Terug naar rechtsgebieden

procesrecht belastingen

Tot 50 recente arresten van de Hoge Raad

Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:903

Verdedigingsbeginsel vereist expliciete uitnodiging, ook tijdens boekenonderzoek

Arrest

12 juni 2025

De inspecteur schendt het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel als hij, ook tijdens een lopend boekenonderzoek, een naheffingsaanslag oplegt zonder de belastingplichtige expliciet en in niet mis te verstane bewoordingen uit te nodigen te reageren op het concrete en definitieve voornemen daartoe.

BelastingrechtBtw, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:661

Vergoeding WOZ-taxatierapport: Richtlijn niet bindend, afwijken mag zonder motivering

Arrest

12 juni 202518× aangehaald in latere zaken

De Richtlijn voor proceskostenvergoeding in WOZ-zaken is geen recht in de zin van art. 79 Wet RO. De feitenrechter is niet gebonden aan de forfaitaire uren en mag hiervan afwijken zonder dit te motiveren, bijvoorbeeld bij een geringere werkelijke tijdsbesteding voor een met software gegenereerd taxatierapport.

BestuursrechtBestuursprocesrecht
BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Lokale Belastingen
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:862

Proceskostenvergoeding: Vorm incidenteel appel en onbestreden kostenpost niet doorslaggevend

Arrest

5 juni 2025

De Hoge Raad oordeelt dat recht op proceskostenvergoeding voor een incidenteel hoger beroep niet vervalt als dit in één geschrift met het verweer is opgenomen. Tevens mag een in hoger beroep onbestreden kostenvergoeding uit een eerdere fase niet zomaar worden vernietigd.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:619

WOZ-waarde gaswinningslocatie: abandonneringskosten, werktuigenuitzondering en bewijslast

Arrest

1 mei 20251× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad verduidelijkt de bewijslastverdeling voor de werktuigenuitzondering en stelt dat abandonneringskosten de WOZ-waarde kunnen drukken als deze voortvloeien uit een zakelijke verplichting, zoals een concessievoorwaarde. Een dubbele correctie voor functionele veroudering op uitgezonderde werktuigen is niet toegestaan.

BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtOmgevingsrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:711

Verzetrechter moet ontvankelijkheid beroep bij niet-tijdig beslissen ambtshalve beoordelen

Arrest

1 mei 2025

In een verzetprocedure tegen een uitspraak wegens niet-tijdig beslissen, moet de rechter het argument dat het beroep onredelijk laat is ingediend (art. 6:12 Awb) beoordelen. Een beroep ingesteld meer dan een jaar nadat het bestuursorgaan in gebreke is, wordt in beginsel als onredelijk laat beschouwd.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Lokale Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:682

Hoge Raad past hogere proceskostenvergoeding bezwaarfase BPM-zaken toe

Arrest

24 april 2025

De Hoge Raad oordeelt dat bij de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase in BPM-zaken de hogere waarde per punt uit het Besluit proceskosten bestuursrecht moet worden toegepast. Dit conform een eerder arrest. De Hoge Raad stelt de vergoeding zelf vast op basis van de actuele waarde.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Motorrijtuigenbelasting
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:671

Bewijslast bijzonder geval proceskostenvergoeding: inzicht in gehele bedrijfsmodel vereist

Arrest

24 april 20259× aangehaald in latere zaken

Een belanghebbende die zich beroept op een 'bijzonder geval' voor een hogere proceskostenvergoeding onder de WHpkv, moet de stelling bewijzen. Inzicht in enkel de kosten van de betreffende procedure is onvoldoende. De beoordeling vereist inzicht in het gehele bedrijfsmodel van de gemachtigde.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Motorrijtuigenbelasting
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:680

Verkeerde puntwaarde proceskostenvergoeding bezwaar BPM gecorrigeerd door Hoge Raad

Arrest

24 april 2025

De Hoge Raad oordeelt dat het hof een onjuiste, te lage waarde per punt heeft gehanteerd bij het vaststellen van de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase in een BPM-zaak. Conform een eerder arrest wordt de vergoeding gecorrigeerd naar het correcte, hogere tarief uit het Besluit proceskosten bestuursrecht.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:679

Verkeerde puntwaarde proceskostenvergoeding bezwaarfase BPM-zaak leidt tot cassatie

Arrest

24 april 2025

De Hoge Raad oordeelt dat het hof een onjuiste (te lage) waarde per punt heeft gehanteerd bij het vaststellen van de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase. Conform een eerder arrest had een hogere waarde toegepast moeten worden. De Hoge Raad doet de zaak zelf af en stelt de vergoeding vast.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Motorrijtuigenbelasting
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:678

Hoge Raad past hogere puntwaarde proceskostenvergoeding bezwaarfase toe

Arrest

24 april 2025

De Hoge Raad oordeelt dat bij het vaststellen van de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase de hogere puntwaarde uit de Bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht moet worden toegepast. Dit conform het eerdere arrest van 12 juli 2024 (ECLI:NL:HR:2024:1060). De zaak wordt aangehouden voor nader feitenonderzoek.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:677

Verkeerde puntwaarde proceskostenvergoeding bezwaarfase leidt tot cassatie

Arrest

24 april 2025

De Hoge Raad oordeelt dat het hof een onjuiste waarde per punt heeft gehanteerd bij het vaststellen van de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase. Conform een eerder arrest had een hogere waarde moeten worden toegepast. De Hoge Raad stelt de vergoeding zelf opnieuw vast op het correcte bedrag.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Motorrijtuigenbelasting
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:676

Verkeerde puntwaarde proceskosten bezwaarfase BPM-zaak leidt tot cassatie

Arrest

24 april 2025

De Hoge Raad oordeelt dat het hof een onjuiste, lagere puntwaarde hanteerde voor de proceskostenvergoeding in de bezwaarfase. Conform een eerder arrest had het hogere tarief uit de Bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht moeten worden toegepast. De Hoge Raad corrigeert dit zelf.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Motorrijtuigenbelasting
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:670

Bewijslast bijzonder geval bij proceskostenvergoeding ‘no cure, no pay’ kantoren

Arrest

24 april 20254× aangehaald in latere zaken

Een belanghebbende die een hogere proceskostenvergoeding wil dan de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm (WHpkv) toestaat, moet aantonen dat het bedrijfsmodel van diens gemachtigde niet alle drie de kenmerken van overcompensatie vertoont. Inzicht in de specifieke zaak alleen is daartoe onvoldoende; de bewijslast omvat het gehele bedrijfsmodel.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Motorrijtuigenbelasting
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:457

Hoge Raad: Terugvordering te veel betaald griffierecht is zaak voor feitenrechter

Arrest

10 april 20253× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat een geschil over de terugvordering van te veel betaald griffierecht een aangelegenheid is tussen de rechtzoekende en de griffier van het gerecht waar de procedure liep. Een klacht hierover in cassatie faalt als het gerecht de hoogte van het griffierecht juist heeft vastgesteld.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:360

Verzoek ambtshalve vermindering: inspecteur moet bezwaren tegen oorspronkelijke aanslag meenemen

Arrest

6 maart 2025

Indien een belanghebbende in zijn bezwaargronden tegen een navorderingsaanslag inhoudelijk ageert tegen de eerdere, definitieve aanslag, moet de inspecteur deze gronden aanmerken als een verzoek om ambtshalve vermindering van die oorspronkelijke aanslag. Het niet-beslissen hierop opent de weg voor beroep wegens niet tijdig beslissen.

BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:243

BPM-berekening gebaseerd op eigen CO2-uitstoot, niet op referentieauto

Arrest

13 februari 20253× aangehaald in latere zaken

Bij de BPM-berekening voor een gebruikte importauto is de eigen CO2-uitstoot leidend, niet die van een referentieauto. Een hof mag een proceskostenvergoeding voor een eerdere fase niet ambtshalve verlagen als de hoogte ervan in hoger beroep geen geschilpunt is.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:160

Ontvangsttheorie digitaal procederen: notificatie is bepalend, niet toegankelijkheid

Arrest

30 januari 20255× aangehaald in latere zaken

Bij digitaal procederen geldt als tijdstip van ontvangst van een gerechtelijk bericht het moment waarop een notificatiebericht is verstuurd (art. 8:36c lid 2 Awb). Slechts als van notificaties is afgezien, is het moment van toegankelijkheid in het digitale systeem bepalend. Een oordeel hierover moet gemotiveerd zijn.

BestuursrechtBestuursprocesrecht
BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Lokale Belastingen
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:155

Procesbelang vervalt bij tegemoetkoming, Hoge Raad houdt beslissing proceskosten aan

Arrest

30 januari 20253× aangehaald in latere zaken

Indien een bestuursorgaan volledig tegemoetkomt aan de klacht van een belanghebbende, vervalt het procesbelang. Het rechtsmiddel wordt dan niet-ontvankelijk verklaard met een proceskostenveroordeling. Voor de hoogte van die vergoeding in bpm-zaken houdt de Hoge Raad zijn beslissing aan in afwachting van nadere informatie.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:154

Onrechtmatig verkregen bewijs in belastingzaken: Hoge Raad scherpt zozeer-indruistcriterium aan

Arrest

30 januari 202510× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad verduidelijkt dat voor het gebruik van strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs in belastingzaken, de vraag of de inspecteur het bewijs rechtmatig had kunnen verkrijgen niet langer relevant is. De enige maatstaf is het 'zozeer-indruistcriterium' en eventuele strijd met artikel 6 EVRM.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Inkomstenbelasting
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2025:46

Hoge Raad toetst Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm

Arrest

16 januari 202596× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm (WHpkv), die proceskostenvergoedingen in WOZ- en bpm-zaken beperkt, geen ongerechtvaardigde ongelijke behandeling vormt en niet in strijd is met het EVRM, IVBPR of Unierecht. De wetgever heeft een legitiem doel en een ruime beoordelingsmarge.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:1882

Box 3: Niet-gerealiseerde waardestijging is werkelijk rendement, eigen gebruik niet

Arrest

19 december 20241× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat bij de berekening van het werkelijke rendement in box 3 niet-gerealiseerde waardestijgingen moeten worden meegenomen. Het eigen gebruik van een onverhuurde tweede woning telt echter niet als rendement. De heffing over een uitkering wegens overlijdensschade is niet in strijd met het recht.

BelastingrechtVermogensbelasting, Inkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
StaatsrechtGrondrechten
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:1881

Geen belastingrente bij tijdige aanvulling op aangifte via aparte brief

Arrest

19 december 20241× aangehaald in latere zaken

Een tijdige, aparte brief die een digitale aangifte aanvult, wordt als onderdeel van die aangifte beschouwd. Als de inspecteur de aanslag vaststelt conform deze gecombineerde informatie, mag op grond van artikel 30fc AWR geen belastingrente in rekening worden gebracht.

BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:1878

Box 3: ongerealiseerde waardestijging telt mee bij bepaling werkelijk rendement

Arrest

19 december 2024

De Hoge Raad oordeelt dat bij het bieden van rechtsherstel voor de box 3-heffing, het ‘werkelijk behaald rendement’ ook ongerealiseerde vermogensmutaties omvat. De juridische bestemming als natuurgebied maakt agrarische grond niet tot vrijgesteld natuurterrein; het feitelijk gebruik is doorslaggevend. De bewijslast voor het werkelijke rendement rust op belanghebbende.

BelastingrechtVermogensbelasting, Procesrecht Belastingen, Inkomstenbelasting
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:1758

Hoge Raad verwerpt indexering €15-grens voor immateriële schadevergoeding

Arrest

28 november 20247× aangehaald in latere zaken

De grens van € 15 voor het financieel belang bij een verzoek om immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn mag niet worden geïndexeerd. Op basis van overgangsrecht blijft deze vaste grens van toepassing op oude verzoeken, ondanks een latere aanpassing van de rechtspraak.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Lokale Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:1557

Voortvarendheidsvereiste: intern overleg over latere jaren rechtvaardigt geen vertraging

Arrest

31 oktober 2024

De inspecteur handelt niet voortvarend bij het gebruik van de verlengde navorderingstermijn als hij wacht met het opleggen van aanslagen, omdat hij intern overlegt over een vennootschap die pas in latere jaren relevant werd. Een onverklaarbare vertraging van meer dan zes maanden leidt tot vernietiging van de navorderingsaanslagen.

BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:1537

Vrijstelling energiebelasting: 'vervaardiging van gips' omvat niet producten van gips

Arrest

24 oktober 20241× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat de vrijstelling van energiebelasting voor 'vervaardiging van gips' in artikel 64, lid 4, Wbm restrictief moet worden uitgelegd. Dit omvat niet de vervaardiging van producten van gips, zoals gipsplaten. De wetgever heeft bewust aangesloten bij de NACE/SBI-nomenclatuur.

BelastingrechtAccijns, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:1535

Naheffingskosten parkeerbelasting: geen straf, geen rechterlijke matiging buiten uitzonderingsgevallen

Arrest

24 oktober 202421× aangehaald in latere zaken

De kosten van een naheffingsaanslag parkeerbelasting zijn geen 'criminal charge' onder art. 6 EVRM. De rechter kan de kosten niet matigen op basis van verwijtbaarheid of evenredigheid, tenzij de belastingplichtige door uitzonderlijke omstandigheden geen reële kans had om te betalen.

BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:1422

Geen vergrijpboete bij onterechte BPM-teruggaaf aan niet-belastingplichtige

Arrest

10 oktober 2024

De Hoge Raad oordeelt ambtshalve dat artikel 67f AWR geen wettelijke grondslag biedt voor een vergrijpboete aan een persoon die geen belastingplichtige is en ten onrechte een BPM-teruggaaf heeft ontvangen. De boetebepaling is beperkt tot de oorspronkelijke belasting- of inhoudingsplichtige die de belasting heeft voldaan.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:1425

Ook geschil over belastingrente geeft recht op vergoeding immateriële schade

Arrest

10 oktober 20241× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat voor vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn niet vereist is dat het geschil over de belastingheffing zelf gaat. Spanning en frustratie kunnen ook voortvloeien uit een procedure over een afzonderlijke beschikking, zoals een rentebeschikking.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:1299

Hoge Raad: Geen maximum op schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn

Arrest

26 september 202430× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat de vergoeding voor immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn niet wordt gemaximeerd. Er is geen maximum gebaseerd op het financiële belang van de zaak, noch een verlaagd tarief voor specifieke procedures zoals WOZ-zaken.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Lokale Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:1080

Geen bezwaar tegen aanslag opgeheven vennootschap als herleving onmogelijk is

Arrest

5 september 20246× aangehaald in latere zaken

Een belanghebbende, zoals een voormalig aandeelhouder, kan geen bezwaar maken tegen een belastingaanslag opgelegd aan een niet meer bestaande rechtspersoon, als heropening van de vereffening naar het toepasselijke recht onmogelijk is. De in het arrest van 19 september 2003 aanvaarde bezwaarmogelijkheid bestaat in dat geval niet.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Vennootschapsbelasting
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:751

Geen schadevergoeding voor rentenadeel bij late achterwaartse verliesverrekening

Arrest

23 mei 20241× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat artikel 30g, lid 4, AWR (oud) een uitputtende regeling is. Dit sluit een afzonderlijke schadevergoeding op grond van artikel 8:73 Awb voor rentenadeel door een te laat uitgevoerde achterwaartse verliesverrekening uit, ook als dit het gevolg is van een onrechtmatige verliesvaststellingsbeschikking.

BelastingrechtVennootschapsbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:147

BPM-waardering: Strenge bewijslast voor waardevermindering door schadeverleden bij koerslijstmethode

Arrest

1 februari 202463× aangehaald in latere zaken

Een belastingplichtige die stelt dat de BPM-waardering via de koerslijstmethode te hoog is wegens een schadeverleden, moet de lagere werkelijke handelswaarde aantonen met een deskundigenonderzoek. Een schatting door de rechter 'in goede justitie' is hiervoor onvoldoende.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:50

Bevoegdheid belastingrechter Curaçao bij schending redelijke termijn en boetes

Arrest

18 januari 202412× aangehaald in latere zaken

In Curaçaose belastingzaken kan de belastingrechter bij overschrijding van de redelijke termijn enkel de schending constateren; alleen de burgerlijke rechter is bevoegd schadevergoeding toe te kennen. Wel kan de belastingrechter een boete verminderen als sanctie op de termijnoverschrijding in de boetezaak zelf.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Fiscaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:1675

Fiscale Eenheid Beschikking: Geen Garantie Zonder Inhoudelijke Vereisten

Arrest

30 november 20239× aangehaald in latere zaken

Een beschikking fiscale eenheid creëert geen fiscale eenheid als niet aan de wettelijke vereisten is voldaan. De beschikking is niet constitutief. Een beroep op het vertrouwensbeginsel is slechts mogelijk onder strikte voorwaarden, waarbij de informatieverstrekking door de belastingplichtige cruciaal is.

BelastingrechtVennootschapsbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:1626

Beroepsrecht directe vertegenwoordiger: art. 231 CDW creëert geen betalingsplicht

Arrest

23 november 20235× aangehaald in latere zaken

Een direct vertegenwoordiger die de douaneschuld van zijn opdrachtgever wil voldoen, wordt niet rechtstreeks geraakt door de aan de opdrachtgever gerichte uitnodiging tot betaling. Artikel 231 CDW biedt slechts een mogelijkheid tot betaling door een derde, maar creëert geen afdwingbare betalingsverplichting voor die derde.

BelastingrechtDouane en Invoerrechten, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:1370

Grof taalgebruik gemachtigde: gevolgen voor redelijke termijn en proceskostenvergoeding

Arrest

16 november 202319× aangehaald in latere zaken

Wangedrag van een gemachtigde kan een verlenging van de redelijke termijn rechtvaardigen. Op grond van bijzondere omstandigheden (art. 2, lid 3, Besluit proceskosten bestuursrecht) mag de rechter een proceskostenvergoeding weigeren voor een processtuk met grievend en beledigend taalgebruik.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:1337

Verplaatste stoel in laadruimte: bestelauto wordt personenauto voor motorrijtuigenbelasting

Arrest

28 september 202317× aangehaald in latere zaken

Een bestelauto waarvan de laadruimte niet meer in haar geheel is voorzien van een vlakke laadvloer door het plaatsen van een stoel, wordt fiscaal aangemerkt als personenauto. De ondergeschiktheid van personenvervoer aan goederenvervoer is hierbij niet relevant.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen, Fiscaal Strafrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:1270

Geen Redelijk Vermoeden van Schuld Nodig voor Informatieverzoek 'Criminal Tax Matters'

Arrest

21 september 20231× aangehaald in latere zaken

Voor een informatieverzoek onder een belastingverdrag over 'criminal tax matters' is geen redelijk vermoeden van schuld vereist; een onderzoek naar een fiscaal opzetdelict volstaat. De informatieplicht van een belanghebbende met Alzheimer wordt beoordeeld naar diens capaciteit ten tijde van de gestelde vragen.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Fiscaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:1094

Hoge Raad: Thuiswerken maakt woon-werkverkeer niet zakelijk voor btw

Arrest

17 augustus 20231× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat de mogelijkheid voor een werknemer om thuis te werken niet betekent dat het woon-werkverkeer als zakelijk gebruik voor de btw kwalificeert. Ook behoren zowel vaste als variabele autokosten tot de heffingsgrondslag voor het privégebruik.

BelastingrechtBtw, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:1052

Verstrekkingsplicht WOZ-gegevens reikt verder dan enkel het taxatieverslag

Arrest

17 augustus 2023413× aangehaald in latere zaken

De heffingsambtenaar moet op specifiek verzoek onderliggende WOZ-gegevens verstrekken, ook als deze niet in het taxatieverslag staan. De verplichting uit artikel 7:4, lid 3, Awb om te informeren over terinzagelegging is onvoorwaardelijk, ook bij een professionele gemachtigde.

BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht