkelijk betrokkenheid heeft gehad. Het gaat om een groot dekkingsgebied en de telefoon kan binnen dat dekkingsgebied ook door een ander zijn gebruikt. Verdachte dient van feit 1 en 2 vrijgesproken te worden. Er is geen bewijs dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen (feit 3) omdat hij heeft verklaard dat hij inkomen heeft gehad uit zijn werkzaamheden als fotograaf. Daarom dient ook voor dit feit vrijspraak te volgen.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
4.3.1 De bewijsmiddelen De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2 De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs Aanleiding onderzoek Bij de politie kwamen vanaf 16 juni 2023 meerdere TCI meldingen binnen over een dealergroep die zich “ [groepsnaam] ” noemt waar volgens deze TCI meldingen verdachte en medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] onderdeel van uitmaakten. In een van deze TCI meldingen werd het telefoonnummer van de deallijn genoemd, namelijk [telefoonnummer] . Vermeld werd eveneens dat er door “ [groepsnaam] ” een bericht naar de klanten is gestuurd met daarin een prijslijst met hierin verschillende soorten harddrugs en geneesmiddelen die je bij “ [groepsnaam] ” kunt kopen en door hen kan laten bezorgen.
Naar aanleiding van deze meldingen startte de politie een onderzoek, in eerste instantie naar het dealnummer eindigend op - [nummerreeks] . Er vonden observaties plaats naar de verdachten die in de TCI meldingen werden genoemd. Onderling telefooncontact werd onderzocht en er werden camerabeelden bekeken bij de diverse panden waar de medeverdachten en verdachte woonachtig waren.
Bewijsmiddelen Op 22 september 2023, 20 oktober 2023 en 5 juli 2024 vonden er pseudokopen plaats. Via de dealerlijn met het telefoonnummer eindigend op - [nummerreeks] werd cocaïne besteld en vervolgens afgeleverd. Een van de verkopers was [medeverdachte 4] . [medeverdachte 4] was al eerder, op 17 augustus 2023, aangehouden en toen is zijn telefoon in beslag genomen. In deze telefoon stonden notities over “ [groepsnaam] ” die dateren van half januari 2023.
Op 9 juli 2024 besloot de politie tot een inval in de woningen van verdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en verdachte. Bij onder anderen [medeverdachte 3] op het adres [adres] in [plaats 1] werden grote hoeveelheden drugs aangetroffen. In de woning van verdachte werden een kleine hoeveelheid harddrugs, drie mobiele telefoons, diverse harde schijven, twee laptops, acht usb sticks, 36 paar Nike Air Jordan en soortgelijke schoenen, een bedrag van 4840,= euro aan contanten, een totaal van 2645,= euro aan Dirhams en een fatbike in beslag genomen.
Verdachte heeft ontkend van het bestaan van “ [groepsnaam] ” te weten en enige betrokkenheid te hebben gehad bij drugshandel dan wel handel in geneesmiddelen door die groep. Hij heeft verklaard dat hij enkel vriendschappelijk contact had met de medeverdachten en daarom regelmatig bij hen kwam.
Feit 1 en 2 De rechtbank is, anders dan de verdediging, van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van dealen van drugs en geneesmiddelen en acht daartoe het volgende redengevend.
Uit de tijdens de doorzoeking inbeslaggenomen telefoons op de adressen van medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] komt naar voren dat er op die telefoons prijslijsten stonden van diverse drugs, op naam van “ [groepsnaam] .” Bij verdachte werden ook twee telefoons aangetroffen. Dit betrof een iPhone 14 waarvan verdachte aangeeft dat dit zijn telefoon is. Hierin stond een mutatie met daarin [e-mailadres] . In de telefoon die in de woning van verdachte op een bed werd aangetroffen, een iPhone13 Mini, werden in de notities prijslijsten van drugs en geneesmiddelen (sos, tusi, ket, pep, mieaus en xtc) aangetroffen. De stelling van verdachte dat deze telefoon niet van hem was en dat hij niet de gebruiker ervan was, is ongeloofwaardig, gelet op de wijze van aantreffen, namelijk openlijk op een bed in de woning van verdachte, bovendien op dezelfde plek waar ook zijn eigen telefoon was gevonden. Ook is er op de in zijn woning aangetroffen Macbook een notitie aangetroffen met de tekst [e-mailadres] , een contact met de naam “ [groepsnaam] ”. De stelling van verdachte dat hij niet wist van het bestaan van de groep “ [groepsnaam] ”, is gelet hierop volstrekt ongeloofwaardig. Dit alles duidt juist op betrokkenheid van verdachte bij de “ [groepsnaam] .”
Deze betrokkenheid volgt wat de rechtbank betreft ook uit het feit dat verdachte de dealtelefoon op diverse momenten onder zich gehad. De genoemde dealerlijn eindigend op - [nummerreeks] straalde regelmatig aan op zendmasten bij de woningen van de medeverdachten en ook op die bij de woning van verdachte. De politie constateerde verder dat de dealerlijn zich meermalen gelijktijdig verplaatste met de telefoon van verdachte. Onder andere op 7 februari 2024 is verdachte bij medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de [straat] in [plaats 2] . De dealtelefoon verplaatste zich op die dag gelijktijdig met, en volgde dezelfde route als, de telefoon van verdachte tot aan de woning in de [straat] in [plaats 2] . De volgende dag verplaatste de dealerlijn zich met het telefoonnummer van [medeverdachte 1] , zodat de rechtbank concludeert dat de dealerlijn op 7 februari 2024 is overgedragen van verdachte naar [medeverdachte 1] . Tijdens observaties werden twee ontmoetingen gezien, op 20/21 maart en op 28 maart 2024, tussen [medeverdachte 3] en verdachte. Voor deze ontmoetingen straalde de dealtelefoon aan op dezelfde plaatsen als de telefoon van verdachte en volgde deze dealtelefoon dezelfde route als de telefoon van verdachte. Na de ontmoetingen volgde de dealtelefoon dezelfde route als de telefoon van [medeverdachte 3] . Gelet hierop concludeert de rechtbank dat verdachte op ook op 20 en 21 maart en op 28 maart 2024 de dealtelefoon heeft overgedragen, maar nu aan [medeverdachte 3] . Ook blijkt dat de deallijn in de periode dat medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] op vakantie waren (in april 2024), vaker aanstraalde in het zendmastgebied waar verdachte en [medeverdachte 3] woonden.
Conclusie Verdachte heeft afwisselend met anderen de dealtelefoon onder zich gehad. Via deze dealtelefoon kwamen bestellingen binnen, werd met de klanten gecommuniceerd, werden de chauffeurs geïnstrueerd en werden prijslijsten en werkroosters verzonden. Verdachte heeft geen enkele geloofwaardige verklaring gegeven voor het voorhanden hebben van deze dealtelefoon en voor het overdragen ervan, die het belastende karakter ervan ontzenuwt. Ook is zijn verklaring over de contacten met de medeverdachten, in het licht van de vastgestelde feiten en omstandigheden, ongeloofwaardig. Gelet op het voorgaande staat het voor de rechtbank vast dat verdachte en de medeverdachten nauw en bewust hebben samengewerkt binnen de groep “ [groepsnaam] ” en dat de bijdrage van verdachte van zodanig gewicht was dat er sprake was van medeplegen. De rechtbank zal uitgaan van 1 januari 2023 als begin van de pleegperiode, zoals ook is ten laste gelegd. Daarvoor is van betekenis dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de groep “ [groepsnaam] ” in die periode actief was. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte ook in die periode al bij “ [groepsnaam] ” betrokken was, nu verdachte in (en voorafgaand aan) die periode grote bedragen aan contant geld op zijn rekeningen heeft gestort die van misdrijf afkomstig zijn (zie hierna bij feit 3).
Feit 3: Verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van geldbedragen via zijn bankrekening en aan het witwassen van cryptocurrency en de in zijn woning aangetroffen goederen, namelijk 33 paar merkschoenen, een bedrag van 4840,= euro aan contanten, een totaal van 2645,= euro aan Dirhams en een fatbike. Verdachte ontkent dat deze goederen van misdrijf afkomstig zijn of zijn betaald met crimineel geld. Deze goederen zouden zijn aangekocht met geld dat hij heeft verdiend met zijn werk als fotograaf. . Verdachte heeft hiertoe een lijstje met namen en bedragen overgelegd. Ook het geld op de bankrekeningen is volgens verdachte hiervan afkomstig.
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling voor witwassen zoals neergelegd in artikel 420bis, eerste lid, onder a en b, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) dient te worden bewezen dat de ten laste gelegde geldbedragen en goederen uit enig misdrijf (gronddelict) afkomstig zijn. Het is voor een bewezenverklaring van het bestanddeel “afkomstig uit enig misdrijf” niet vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat de ten laste gelegde geldbedragen en goederen afkomstig zijn uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Het Openbaar Ministerie gaat uit van een onbekend gebleven gronddelict. De rechtbank neemt dat bij de beoordeling van het tenlastegelegde ook als uitgangspunt. In dat geval dient de rechtbank op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden te beoordelen of het niet anders kan zijn dan dat de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen en goederen van enig misdrijf afkomstig zijn. Het is daarbij aan het Openbaar Ministerie om hiervoor bewijs aan te dragen. De rechtbank zal dit beoordelen aan de hand van het hiervoor ontwikkelde toetsingskader in het 6-stappen-arrest (ECLI:NL:GHAMS:2013:BY8481). Allereerst moet worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden van zodanige aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Als dit het geval is, dan mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de gelden en/of goederen. Deze verklaring moet concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn. Bij de beoordeling van deze verklaring spelen de omstandigheden waaronder en het moment en de wijze waarop deze tot stand is gekomen een rol. Zo kan het van belang zijn of de verdachte van meet af aan een tegenwicht tegen de verdenking heeft geboden of dat hij pas in een laat stadium van het onderzoek is gaan verklaren. Zodra de verklaring van verdachte voldoende tegenwicht biedt, is het aan het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de door verdachte gestelde alternatieve herkomst van de goederen. Uit de resultaten van dat onderzoek zal dienen te blijken of met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de goederen waarop de verdenking betrekking heeft een legale herkomst hebben en dat een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring overblijft.
- Vermoeden van witwassen
Verdachte heeft in de periode van 30 september 2019 tot en met 4 juli 2024 op zijn bankrekeningen van de Rabobank en ING diverse onverklaarbare stortingen gedaan.
Op de bankrekening van verdachte met nummer [bankrekeningnummer 1] en op de bankrekening van verdachte met nummer [bankrekeningnummer 2] is in totaal aan onverklaarbare stortingen en overboekingen gedaan een bedrag van € 182.709,09.
De genoemde stortingen en het voorhanden hebben van de genoemde geldbedragen en goederen staan niet in verhouding tot de gestelde inkomsten van verdachte in die periode. Verdachte ontving namelijk volgens zijn zeggen inkomen vanuit zijn werk van ongeveer € 2.000,= per maand. De contante stortingen en de waarde van de aangetroffen goederen waren vele malen hoger. Het is daarnaast een feit van algemene bekendheid dat diverse vormen van criminaliteit, waaronder de handel in harddrugs en geneesmiddelen gepaard gaat met grote hoeveelheden contant geld. Gebleken is dat verdachte van handel wordt verdacht. De rechtbank is van oordeel dat al deze omstandigheden tezamen een vermoeden van witwassen rechtvaardigen.
- Verklaring van verdachte en onderzoek door Openbaar Ministerie
Verdachte heeft tijdens zijn verhoor bij de politie en ter zitting verklaard dat hij inkomsten had als fotograaf. Uiteindelijk heeft verdachte een lijstje met voornamen, plaatsen en bedragen overgelegd. Volgens deze lijst heeft hij ongeveer € 44.000,= verdiend met fotografie. Deze lijst biedt voor het Openbaar Ministerie geen aanknopingspunten voor enig nader onderzoek. Verdachte heeft namelijk geen concrete informatie en gegevens verstrekt. De gestelde bedragen zijn niet onderbouwd met data, facturen of concrete afspraakbevestigingen. Daar komt bij dat het in de lijst opgetelde bedrag van € 44.000,= niet in verhouding staat tot het onverklaarbaar vermogen dat alleen al voor de contant stortingen een bedrag van € 182.709,09 betreft. De rechtbank is gelet op het voorgaande dan ook van oordeel dat deze verklaring niet concreet en verifieerbaar is en dat onder deze omstandigheden ook niet van het Openbaar Ministerie kan worden gevergd om daar nader onderzoek naar te doen.
Van misdrijf afkomstig Uit het voorgaande volgt dat het vermoeden van witwassen niet is weerlegd. Dit leidt voor de rechtbank tot de conclusie dat een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring overblijft. Het witwassen kan wettig en overtuigend bewezen worden.
4.4 De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.op meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2023 tot en met 9 juli 2024 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3-CMC (3-chloormethcathinon, clofedron) en een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3-MMC (3-methylmethcathinon) en een hoeveelheid van een materiaal bevattende 2 C-B (carfentanil) en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDA (tenamfetamine), MDMA en MDEA (methyleen-dioxyethyl en 4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine (2CB) en een hoeveelheid van een materiaal bevattende LSD (lysergide) zijnde cocaïne en 3- chloormethcathinon/clofedron en 3-methylmethcathinon en/of carfentanil en/of amfetamine en/of MDA (tenamfetamine), MDMA en MDEA (methyleen-dioxyethyl en 4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine (2CB) en lysergide (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.op meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2023 tot en met 9 juli 2024 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk niet voor onderzoek bedoelde geneesmiddelen, te weten een hoeveelheid ketamine en xanax en kamagra en ritalin, zonder vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 1 sub a van de Geneesmiddelenwet in voorraad heeft gehad en te koop heeft aangeboden en heeft afgeleverd;
3op meerdere tijdstippen in de periode van 30 september 2019 tot en met 9 juli 2024 in Nederland (van)- meerdere geldbedragen (te weten €182.709,09 en €4840,- en 2645 AED/VAE-Dirham) en - een hoeveelheid cryptocurrency en - meerdere paren (designer) schoenen (te weten 33 paar, van het de merken Adidas en/of Nike en/of Reebok en/of Santoni en/of Dior en/of Filling Pieces en/of New Balance) en - een Fatbike,heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig (eigen) misdrijf;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden met aftrek van voorarrest en een geldboete van € 27.000,=. Verder wordt de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis gevorderd.
6.2 Het standpunt van de verdediging Gelet op de betoogde vrijspraak dient geen straf te worden opgelegd. Subsidiair, mocht het tot een strafoplegging komen, dan is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest passend.
6.3 Het oordeel van de rechtbank Verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer anderhalf jaar samen met anderen schuldig gemaakt aan het dealen van diverse soorten harddrugs en geneesmiddelen. Ook heeft hij zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een groot geldbedrag van in totaal ruim 189.000 euro, cryptocurrency, 33 paar schoenen en een fatbike. Verdachte maakte deel uit van de groep “ [groepsnaam] ” die professioneel opereerde. Verdachte vervulde daarin een coördinerende en aansturende rol. Hij was veelvuldig bij de medeverdachten die aan het hoofd van de organisatie stonden, had de dealtelefoon af en toe in beheer met het telefoonnummer dat gebruikers konden bellen voor bestellingen en zorgde ervoor dat de dealtelefoon tussen de verdachten rouleerde. Het is algemeen bekend dat harddrugs en geneesmiddelen, zoals door [groepsnaam] werd verhandeld, eenmaal in handen van gebruikers, gevaren voor de gezondheid van die gebruikers opleveren. Bovendien heeft de handel daarin ook andere nadelige effecten. Het gaat daarbij onder meer om criminele geldstromen die verweven raken met de reguliere economie en fysiek geweld als gevolg van conflicten tussen criminele personen en/of groepen. Verdachte is hier door zijn handelen medeverantwoordelijk voor. Verdachte heeft zich hiervan geen enkele rekenschap gegeven en was alleen maar uit op zijn eigen financiële gewin. Dat blijkt ook wel uit de grote bedragen die verdachte heeft witgewassen. Dit duidt op grootscheepse handel. Witwassen is een ernstig misdrijf waardoor de inkomsten uit misdrijven in het legale betalingsverkeer worden gebracht. Dit heeft een ontwrichtende werking op het economisch verkeer.
Uit het strafblad van verdachte komt naar voren dat hij niet eerder met justitie in aanraking is geweest. De reclassering heeft op 22 november 2024 een reclasseringsadvies opgesteld in het kader van de voorlopige hechtenis. De reclassering heeft naar voren gebracht dat de leefgebieden stabiel lijken. Verdachte heeft eigen huisvesting en een eigen onderneming. Hij heeft een sociaal vangnet en er is geen sprake van middelen- dan wel psychosociale problematiek. Vanwege zijn detentie zijn er financiële problemen ontstaan. Verdachte is om die reden in april 2024 geschorst uit de voorlopige hechtenis om zijn financiële problemen op te lossen.
Gelet op de aard, de periode en ernst van deze feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Bij de bepaling van de duur en de hoogte heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die worden opgelegd in soortgelijke zaken en rekening gehouden met de rechterlijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden met aftrek van voorarrest acht de rechtbank noodzakelijk en passend. De rechtbank ziet geen ruimte voor een andere of lichtere sanctie. De rechtbank acht het niet opportuun om een geldboete op te leggen, enerzijds omdat bij [medeverdachte 3] , die de rechtbank een vergelijkbare rol als verdachte toedicht, in de met hem gemaakte procesafspraken ook geen geldboete is overeengekomen en anderzijds omdat het Openbaar Ministerie heeft aangekondigd jegens verdachte een ontnemingsvorderingsprocedure te gaan voeren.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Voorlopige hechtenis De officier van justitie heeft gevorderd de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte op te heffen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Bij de beslissing of tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis wordt overgegaan, gaat het om een afweging van de belangen van strafvordering en de belangen van de verdachte. Bij het maken van die afweging staat voorop dat voorlopige hechtenis als ingrijpend dwangmiddel terughoudend moet worden toegepast. Verder moet tot uitgangspunt worden genomen dat de voorlopige hechtenis wordt geschorst als het doel dat – gelet op de grond of de gronden die aan het bevel tot voorlopige hechtenis ten grondslag ligt of liggen – in het concrete geval met de voorlopige hechtenis wordt nagestreefd, ook kan worden gerealiseerd door het stellen van voorwaarden in het kader van zo’n schorsing. Dat betekent dat de rechter pas tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis mag overgaan, als die opheffing noodzakelijk is gelet op het genoemde doel. De enkele omstandigheid dat een straf wordt opgelegd die langer is dan de duur van de voorlopige hechtenis tot dan toe, vormt geen toereikende grond voor het opheffen van de schorsing van de voorlopige hechtenis. In de afweging kan betekenis toekomen aan de omstandigheid dat de verdachte is veroordeeld en dat daarbij een straf of maatregel van een zekere duur is opgelegd, in die zin dat met die veroordeling een groter gewicht toekomt aan de grond of de gronden die in het concrete geval al aan het bevel tot voorlopige hechtenis ten grondslag ligt of liggen (vgl. ECLI:NL:HR:2025:987).
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen aanleiding tot opheffing van de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis. Verdachte is gedurende de schorsing niet opnieuw met politie en justitie in aanraking is gekomen. Ook overigens zijn er geen aanknopingspunten om aan te nemen dat met de veroordeling een groter gewicht toekomt aan de recidivegrond die aan de voorlopige hechtenis ten grondslag ligt. De rechtbank zal daarom de vordering van de officier van justitie tot opheffing van de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis afwijzen.
7 Het beslag
7.1 De verbeurdverklaring De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring.
7.2 De onttrekking aan het verkeer De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
Gebleken is dat feit 1 is begaan met betrekking tot deze voorwerpen.
Verder zijn deze voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en/of het algemeen belang.
7.3 De teruggave aan verdachte De rechtbank zal de teruggave gelasten, voor zover dat nog niet gebeurd is, van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen aan verdachte, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, artikel 18 van de Geneesmiddelenwet en de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de Economische delicten, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
-
verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
-
spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd; feit 2: Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 18, eerste lid van de Geneesmiddelenwet, meermalen gepleegd; feit 3: Witwassen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
-
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 40 maanden;
-
bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- verklaart verbeurd de volgende voorwerpen:
- (1) 190 EUR ibg 09-07-2024 (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746443)
- (2) 4650 EUR ibg 09-07-2024 (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746384)
- (7) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746316 laag model, nieuw in doos, maat 42, Zwart, merk: Adidas)
- (8) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746317 Nieuw in doos, maat 42, Zwart/grijs, merk: Adidas)
- (9) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746319 nieuw in doos, maat 42, Oranje, merk: Adidas)
- (10) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746321 nieuw in doos, maat 42, Groen/Zwart, merk: Nike Air)
- (11) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746325 nieuw in doos, maat 42, Rood/Wit, merk: Nike Air)
- (12) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746328 nieuw in doos, maat 42, Wit/zwart/rood, merk: Adidas)
- (13) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746373 nieuw in doos, maat 42, Blauw, merk: Nike Air) *(14) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746375 nieuw in doos, maat 42, Wit/grijs, merk: Nike Air)
- (15) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746386 bruin/blauw/rood, in doos Nike Air Jordan, nieuw, maat 40,5, Bruin, merk: Reebok *(16) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746390 nieuw in doos, maat 42, Zwart, merk: Adidas)
- (17) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746399 Ananas afbeelding op bovenzijde, gebruikt in doos, maat 41, Zwart, merk: Filling Pieces) *(18) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746402 nieuw in doos, maat 42, Bruin, merk: New Balance) *(19) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746406 nieuw in doos, maat 42,5, Grijs/wit, merk: Nike Air)
- (20) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746407 nieuw in doos, maat 42, Wit/grijs/bruin, merk: Nike Air)
- (21) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746323, Rood, merk: Nike Air Max)
- (22) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746326, Wit/blauw, merk: Nike Air Max) *(23) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746329, Oranje, merk: Nike Air Max)
- (24) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746380, Grijs/oranje, merk: Adidas) *(25) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746382, Rood/grijs, merk: Adidas) *(26) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746385, Wit, merk: Nike Air Max) *(27) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746388, Grijs, merk: Adidas) *(28) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746395, Tijgerprint, merk: Nike Air) *(29) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746403, Rood, merk: Jordan Air) *(30) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746409, Geel, merk: Nike) *(31) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746413, Bruin/oranje, merk: Adidas) *(32) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746415 maat 8,5, Groen, merk: New Balance) *(33) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746421, Grijs/groen, merk: Adidas) *(34) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746423, Groen/grijs, merk: Nike Air Max Patta)
- (35) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746427, Bruin/oranje, merk: Adidas)
- (36) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746434, Grijs, merk: Santoni)
- (37) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746440, Wit/Roze/blauw, merk: Nike Air Max Parra)
- (38) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746442, Blauw/wit, merk: Nike Air Max Dnhm) *(39) 1 PR Schoenen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746445, Zwart, merk: Dior) *(40) 1 STK GSM (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746220, Zwart, merk: Apple) *(41) 1 STK GSM (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746234, Grijs, merk: Apple) *(42) 1 STK Rechten aan toonder (Omschrijving: 0,15205655 BTC vervreemdingsdatum 26-07-2024, Bitcoins)
- (46) 653,2 EUR ibn 09-07-2024 (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746417) *(48) 1 STK Fietsmethulpmotor (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746411, fatbike met framenummer [nummer], zwart, merk: Phatfour)
- verklaart aan het verkeer onttrokken de volgende voorwerpen:
- (47) 2,9 GR Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746289 POS.TEST AMFETAMINE, Roze)
- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten ;
- (3) 1 STK Personenauto [kenteken] (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746392, Grijs,merk: Volkswagen, chassisnr: [chassis] , bouwjaar 2020, Met sleutels) *(5) 1 STK Zonnebril (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746956, John Dalia)
- (6) 1 STK Zonnebril (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746959, Goud, merk: Tom Browne)
- (43) 1 STK Computer (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746255, Grijs, merk: Apple)
- (44) 1 STK Elektronica (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746249
6.2 in de woonkamer op tafel)
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
- (45) 1 STK Sleutel (Omschrijving: PL2000-2023169301-G2746449 autosleutel, BMW)
Voorlopige hechtenis
- wijst de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.I. Beudeker, voorzitter, mr. H. Skalonjic en mr. K. Verschueren, rechters, in tegenwoordigheid van G.T.A. Knoop, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 22 augustus 2025.
Bijlage I
De tenlastelegging
1.hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2023 tot en met 9 juli 2024 te Made en/of Etten-Leur en/of Breda althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althansalleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaalbevattende cocaïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3-CMC 3-chloormethcathinon, clofedron) en/of een hoeveelheid van eenmateriaal bevattende 3-MMC (3-methylmethcathinon) en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende 2 C-B (carfentanil) en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDA(tenamfetamine), MDMA en/of MMDA en/of N-ethyl MDA en/of N-hydroxy MDA en/of MDEA (methyleen-dioxyethyl en/of 4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine (2CB) en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende LSD (lysergide) zijnde cocaïne en/of heroïne en/of 3-chloormethcathinon/clofedron en/of 3-methylmethcathinon en/of carfentanil en/of amfetamine en/of MDA (tenamfetamine), MDMA en/of MMDA en/of N-ethyl MDA en/of N-hydroxy MDA en/of MDEA (methyleen-dioxyethyl en/of 4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine (2CB) en/of lysergide (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2.hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2023 tot en met 9 juli 2024 te Breda en/of Made en/of Etten-Leur althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althansalleen, meermalen, althans eenmaal, al dan niet opzettelijk niet voor onderzoek bedoelde geneesmiddelen, te weten een hoeveelheid ketamine en/of xanax en/of kamagra en/of ritalin, zonder vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 1 sub a van de Geneesmiddelenwet in voorraad heeft gehad en/of te koop heeft aangeboden en/of heeft afgeleverd;(Artikel art 18 lid 1 Geneesmiddelenwet)
3hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 30 september 2019 tot en met 9 juli 2024 te Breda althans in Nederland (van)- een of meerdere geldbedragen (te weten €214.621,24 en/of €4840,- en/of 2645 AED/VAE-Dirham) en/of- een hoeveelheid cryptocurrency en/of- een of meerdere paren (designer) schoenen (te weten 33 paar, van het merk/de merken Adidas en/of Nike en/of Reebok en/of Santoni en/of Dior en/of Filling Pieces en/of New Balance) en/of- een Fatbike,althans een of meer voorwerpen de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeftovergedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, wist dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;(Artikel art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht)