ECLI:NL:RBROT:2024:6661 - Rechtbank Rotterdam - 28 mei 2024
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Team straf 1
Parketnummer: 10/079685-23 Datum uitspraak: 29 mei 2024 Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974, ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres] , [postcode] te [plaats] , ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de P.I. [naam PI] , raadsman mr. J.W. Vedder, advocaat te Rotterdam.
1 Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 14 en 15 mei 2024.
2 Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3 Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. R.A. Kloos heeft gevorderd:
4 Geldigheid dagvaarding
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de tenlastelegging voor zover het betreft de zinsneden “waaronder in elk geval” en “onder meer” partieel nietig moet worden verklaard, omdat daardoor onvoldoende bepaald wordt wat de beschuldiging nog meer omvat buiten de opsomming van concrete verwijten die op deze zinsneden volgt.
5 Waardering van het bewijs
5.1. Vrijspraak zonder nadere motivering feit 4 – verlengde invoer 1741,91 kg cocaïne Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 4 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
5.2. Vrijspraak feit 3 en 6 – verlengde invoer 349,57 en 540,41 kg cocaïne
5.2.1. Standpunt officier van justitie Bewezen kan worden dat de verdachte, samen met zijn medeverdachten, de containers waarin later deze partijen cocaïne zijn aangetroffen meermaals heeft bevraagd in de douane-systemen. Dit handelen kan worden gekwalificeerd als het medeplegen van (verlengde) invoer van cocaïne.
5.2.2. Primair Naar het oordeel van de rechtbank is het enkel in de douanesystemen opzoeken van informatie over binnengekomen containers en het vervolgens delen van deze informatie bij uitstek, maar ook als niet méér aan te merken dan als het vergemakkelijken of bevorderen van een door derden gepleegde daadwerkelijke invoer en dus hoogstens als medeplichtigheid daaraan. Niet blijkt van een verdergaande betrokkenheid van de verdachte bij de invoer van deze partijen cocaïne of van een van die beide. Voor medeplegen van (verlengde) invoer van de aangetroffen cocaïne is geen bewijs gevonden. De verdachte zal reeds hierom van het primair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
5.2.3. Subsidiair Subsidiair is dit opzoeken en delen van informatie ten laste gelegd als (het medeplegen van) het voorbereiden dan wel bevorderen van de invoer van cocaïne. Ook voor zover de verdachte inderdaad dergelijke informatie heeft opgezocht en gedeeld, blijkt niet dat deze informatie daadwerkelijk een functie had bij de invoer van de betreffende partijen cocaïne. Het kan dan ook niet worden vastgesteld dat de invoer van deze partijen cocaïne (of een van die beide) daadwerkelijk is voorbereid of bevorderd met behulp van deze informatie en er kan daarom ook geen bewezenverklaring volgen voor dit subsidiair ten laste gelegde feit.
5.2.4. Conclusie De verdachte zal worden vrijgesproken van de onder 3 en 6 ten laste gelegde feiten.
5.3. Vrijspraak feit 5 – deelname criminele organisatie Opiumwet
5.3.1. Standpunt officier van justitie De verdachte heeft vanaf maart 2022 deelgenomen aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van Opiumwetmisdrijven zoals bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet. De deelname bestond uit het in de douanesystemen opzoeken van informatie over binnengekomen containers en het vervolgens delen van deze informatie. Deze organisatie heeft bestaan uit de drie medeverdachten.
5.3.2. Beoordeling rechtbank Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het samenwerkingsverband tussen de verdachte en zijn twee medeverdachten is aan te merken als een criminele organisatie. Maar er is geen bewijs dat het oogmerk, het naast gelegen doel, van deze organisatie verder strekt dan in strijd met de wet in de douanesystemen (tegen betaling (laten)) opzoeken van informatie over binnengekomen containers en het vervolgens illegaal delen van deze informatie. Dat klemt temeer omdat ook niet blijkt dat deze informatie daadwerkelijk een functie had of kon hebben bij de invoer van deze, of andere, partijen cocaïne. Bewijs dat het oogmerk van deze organisatie ziet op een of meer van de misdrijven als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid, 10a, eerste lid, 11, derde, vierde en vijfde lid van de Opiumwet ontbreekt dan ook.
5.3.3. Conclusie De verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 5 ten laste gelegde.
5.4. Bewijswaardering
5.4.1. Standpunt verdediging Door de verdediging is aangevoerd dat de verdachte van feit 1 en 2 moet worden vrijgesproken.
5.4.2. Beoordeling
Werkrelatie medeverdachte Uit zaaksdossier Fokhaven blijkt dat de medeverdachte [medeverdachte 1] sinds 1 september 1987 bij de douane werkte als ambtenaar en een geheimhoudingsplicht had met betrekking tot informatie die haar als ambtenaar bekend werd. Zij had vanwege haar functie, middels een wachtwoord toegang tot beveiligde douanesystemen als Plato en DMF. De verdachte en de medeverdachten kennen elkaar. De zoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] is een goede vriend van de zoon van de verdachte en ze woonden bij elkaar in de buurt. Het was bij de verdachte bekend dat [medeverdachte 1] bij de douane werkte.
Onderzoek telefoon medeverdachte In de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 2] is een Signal-chat aangetroffen met het contact “CC” met het telefoonnummer [gsm-nummer] , waarvan is vastgesteld dat dit de verdachte betreft, en een WhatsApp chat met de medeverdachte [medeverdachte 1] , waaruit naar voren komt dat door deze contacten gedurende langere tijd informatie uit de douanesystemen over containers is gedeeld, door onder meer schermafbeeldingen/foto’s te maken van de douanesystemen DMF en Plato en deze te delen. Uit de chatgesprekken in Signal tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] en de gesprekken tussen medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] maakt de rechtbank de volgende werkwijze op.
[medeverdachte 2] ontving een bericht of telefoontje van de verdachte met het verzoek of hij een en ander kon opzoeken. Vervolgens zocht [medeverdachte 2] contact met zijn moeder, medeverdachte [medeverdachte 1] , om al dan niet door haar tussenkomst met haar laptop in de douanesystemen te kijken. Hierop werd via Whatsapp of Signal over containernummers, zendingnummers, containerschepen en overige containerinformatie gesproken. Wanneer het betreffende nummer in het systeem gevonden was, werd er een foto of video gemaakt van het scherm van de laptop waarop de douanesystemen open stonden of werd informatie geprint. De chats corresponderen met foto’s van de systemen DMF en Plato die op de telefoon zijn aangetroffen. Ook zijn in de chats zelf meerdere foto’s aangetroffen van de douanesystemen. De gesprekken en foto’s moesten gewist worden, zodat de verdachten in de anonimiteit zouden blijven. [medeverdachte 2] heeft bij de politie bekend dat hij geruime tijd in opdracht van de verdachte tegen betaling informatie in de douanesystemen heeft geraadpleegd en gedeeld met de laptop van zijn moeder.
De oudste foto die op de telefoon van [medeverdachte 2] is aangetroffen die op deze gang van zaken wijst, is een foto van het raadpleegvenster van Plato waar een containernummer was ingevuld. Deze foto is gemaakt op 17 maart 2022. Op diezelfde dag deelde ene “ [naam] ” een contact met [medeverdachte 2] , te weten “CC”, waarmee vanaf dat moment informatie uit de douanesystemen wordt gedeeld. De rechtbank gaat er op grond hiervan, met de officier van justitie, van uit dat het opvragen en delen van informatie tussen medeverdachten [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] op 17 maart 2022 is begonnen.
Belofte van betaling In de chatgesprekken wordt regelmatig, al dan niet in versluierd taalgebruik, over geld gesproken. Het gaat over iets “afgooien”, “blaadjes brengen”, “splitsen”, “half 9 is doekoe er” en er wordt gesproken over bedragen als “5k” en “10k”. CC gooit meermaals iets door de bus van [medeverdachte 2] . Op 3 januari 2023 wordt gezegd dat “ze betalen” en ook op 5 januari 2023 wordt er gesproken over betalingen, “5 per bak” of “10k per maand”. [medeverdachte 2] en de verdachte bespreken vervolgens heel specifiek dat ze “3500 per nummer gaan vragen”. [medeverdachte 2] zorgt ervoor dat ook zijn moeder betaald wordt. Hij stuurt op 8 januari 2023 naar de verdachte, wanneer het gaat over betalen: “Als Maatje tenminste 2 pakt is t goed”. Uit overige berichten blijkt dat met “Maatje” zijn moeder, de verdachte, wordt bedoeld. Op 24 januari 2023 moet [medeverdachte 2] zijn geld oppikken, maar die is aan het werk. De verdachte gaat het door de brievenbus gooien, het zijn allemaal “200 briefjes” en daar wordt ook een foto van gestuurd.
Tussenconclusie Op basis van het bovenstaande trekt de rechtbank de conclusie dat de verdachten [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] op regelmatige basis met elkaar samenwerkten met als doel informatie in de douanesystemen op te zoeken en te delen met elkaar en anderen. De verdachten krijgen hier allemaal voor betaald of ten minste een betaling daarvoor toegezegd.
Actieve omkoping ambtenaar De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of het handelen van de verdachte leidt tot een strafbare omkoping in de zin van artikel 177 van het Wetboek van Strafrecht. Voor strafbare omkoping is vereist dat de verdachte een gift of belofte heeft gedaan met het oogmerk om een ambtenaar (in strijd met zijn of haar ambt) iets wel of juist niet te laten doen. Het is niet vereist dat de ambtenaar de gift daadwerkelijk heeft aangenomen. Het aanbieden van geld is een belofte. De rechtbank stelt vast dat de verdachte, via medeverdachte [medeverdachte 2] , een ambtenaar (medeverdachte [medeverdachte 1] ) betalingen heeft aangeboden in ruil voor vertrouwelijke informatie over containers. Nu niet is vast komen te staan of en hoeveel de ambtenaar daadwerkelijk betaald heeft gekregen, zal de rechtbank enkel de belofte van betalingen bewezen verklaren.
Op grond hiervan kan het onder 1 ten laste gelegde worden bewezen.
Voorhanden hebben niet-openbare gegevens Uit het dossier blijkt voorts dat de verdachte in het bezit is geweest van meerdere foto’s, video’s en geprinte documenten van vertrouwelijke informatie uit douanesystemen. Deze gegevens zijn, op verzoek van de verdachte, uit misdrijf verkregen. Daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan het onder 2 ten laste gelegde.
5.4.3. Conclusie De onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen.
5.5. Bewezenverklaring In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1 hij in de periode van 1 juni 2021 tot en met 3 februari 2023 te Capelle aan den IJssel en/of te Rotterdam, een ambtenaar, te weten [medeverdachte 1] , in haar functie als ambtenaar bij de afdeling Haven Klant Management Controles van de Douane Rotterdam een belofte heeft gedaan, te weten geldbedragen heeft aangeboden, met het oogmerk om die [medeverdachte 1] te bewegen in haar bediening iets te doen, te weten het verstrekken van
- interne, vertrouwelijke informatie uit de systemen van de Douane - over de containers met de nummers Zendingsnummer [zendingsnummer 1] , Containernummer [containernummer 1] , en containernummer [containernummer 2] en containernummer [containernummer 3] en containernummer [containernummer 4] en containernummer [containernummer 5] en containernummer [containernummer 6] en containernummer [containernummer 7] en containernummer [containernummer 8] en containernummer [containernummer 9] en containernummer [containernummer 10] en containernummer [containernummer 11] en zendingnummer [zendingsnummer 2] en zendingnummer [zendingsnummer 3] met containernummer [containernummer 12] en zendingnummer [zendingsnummer 4] en containernummer [containernummer 13] en containernummer [containernummer 14] en containernummer [containernummer 15]
2 Hij in de periode van 1 juni 2021 tot en met 3 februari 2023 te Capelle aan den IJssel en/of te Rotterdam niet-openbare gegevens, te weten informatie uit de systemen van de Douane met betrekking tot de containers met de nummers Zendingsnummer [zendingsnummer 1] , Containernummer [containernummer 1] , en containernummer [containernummer 2] en containernummer [containernummer 3] en containernummer [containernummer 4] en containernummer [containernummer 5] en containernummer [containernummer 6] en containernummer [containernummer 7] en containernummer [containernummer 8] en containernummer [containernummer 9] en containernummer [containernummer 10] en containernummer [containernummer 11] en zendingnummer [zendingsnummer 2] enzendingnummer [zendingsnummer 3] met containernummer [containernummer 12] en zendingnummer [zendingsnummer 4] en containernummer [containernummer 13] en containernummer [containernummer 14] en containernummer [containernummer 15] voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, ten tijde van het voorhanden krijgen van deze gegevens wist dat deze door misdrijf waren verkregen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.
6 Strafbaarheid feiten
De bewezen feiten leveren op:
1 medeplegen van: het aan een ambtenaar een belofte doen met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening, in strijd met zijn ambt, iets te doen, meermalen gepleegd;
2 niet-openbare gegevens voorhanden hebben, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van deze gegevens wist dat deze door misdrijf zijn verkregen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.
7 Strafbaarheid verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
8 Motivering straf
8.1. Algemene overweging De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
8.2. Feiten waarop de straf is gebaseerd De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan actieve omkoping van een douaneambtenaar en het voorhanden hebben van uit misdrijf verkregen, niet-openbare, vertrouwelijke gegevens uit douanesystemen. De verdachte bood deze ambtenaar geld aan in ruil voor vertrouwelijke informatie over containers. Hoewel de verdachte niet in direct verband kan worden gebracht met de concrete invoer van partijen cocaïne, wijst alles erop dat de uiteindelijke ontvangers van de informatie uit de douanesystemen zich in georganiseerd verband bezig hielden met de grootschalige invoer van cocaïne. De verdachte moet hebben begrepen waarom die informatie waardevol was voor de ontvangers en hij heeft dus bewust een bijdrage geleverd aan de wereld van grote cocaïnetransporten.
Omkoping van een ambtenaar is een ernstig strafbaar feit. Daarmee wordt een behoorlijke uitvoering van overheidstaken belemmerd en het levert een bedreiging op voor de integriteit van het ambtenarenapparaat. Bovendien werden personen die via de Rotterdamse haven cocaïne binnenbrachten door de betreffende informatie gefaciliteerd. De handel in cocaïne leidt door de grote winstgevendheid ervan tot veel criminaliteit en overlast en heeft een ontwrichtende invloed op de samenleving. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij onderdeel is geweest van één van de schakels in de cocaïnehandel.
De verdachte heeft ervoor gekozen om een zwijgende proceshouding aan te nemen. Daardoor heeft de rechtbank geen inzicht in het handelen van de verdachte kunnen krijgen.
8.3. Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
8.3.1. Strafblad De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 14 mei 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8.4. Conclusies van de rechtbank Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De straf ligt lager dan door de officier van justitie geëist, omdat de rechtbank vrijspreekt van een aantal feiten die zwaar zullen hebben gewogen bij de strafeis. Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.
9 In beslag genomen voorwerpen
9.1. Standpunt verdediging De verdediging heeft verzocht om teruggave van de onder de verdachte inbeslaggenomen telefoons en simkaart.
9.2. Beoordeling Het voortduren van het beslag dient geen strafvorderlijk belang (meer). Ten aanzien van de genoemde in beslag genomen goederen zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte, dan wel aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
10 Toepasselijke wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 47, 57, 139g en 177 van het Wetboek van Strafrecht.
11 Bijlagen
De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.
12 Beslissing
De rechtbank:
verklaart de dagvaarding nietig voor zover het betreft de zinsneden “waaronder in elk geval” en “onder meer”;
verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden; beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast de teruggave aan verdachte, dan wel aan de rechthebbende, van:
-
een iPhone 6S, model A1633, kleur rosé;
-
Samsung telefoon met simkaart;
-
Redmi telefoon met simkaart;
-
Simkaart Kycamobile;
-
iPhone, kleur zwart.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter, en mrs. A.S. Flikweert en P.C. Tuinenburg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Hoebe, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1 Hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2021 tot en met 3 februari 2023 te Capelle aan den IJssel en/of te Rotterdam, althans Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ambtenaar, te weten [medeverdachte 1] , in diens functie als ambtenaar bij de afdeling Haven Klant Management Controles van de Douane Rotterdam een gift, een belofte en/of een dienst, te weten een of meer geldbedragen heeft aangeboden, met het oogmerk om die [medeverdachte 1] te bewegen in haar bediening iets te doen of na te laten, en/of ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door die [medeverdachte 1] in haar huidige of vroegere bediening is gedaan of nagelaten, te weten het verstrekken van
-
interne, vertrouwelijke informatie uit de systemen van de Douane (Rotterdam)
-
inzicht en informatie over, onder meer, de werkwijze van de Douane (Rotterdam)
met betrekking tot de controle van één of meer containers, waaronder in elk geval containers met de nummers Zendingsnummer [zendingsnummer 1] , Containernummer [containernummer 1] , en/of containernummer [containernummer 2] en/of containernummer [containernummer 3] en/of containernummer [containernummer 4] en/of containernummer [containernummer 5] en/of containernummer [containernummer 6] en/of containernummer [containernummer 7] en/of containernummer [containernummer 8] en/of containernummer [containernummer 9] en.of containernummer [containernummer 10] en/of containernummer [containernummer 11] en/of zendingnummer [zendingsnummer 2] en/of zendingnummer [zendingsnummer 3] met containernummer [containernummer 12] en/of zendingnummer [zendingsnummer 4] en/of containernummer [containernummer 13] en/of containernummer [containernummer 14] en/of containernummer [containernummer 15] , en/of een of meer bedrijven, en Riscio database signalen, aan hem, verdachte, al dan niet door tussenkomst van (onbekend gebleven) medeverdachte(n);
2 Hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2021 tot en met 3 februari 2023 te Capelle aan den IJssel en/of te Rotterdam, althans Nederland niet-openbare gegevens, te weten informatie uit de systemen van de Douane (Rotterdam) met betrekking tot de controle van één of meer containers, waaronder in elk geval container(s) met de nummer(s) Zendingsnummer [zendingsnummer 1] , Containernummer [containernummer 1] , en/of containernummer [containernummer 2] en/of containernummer [containernummer 3] en/of containernummer [containernummer 4] en/of containernummer [containernummer 5] en/of containernummer [containernummer 6] en/of containernummer [containernummer 7] en/of containernummer [containernummer 8] en/of containernummer [containernummer 9] en.of containernummer [containernummer 10] en/of containernummer [containernummer 11] en/of zendingnummer [zendingsnummer 2] en/of zendingnummer [zendingsnummer 3] met containernummer [containernummer 12] en/of zendingnummer [zendingsnummer 4] en/of containernummer [containernummer 13] en/of containernummer [containernummer 14] en/of containernummer [containernummer 15] , heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van deze gegevens wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf waren verkregen, en/of ter beschikking van een of meer (onbekend gebleven) derden heeft gesteld, en/of uit winstbejag voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf waren verkregen.
3 hij in of omstreeks de periode van 3 december 2022 tot en met 5 januari 2023 te Rotterdam, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (hieronder mede te verstaan invoer als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet), een hoeveelheid van ongeveer 349,57 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde (telkens) cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 3 december 2022 tot en met 5 januari 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 349,57 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te
plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of,
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit hebbende verdachte en/of (een of meer van) zijn, verdachtes, mededader(s):
- een medeverdachte, te weten [medeverdachte 1] , een gift, een belofte en/of een dienst
aangeboden met het oogmerk om die [medeverdachte 1] , in de functie van ambtenaar bij de Douane Rotterdam, ambtelijk corrupte handelingen te laten verrichten en/of
- de container (met nummer [containernummer 13] ) meermaals laten bevragen in de
douanesystemen en//of
-
( telefonisch) contact onderhouden met zijn mededader(s) en/of
-
afspraken gemaakt met zijn mededader(s);
4 hij in of omstreeks de periode van 3 december 2022 tot en met 8 januari 2023 te Rotterdam, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (hieronder mede te verstaan invoer als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet), een hoeveelheid van ongeveer 1741,91 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde (telkens) cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 3 december 2022 tot en met 8 januari 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 1741,91 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te
plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of,
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit hebbende verdachte en/of (een of meer van) zijn, verdachtes, mededader(s):
- een medeverdachte, te weten [medeverdachte 1] , een gift, een belofte en/of een dienst
aangeboden met het oogmerk om die [medeverdachte 1] , in de functie van ambtenaar bij de Douane Rotterdam, ambtelijk corrupte handelingen te laten verrichten en/of
- de container (met nummer [containernummer 1] ) meermaals laten bevragen in de
douanesystemen en//of
-
( telefonisch) contact onderhouden met zijn mededader(s) en/of
-
afspraken gemaakt met zijn mededader(s);
5 hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2021 tot en met 3 februari 2023 te Capelle aan den IJssel en/of te Rotterdam, althans Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit (onder meer) [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of een of meer andere (onbekend gebleven) perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van één of meer misdrijven, als bedoeld in artikel 10, derde en/of vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet;
6 hij in of omstreeks de periode van 1 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te Rotterdam, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (hieronder mede te verstaan invoer als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet), een hoeveelheid van ongeveer 540,41 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde (telkens) cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 540,41 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te
plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of,
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit hebbende verdachte en/of (een of meer van) zijn, verdachtes, mededader(s):
- een medeverdachte, te weten [medeverdachte 1] , een gift, een belofte en/of een dienst
aangeboden met het oogmerk om die [medeverdachte 1] , in de functie van ambtenaar bij de Douane Rotterdam, ambtelijk corrupte handelingen te laten verrichten en/of
- de container (met nummer [containernummer 15] ) meermaals laten bevragen in de
douanesystemen en//of
-
( telefonisch) contact onderhouden met zijn mededader(s) en/of
-
afspraken gemaakt met zijn mededader(s);