ECLI:NL:RBDHA:2025:16764 - Rechtbank Den Haag - 10 september 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/057750-21 en 09/300884-21 (ttz. gev.)
Datum uitspraak: 10 september 2025
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte], geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats] , BRP-adres: [adres 1] , [postcode 1] [woonplaats] .
1 Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 27 augustus 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. G. van der Wulp en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.S. Dijkstra naar voren is gebracht.
[benadeelde 1] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd en schadevergoeding gevorderd. Tijdens de inhoudelijke behandeling was hij zelf niet aanwezig, wel zijn advocaat mr. R.G. van der Laan.
2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding met parketnummer 09/057750-21 (hierna: dagvaarding I) en de dagvaarding met parketnummer 09/300884-21 (hierna: dagvaarding II). De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Kortgezegd, wordt de verdachte bij dagvaarding I, onder 1 verweten dat hij zich op 28 juni 2020 te Den Haag schuldig heeft gemaakt aan het in vereniging plegen van diefstal met geweld van een bestelbus met inhoud en subsidiair medeplichtigheid daaraan. Verder wordt hem bij dagvaarding I, onder 2 verweten het in vereniging plegen van openlijk geweld tegen de bestuurder van de bestelbus, subsidiair het in vereniging plegen van mishandeling. Tot slot wordt de verdachte bij dagvaarding II verweten op 9 mei 2021 in vereniging openlijk geweld te hebben gepleegd tegen drie personen op of aan de Hoefkade en/of de Jacob Catsstraat te Den Haag.
3 De beoordeling van de tenlasteleggingen
3.1. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het bij dagvaarding I, onder 1 tenlastegelegde en tot bewezenverklaring van het bij dagvaarding I, onder 2 primair en bij dagvaarding II tenlastegelegde.
3.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft namens de verdachte vrijspraak van het bij dagvaarding I, onder 1 en 2 tenlastegelegde bepleit. Ook heeft zij gedeeltelijke vrijspraak bepleit van het bij dagvaarding II tenlastegelegde (te weten van het 3e, 4e en 6e aandachtstreepje).
3.3. Vrijspraak dagvaarding I
De rechtbank is met betrekking tot de bij dagvaarding I, onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze feiten niet wettig en overtuigend zijn bewezen.
Uit het procesdossier volgt dat de verdachte op 28 juni 2020 bij [bedrijfsnaam 1] een bestelling heeft geplaatst met als bezorglocatie de plaats delict (de parkeerplaats bij [bedrijfsnaam 2] aan de Televisiestraat). Verder stelt de rechtbank vast dat de verdachte op 28 juni 2020 aanwezig was op de plaats delict op het moment dat de diefstal met geweld en het openlijk geweld plaatsvonden. Hoewel het geweld heeft plaatsgevonden buiten het beeld van een camera, valt uit de beschikbare camerabeelden op te maken dat de verdachte op het moment dat het geweld plaatsvindt, rustig in de richting van (de bestelbus van) [benadeelde 1] loopt en dan voor een kort moment uit beeld verdwijnt, waarna hij weer in beeld verschijnt. De rechtbank is van oordeel dat genoemde omstandigheden onvoldoende zijn om vast te stellen dat de verdachte betrokkenheid heeft gehad bij de tenlastegelegde feiten. De rechtbank zal de verdachte daarom van de bij dagvaarding I ten laste gelegde feiten vrijspreken.
3.4. Gebruikte bewijsmiddelen dagvaarding II
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2021130450, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 241).
- Het proces-verbaal van bevindingen inclusief bijlagen, opgemaakt op 12 mei 2021, voor zover inhoudende (p. 158 tot en met p. 164):
De afkortingen om personen aan te duiden bestaan uit drie delen: Ten eerste Bestuurder (BST) of Bijrijder (BR). Ten tweede het voertuig waarin deze personen zaten Volkswagen Golf (VW) en Opel Corsa (Opel). Ten derde de positie waar deze personen in de voertuigen zaten op het moment dat zij op het plaats delict aankwamen. LV = links voor, LA = links achter, RV = rechts voor en RA = rechts achter.
[naam 1] (Br-VW-RA) deelt de eerste klap uit. Ook schopt hij de bestuurder van de Opel Corsa hard tegen het hoofd, terwijl dat deze opstaat. Nadat hij door [naam 1] op de grond is gegooid. [naam 2] (Br-VW-RV) pakt de betonschaar vlak voordat het gevecht begint uit de kofferbak van de VW-Golf. Hij is degene die [benadeelde 2] bewusteloos slaat. Ook is hij degene die met de betonschaar op de rechter zijkant van de Opel Corsa slaat.
Auto-02 is verder te noemen Opel-Corsa. Ik zie dat het kenteken van de Opel-Corsa [kenteken 1] is. Br-VW-RA pakt met zijn linkerhand het shirt van Bst-Opel-LV vast. Bst-Opel-LV maakt, met beide armen slaande bewegingen in de richting van Br-VW-RA en Bst-Vw-LV, zie dia 19. Br-VW-RV loopt in de richting van Bst-Opel-LV, op Dia 18 is goed te zien dat Br-VW-RV een langwerpig voorwerp in zijn rechterhand heeft. Br-VW-LA staat nog ter hoogte van de VW-Golf. Br-VW-RA sleept Bst-Opel-LV aan zijn t-shirt naar de rechterzijde. Br-VW-RA gooit Bst-Opel-LV op de grond. Ondertussen staat Br-VW-RV voor Br-Opel-RV en maakt hij een dreigende beweging met een langwerpig voorwerp wat hij in zijn rechterhand heeft. Br-Opel-RV rent vanaf de linkerzijde in de richting van Br-VW-RA en duwt hem op de grond. Br-VW-RA trekt Br-Opel-RV mee in zijn val. Bst-VW-LV slaat meerdere malen op Br-Opel-RV in. Om 18:57:16 komt ook Bst-VW-LV ten val. Bst-Opel-LV geeft Bst-VW-LV, met kracht, met zijn rechterhand een klap tegen zijn hoofd. Op het moment dat Bst-Opel-LV Bst-VW-LV slaat krijgt hij een schop ter hoogte van zijn borst van Br-VW-RV. Br-VW-RV loopt vanaf de rechterzijde naar de linkerzijde van het beeld. Hij heeft een betonschaar in zijn handen. Hij begint hiermee op de rechterzijde van de Opel-Corsa te slaan. Op Dia 30 is duidelijk te zien dat Br-VW-RV met beide handen een betonschaar vast heeft. Br-VW-RV maakt met zijn rechterbeen een schoppende beweging in de richting van Br-Opel-RV. Ondertussen slaat Bst-Opel-LV met zijn rechterarm tegen Br-VW-RA aan. Br-VW-RA zakt hierdoor voorover. Br-VW-RV en Br-Opel-RV slaan elkaar gelijktijdig in het gezicht. Aan de andere kant van de Opel-Corsa zijn Br-VW-RA en Bst-Opel-LV ook nog in gevecht. Aan de linkerzijde zijn Br-VW-RA en Bst-Opel-LV nog steeds in gevecht er vallen over en weer klappen. Bst-VW-LV staat tussen hen in. Br-VW-RA loopt in de richting van Bst-Opel-LV. Zij raken met elkaar in gevecht, er wordt over en weer geduwd en getrokken. Br-VW-RA komt duidelijk in beeld. Naar aanleiding van het referentiemateriaal wat ik heb ontvangen identificeer ik Br-VW-RA als [naam 1] , verder te noemen [naam 1] . Br-VW-RV slaat met zijn rechterhand Br-Opel-RV in zijn gezicht. Een omstander met een witte jas (NN-man-03) aan probeert de vechtende partijen te scheiden. Rechts van hem staat Br-VW-RV. Br-VW-RV maakt met beide armen, met kracht, een zwaaiende beweging in de richting van de maagstreek van NN-man-03. Ik zie de armen van Br-VW-RV niet ter hoogte van de maag van NN-man-03. Ik zie dat NN-man-03 in elkaar zakt. Dit gegeven komt overeen met de aangifte die [benadeelde 2] heeft gedaan. Mogelijk is NN-man-03 [benadeelde 2] . Bst-VW-LV komt duidelijk in beeld. Naar aanleiding van het referentiemateriaal wat ik heb ontvangen identificeer ik [verdachte] , verder te noemen [verdachte] .
- Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , opgemaakt op 9 mei 2021, voor zover inhoudende (p. 66):
Omschrijving aangifte Feit: Openlijke geweldpleging tegen personen Plaats delict: [adres 2] , [postcode 2] 's-Gravenhage Pleegdatum/tijd: Tussen zondag 9 mei 2021 om 19:00 uur en zondag 9 mei 2021 om 19:15 uur
Aangever Achternaam: [aangever 1] Voornamen: [aangever 1]
Op zondag 9 mei 2021, omstreeks 19.00 uur, was ik samen met mijn vriend [aangever 2] , in mijn auto voorzien van kenteken [kenteken 1] en ik was bijrijder.
- Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , opgemaakt op 9 mei 2021, voor zover inhoudende (p. 49):
Omschrijving aangifte Feit: Zware mishandeling Plaats delict: Hoefkade, 's-Gravenhage Pleegdatum/tijd: Tussen zondag 9 mei 2021 om 18:00 uur en zondag 9 mei 2021 om 19:30 uur
Aangever Achternaam: [aangever 2] Voornamen: [aangever 2] .
Ik reed als bestuurder in mijn auto over de Hoefkade.
- Het proces-verbaal van verhoor van aangever [aangever 3] , opgemaakt op 10 mei 2021, voor zover inhoudende (p. 83 en p. 84):
Achternaam: [aangever 3] Voornamen: [aangever 3]
A: Ik zag dat plotseling een vechtpartij was ontstaan op de Hoefkade. A: Ik zag vermoedelijk 4 Turkse jongens tegen vermoedelijk 2 Marokkaanse jongens vechten. A: Hierna ben ik en nog meerdere mensen die voor de bakkerij stonden te wachten naar deze jongens gelopen en we hebben geprobeerd om ze allemaal uit elkaar te halen. V: Is het u en de anderen gelukt om de vechtende partijen uit elkaar te halen? A: Nee het is maar ten dele gelukt. Ik werd door de Turkse jongen die ik eerder in mijn verhaal had genoemd met een betonschaar met kracht in mijn maag geslagen.
- Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 9 mei 2021, voor zover inhoudende (p. 118 tot en met 120):
Op zondag 9 mei 2021 omstreeks 19:45 uur bevond ik mij op de [adres 3] te Den Haag. Daar stond een personenauto van het merk Volkswagen, type Golf voorzien van kenteken [kenteken 2] geparkeerd. De inzittenden van deze personenauto waren eerder betrokken bij een zaak van openlijke geweldpleging. Dit strafbare feit zou zijn gepleegd met een betonschaar.
In de kofferbak van bovengenoemde personenauto zag ik twee grote betonscharen liggen. Ik heb de inhoud van de kofferbak fotografisch vastgelegd. Deze 2 foto's heb ik als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
- Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 juni 2021, voor zover inhoudende (p. 156):
Wij deden een onderzoek naar de tenaamgestelde van een personenauto, een zwarte Volkswagen Golf voorzien van kenteken [kenteken 2] . [verdachte] verklaarde dat hij als bestuurder had opgetreden van de zwarte Volkswagen Golf, voorzien van kenteken [kenteken 2] , tijdens de ruzie op de Hoefkade, op zondag 9 mei 2021.
- Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 9 mei 2021, voor zover inhoudende (p. 106):
Op zondag 9 mei 2021, omstreeks 19.03 uur, was ik verbalisant [verbalisant] in politie uniform gekleed. Ik was ter plaatse op de Hoefkade. Ik, [verbalisant] , zag dat er op de Hoefkade, ter hoogte van [supermarkt] , een grijskleurige Opel Corsa stond. Ik zag dat de Corsa was voorzien van kenteken [kenteken 1] . Ik zag dat het voertuig behoorlijk wat schade had. Ik zag dat het voertuig de volgende schade had:
- Grote deuk op het rechterachterportier, net onder het raam
- Raam van het rechterachterportier was ingeslagen dan wel gegooid
- Achterraam was gebarsten en miste stukken glas.
3.5. De bewezenverklaring
De rechtbank is met betrekking tot het bij dagvaarding II ten laste gelegde feit van oordeel dat dit feit wettig en overtuigend is bewezen. De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij op 9 mei 2021 te ‘s-Gravenhage, openlijk, te weten op de Hoefkade, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen meerdere personen, te weten [aangever 1] en [aangever 2] en [aangever 3] , door:
-
meermalen, te slaan tegen het lichaam en het hoofd en te trekken aan het lichaam van die [aangever 1] en
-
meermalen, teslaan en schoppen tegen het lichaam en het hoofd en te trekken aan het lichaam van die [aangever 2] en
-
( met een betonschaar) te slaan tegen het lichaam van die [aangever 3] ,
en tegen goederen, door:
- met een betonschaar tegen de achterruit en rechter zijkant van de auto van die [aangever 1] te slaan.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.
4 De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
5 De strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
6 De strafoplegging
6.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 140 uren, subsidiair 70 dagen hechtenis met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om bij de strafmaat rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, de eigen rol van de aangevers bij het bij dagvaarding II tenlastegelegde alsook de overschrijding van de redelijke termijn. Primair verzoekt de raadsvrouw om artikel 9a Wetboek van Strafrecht toe te passen. Subsidiair heeft zij verzocht om een taakstraf op te leggen van 24 uren met aftrek van het voorarrest.
6.3. Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging tegen personen en goederen. Het geweld bestond onder meer uit slaan en trappen, waaronder tegen het hoofd van twee slachtoffers. Bovendien werd een van de slachtoffers met een betonschaar geslagen. Ook de ruiten van de auto van een van de slachtoffers werden met een betonschaar ingebeukt. Het gaat om fors geweld, waarbij de verdachte met zijn groep getalsmatig in de meerderheid was. Ook speelde het feit zich op klaarlichte dag in een drukke straat af. Er waren op dat moment dan ook veel omstanders aanwezig. Eén van hen werd zelfs slachtoffer van het geweld toen hij probeerde de vechtende partijen uit elkaar te halen.
Strafblad De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 16 juli 2025, waaruit volgt dat de verdachte in 2014 is veroordeeld voor een soortgelijk feit. Omdat dit een oud feit betreft en de verdachte destijds minderjarig was, weegt de rechtbank dit niet in het nadeel van de verdachte mee.
Strafoplegging De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Daarin is als uitgangspunt bij openlijke geweldpleging met lichamelijk letsel ten gevolge hebbende, een onvoorwaardelijke taakstraf van 150 uur vermeld. In dit geval houdt de rechtbank in strafverminderende zin rekening met de volgende omstandigheden. Hoewel de verdachte een bijdrage heeft geleverd aan het openlijk geweld heeft hij blijkens de camerabeelden eveneens de-escalerend gehandeld jegens zijn mededaders, onder andere door de betonscharen terug te leggen in zijn auto, waardoor meer en ernstiger letsel mogelijk is voorkomen. Ook volgt uit de camerabeelden dat de verdachte pas zelf geweldshandelingen heeft verricht nadat hij door een van de slachtoffers werd geslagen in zijn gezicht. Tot slot stelt de rechtbank vast dat de redelijke termijn in grove mate is overschreden met ruim twee jaar en zal dit in strafverminderende zin meewegen.
Alles overwegende acht de rechtbank een voorwaardelijke taakstraf van 40 uur passend en geboden met een proeftijd van 1 jaar, enerzijds om de ernst van de gepleegde feiten tot uitdrukking te brengen en anderzijds om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken. Voor het opleggen van bijzondere voorwaarden ziet de rechtbank geen aanleiding.
7 De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
[benadeelde 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 8.573,18 euro, en te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit € 1.573,18 aan materiële schade en € 7.000, - aan immateriële schade
7.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat een bedrag van € 5.423,18 kan worden toegewezen, bestaand uit € 1.423,18 materiële schade en € 4.000, - immateriële schade. Verder heeft de officier van justitie verzocht de wettelijke rente toe te kennen vanaf 28 mei 2020 en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
7.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht geen wettelijke rente op te leggen vanaf de pleegdatum en de vordering te matigen.
7.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering, omdat de verdachte van het feit waarop de vordering betrekking heeft, zal worden vrijgesproken.
De brengt mee dat de benadeelde partij moet worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeiten maken. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden tot nihil.
8 Het beslag
8.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting medegedeeld dat de rechtbank geen beslissing hoeft te nemen over het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een geldbedrag van € 3.500, -, aangezien sprake is van conservatoir beslag.
8.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om teruggave van het inbeslaggenomen geldbedrag.
8.3. Het oordeel van de rechtbank
In het procesdossier bevindt zich een kennisgeving van inbeslagneming van een bedrag van € 3.500. Uit deze kennisgeving volgt dat het om een strafvorderlijk klassiek beslag gaat (artikel 94 Sv). In het procesdossier bevindt zich eveneens een aanvraag tot het handhaven van een strafvorderlijk conservatoir beslag (artikel 94a Sv). Hoewel een machtiging van de rechter-commissaris tot handhaving van het conservatoir beslag ontbreekt, gaat de rechtbank er, gelet op de uitdrukkelijke mededeling van de officier van justitie, vanuit dat deze machtiging is verleend. Omdat sprake is van conservatoir beslag, zal, de rechtbank geen beslissing nemen op het inbeslaggenomen voorwerp.
9 De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen: 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.
10 De beslissing
De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding I onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het bij dagvaarding II ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een taakstraf voor de tijd van 40 (VEERTIG) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van 20 (TWINTIG) DAGEN;
bepaalt dat die straf, in zijn geheel, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op een jaar vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 1] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.J. Wijnnobel-van Erp, voorzitter, mr. I.C. Kranenburg, rechter, mr. J.J. Balfoort, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A. Copier, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 september 2025.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Dagvaarding I
1hij op of omstreeks 28 juni 2020 te ’s-Gravenhage,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op de openbareweg,een bestelbus (witte Peugeot Partner met kenteken [kenteken 3] ) met inhoud (onderandere lachgasflessen en/of lachgastanks en/of flessen alcohol en/of oranjeballonnen en/of slagroomspuiten) en/of autosleutel(s) en/of huissleutel(s) en/ofgeldbedrag(en) en/of (mobiele) telefoon(s) en/of een tas met inhoud (onder andererijbewijs en/of portemonnee),in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/ofzijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1] en/of [naam 3] /of bedrijf [bedrijfsnaam 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zichwederrechtelijk toe te eigenen,terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van gewelden/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] , gepleegd met het oogmerk om diediefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping opheterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vluchtmogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,door- het bestuurdersportier van de bestelbus, waarin die [benadeelde 1] zat, open te trekken en/of- die [benadeelde 1] met gebalde vuist in zijn gezicht en/of op/tegen zijn hoofd te slaan en/of- het passagiersportier van de bestelbus, waarin die [benadeelde 1] zat, open te trekken en/of- te trekken aan de tas van die [benadeelde 1] , die om zijn romp zat, waardoor die [benadeelde 1] (met kracht) naar achter werd getrokken en/of- (het hengsel van) de tas van die [benadeelde 1] kapot te trekken en/of- de vuist te ballen en naar achter te bewegen om die [benadeelde 1] te raken en/of- meermalen te schoppen en/of te trappen en/of te slaan en/of te stompen tegen het hoofd en/of het lichaam, van die [benadeelde 1] , terwijl die [benadeelde 1] op de grond lag
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 juni 2020 te ’s-Gravenhage,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op de openbareweg,een bestelbus (witte Peugeot Partner met kenteken [kenteken 3] ) met inhoud (onderandere lachgasflessen en/of lachgastanks en/of flessen alcohol en/of oranjeballonnen en/of slagroomspuiten) en/of autosleutel(s) en/of huissleutel(s) en/ofgeldbedrag(en) en/of (mobiele) telefoon(s) en/of een tas met inhoud (onder andererijbewijs en/of portemonnee),in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/ofzijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1] en/of [naam 3] /of bedrijf [bedrijfsnaam 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zichwederrechtelijk toe te eigenen,terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van gewelden/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] , gepleegd met het oogmerk om diediefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping opheterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij devlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,door- het bestuurdersportier van de bestelbus, waarin die [benadeelde 1] zat, open te trekken en/of- die [benadeelde 1] met gebalde vuist in zijn gezicht en/of op/tegen zijn hoofd te slaan en/of- het passagiersportier van de bestelbus, waarin die [benadeelde 1] zat, open te trekken en/of- te trekken aan de tas van die [benadeelde 1] , die om zijn romp zat, waardoor die [benadeelde 1] (met kracht) naar achter werd getrokken en/of- de tas van die [benadeelde 1] kapot te trekken en/of- de vuist te ballen en naar achter te bewegen om die [benadeelde 1] te raken en/of- toen die [benadeelde 1] op de grond lag, te schoppen en/of te trappen en/of te slaan en/of te stompen tegen het hoofd en/of het lichaam, van die [benadeelde 1] bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 28 juni 2020 te ‘s-Gravenhage opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door een bestelling te plaatsen bij [bedrijfsnaam 1] en/of bij die [benadeelde 1] waarop die [benadeelde 1] vervolgens naar het opgegeven leveradres is gekomen
2hij op of omstreeks 28 juni 2020 te ‘s-Gravenhage, openlijk, te weten, op de Televisiestraat te ‘s-Gravenhage, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde 1] door- meerdere malen in het gezicht en/of op het hoofd van die [benadeelde 1] te slaan en te stompen en/of- te trekken aan de tas van die [benadeelde 1] , die om zijn romp zat, waardoor die [benadeelde 1] (met kracht) naar achter werd getrokken en/of- meermalen te schoppen en/of te trappen en/of te slaan en/of te stompen tegen het hoofd en/of het lichaam, van die [benadeelde 1] , terwijl die [benadeelde 1] op de grond lag
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 juni 2020 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [benadeelde 1] heeft mishandeld door- meerdere malen in het gezicht en/of op het hoofd van die [benadeelde 1] te slaan en te stompen en/of- te trekken aan de tas van die [benadeelde 1] , die om zijn romp zat, waardoor die [benadeelde 1] (met kracht) naar achter werd getrokken en/of- meermalen te schoppen en/of te trappen en/of te slaan en/of te stompen tegen het hoofd en/of het lichaam, van die [benadeelde 1] , terwijl die [benadeelde 1] op de grond lag
Dagvaarding II
hij op of omstreeks 9 mei 2021 te ‘s-Gravenhage, openlijk, te weten op of aan de Hoefkade en/of de Jacob Catsstraat, in elk geval op of aan de openbare weg, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meerdere personen, te weten [aangever 1] en/of [aangever 2] en/of [aangever 3] , door:
-
meermalen, althans eenmaal te slaan en/of schoppen tegen het lichaam en/of het hoofd en/of te trekken aan het lichaam van die [aangever 1] en/of
-
meermalen, althans eenmaal slaan en/of schoppen tegen het lichaam en/of het hoofd en/of te trekken aan het lichaam van die [aangever 2] en/of
-
met een betonschaar te slaan tegen het hoofd van die [aangever 2] en/of
-
( met een betonschaar) te slaan tegen het lichaam van die [aangever 3] ,
en/of tegen goederen, door:
-
met een betonschaar tegen de achterruit en/of rechter zijkant van de auto van die [aangever 1] te slaan en/of
-
te trappen en/of te slaan tegen de linker zijspiegel van de auto van die [aangever 1] ;